vrijdag 27 mei 2022

Vogeltje wat zing je vroeg

Fluitenkruid en vogelzang in het filmpje van deze week

We kunnen nog een paar weken genieten van die heerlijke vogelzang. Na de langste dag verstomt dit lentegeluid omdat vogels dan bezig zijn hun jongen groot te brengen. Dat doen ze liever in stilte om kuikenrovers niet op ideeën te brengen. Dank zij het windstille weer in de eerste drie weken van mei, heb ik veel kunnen filmen met het originele geluid erbij omdat er geen wind op de microfoon stond. Dus deze week een filmpje waarin fluitenkruid en zingende vogels centraal staan. Omdat er al veel blad aan de boom zit, zijn de vogels niet in beeld maar wel goed te horen. De melodieuze merel, de wat fellere en snellere zwartkop en de winterkoning met zijn typerende triller maken hun opwachting in de film. Ik was vroeg op, waardoor de menselijke geluiden ook minimaal zijn. Elke vogelsoort heeft trouwens zijn eigen starttijd voor de zang, gemeten voor of na zonsopgang. Mijn tante stuurde mij een artikel uit een Duits tijdschrift met informatie hierover. De gekraagde roodstaart is er als vroegste bij. Van april tot juli kun je hem horen vanaf 80 minuten voor zonsopgang. Daar moet je dus wel elke keer vroeger voor op :). De zwarte roodstaart volgt tien minuten later; vanaf 70 minuten voor zonsopgang kun je deze vogel horen. De roodstaarten hebben trouwens elk hun eigen voorkeuren qua landschap, de gekraagde prefereert oude parkachtige bossen en de zwarte warme en droge plaatsen, ook stedelijk gebied. Ze zullen dus niet 'tegen elkaar opzingen'. De boerenzwaluw kwettert vanaf een half uur voor de zon opkomt, al snel gevolgd door de zanglijster (55 min.), de koekoek en het roodborstje (allebei 50 minuten voor zonsopgang). De merel, zwartkop en geelgors starten 45 minuten voor de zon boven de horizon rijst. Als de winterkoning (40 min.), tjiftjaf en pimpelmees starten met hun zang (35 min.) begint het langzaam licht te worden. Daarna komt er elke paar minuten een soort bij: koolmees (30 min.), fitis (22 min.), putter (20 min.), groenling en spreeuw (15 minuten) en de vink maakt om 10 minuten voor de zon aan de hemel verschijnt het vogelkoor in en om de tuin compleet. 

Je zou denken dat de vogels die het eerste 'op' zijn, ook als eerste weer gaan slapen. Dat is echter niet het geval: de langslapers gaan juist als eerste te ruste. De vogels die vroeg zingen hebben lichtgevoeliger ogen, waardoor ze beter zien in het donker. Daarom kunnen ze langer actief zijn, met voedsel zoeken maar ook met zingen. Aan het eind van de dag wordt ook regelmatig nog gezongen door de vogels. Daarbij kun je bovenstaande lijst hanteren in omgekeerde volgorde. 

Klik hier om het filmpje van deze week te zien en de vogelgeluiden te beluisteren.



vrijdag 20 mei 2022

Driekleur van dovenetels

Hoewel ik als tiener regelmatig uitsliep tot het eind van de ochtend, ben ik inmiddels een ochtendmens geworden. Vaak ben ik om zes uur al wakker en in de winter lig ik dan nog een tijdje in het donker te staren. In de lente is het een voordeel, want dan is het al licht en kan ik genieten van het ochtendgloren en de rust die er dan heerst. Ik rijd meestal de polder in, er is nog geen kip op de weg, maar rond de boerderijen is er wel al volop activiteit. Zo ook deze lentemorgen, waarbij ik de ochtenddauw en de vogelzang wilde vastleggen. Ik moest de camera af en toe even stopzetten wegens het geluid van een trekker of andere landbouwmachine. In het riet hoorde ik de kleine karekiet zingen, ze verstoppen zich altijd en zijn moeilijk in beeld te krijgen. Een zwanenpaar gleed statig door het water en in de bomen kweelde een zanglijster. Enkele waterplasjes verder was een klein stukje 'bos' en in de bermen zag ik drie kleuren dovenetels: wit, paars en geel. De eerste twee zie je op onderstaande tekening. 

Paarse en witte dovenetel
Bron: Carl Axel Magnus Lindman -
«Bilder ur Nordens Flora» Stockholm,
wikimedia

Deze plant, die tot de lipbloemigen behoort wordt graag bezocht door insecten die op zoek zijn naar suikerrijke nectar, want dovenetels produceren daar veel van. Je kunt een bloemetje van de plant trekken en aan de achterkant uitzuigen om de nectar te proeven (doe dit niet op een plek met veel verkeer en/of plassende honden). Van gedroogde bloemen wordt wel thee gezet. Zelfs als de bloem is afgevallen perst ze er nog een laatste restje nectar uit. Verdund door dauw en regenwater op de grond is de nectar nog steeds zoet genoeg om mieren aan te trekken. Die halen ook de zaden (in de vorm van 'nootjes' met een vlezig, oliehoudend aanhangsel) uit de vruchtkelk en verslepen dat. Ze eten het mierenbroodje en het zaad heeft zo weer een nieuw terrein om te ontkiemen. 

De witte dovenetel is een groen overwinterende plant, maar de veel kleinere paarse dovenetel is eenjarig. Toch zie je die ook regelmatig in de winter, maar dat zijn dan pas ontkiemde exemplaren. Van deze plant zijn resten gevonden die dateren uit de IJzertijd (700 voor Christus). In de meivakantie waren we in Limburg en daar zag ik 'grote' paarse dovenetels. Ik dacht dat dat kwam door de voedzame grond aldaar, maar nu ik dovenetels nog eens opzocht in de Nederlandse Oecologische Flora, zag ik dat dat een aparte soort betreft. Ik was zo stom om 'm niet te filmen (misschien staat-ie nog ergens toevallig in beeld, maar ik moet dat beeldmateriaal nog uitzoeken). Dus van deze 'gevlekte dovenetel' ook een botanische illustratie.

Gevlekte dovenetel,
Bron: Fitschen, Jost; Schmeil, O. -
https://www.flickr.com/photos/
biodivlibrary/6099379161, wikimedia

Dan is er nog de gele dovenetel; daar zijn ook twee soorten van: de bontbladige (geel met witte vlekken), een cultuurplant die vaak verwilderd voorkomt in de natuur. Die zie je in het filmpje van deze week. Er is echter ook een nog een wilde variant, die in ons land beperkt te vinden is: alleen in Zuid-Limburg, een deel van de Achterhoek en Oost-Twente. Dat is een schaduwplant die veel in loofbossen voorkomt, op plaatsen waar de lichthoeveelheid maar een kwart is. Ik zag ze in Limburg overigens ook onder heggen langs holle wegen. Maar die variant zie je dus over een tijdje in de filmpjes uit Limburg. 

Tenslotte nog de naam: de netel is 'doof' omdat hij niet prikt zoals de brandnetel. Bekijk in de film door hier te klikken.



vrijdag 13 mei 2022

Een romantische ochtend in het zwanenmeer

Voorspel voor de paring

Na mijn middagbezoek aan het zwanenmeer (zie vorige blog) besloot ik een keer in alle vroegte te gaan filmen. De zon komt namelijk achter het plasje op, dus ik bedacht dat dat mooie tegenlichtopnamen kon opleveren. Na enkele bewolkte ochtenden, was er een heldere zonsopgang voorspeld. In het donker reed ik naar het vogelplasje met de kijkhut. Het aantal zwanen was niet zo groot als tijdens mijn eerste bezoek. In de verte dreven enkele vogels. Maar al snel deden de aantallen er niet meer toe, want een paartje begon elkaar het hof te maken. Nu eens om en om en dan weer volledig synchroon dipten ze hun snavels in het water, met sierlijke bewegingen. Uiteindelijk paarden ze, waarna ze hun band bevestigden door uit het water op te rijzen en knus tegen elkaar aan te vlijen. Daarna was het tijd om te rusten, badderen en de veren te poetsen. Inmiddels was nog een flinke groep jongelingen aan komen vliegen, dus ook met de aantallen kwam het goed.

Ik hoef er deze keer niet veel woorden aan te wijden, je moet er vooral zelf naar kijken.

Klik hier om het filmpje te zien.  



vrijdag 6 mei 2022

Een zwanenmeer - met zijn allen op een kluitje

In de plas bij de vogelhut in het Spookverlaat houdt zich momenteel een flinke groep knobbelzwanen op. Zo veel dat je met recht kunt spreken van een zwanenmeer. Knobbelzwanen staan bekend als zeer territoriale broedvogels maar in hun eerste levensjaren, tijdens de rui en in de winter houden zij er vaak een meer sociale levenswijze op na. Nadat jonge knobbelzwanen in september vliegvlug zijn geworden blijven ze vaak nog enige tijd bij de ouders in het territorium. In de loop van de winter worden ze door de ouders verjaagd. De jongen verzamelen zich dan in groepen, samen met knobbelzwanen die nog geen territorium bezitten, zoals sub-adulte vogels. Jonge zwanen herken je aan de laatste vegen grijs in het verenkleed en een roze snavel. Zo'n groep kreeg ik voor de lens op een zonnige lentedag. Toch werd er hier en daar geflirt, een teken dat er ook zwanen in de groep zwommen die al uit zijn op een serieuze verbintenis, daarover de volgende keer meer. Knobbelzwanen hebben door hun omvang weinig natuurlijke vijanden. Als ze als jonkie niet gepakt worden door een snoek of ander roofdier, dan vormt een strenge winter met dichtgevroren wateren hun voornaamste levensbedreiging. Daar komt nog een ander aspect bij. Sinds de jaren 90 is bekend dat knobbelzwanen hun legdatum en legselgrootte laten afhangen van de gemiddelde temperatuur in de winter voorafgaand aan het broedseizoen. Na een koude winter leggen veel vrouwtjes later of zelfs helemaal niet. Aangezien we al lang geen strenge winters meer hebben gehad, zie ik de knobbelzwanenstand hier in de polders elk jaar toenemen. 

Het zwanenmeer

De meeste Nederlandse knobbelzwanen komen voor in de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland. Dit heeft twee oorzaken: de voorkeur van de vogels voor veenweidegebieden en de zwanendriften uit het verleden. Vroeger werden in het boerenland geleewiekte (leewieken = kortwieken van de vleugels waardoor de vogels niet meer kunnen vliegen) knobbelzwanen gehouden voor de handel en productie van vlees en veren. Toen het fokken van zwanen steeds minder lucratief werd, werden de jongen niet meer gevangen of geleewiekt. Ze vestigden zich in de buurt en vormden daarmee de basis voor de nu vrij levende populaties. Tot en met mei kunnen grote groepen onvolwassen knobbelzwanen (tot 5 jaar) rondzwerven en foerageren op graslanden, percelen met wintergraan en koolzaadvelden. Hierbij kunnen ze belangrijke schade veroorzaken door vraat, vertrapping en bevuiling. De omvang van de fouragerende groepen varieert van enkele zwanen tot meerdere tientallen, tot 90 aan toe. In de zomer  vertrekken ze naar groot, open water om vervolgens in het najaar, als de waterplanten niet meer groeien, terug te keren naar de binnenlanden. 

Behalve knobbelzwanen verbleef er op het eilandje in de plas een stelletje nijlganzen met jongen. Flink wat grauwe ganzen maakten er toilet. Eén paartje maakte daarbij vlak na elkaar een soort koprol in het water, gedrag dat ik nooit eerder had gezien, maar dat er heel vermakelijk uit zag. Let er maar eens op in het filmpje!  

Klik hier om het filmpje van deze week te bekijken.   


In mijn volgende blog: een romantische ochtend in het zwanenmeer. 


dinsdag 3 mei 2022

Maai Mei niet

De meimaand is begonnen en ik wil daarom aandacht vragen voor een actie die is overgewaaid uit het Verenigd Koninkrijk en België: Maai Mei niet. Doel van het geheel is dat je gedurende de meimaand (een deel van) je gazon niet maait, zodat er wilde bloemen kunnen groeien. Ze leveren nectar die insecten broodnodig hebben. Ik weet niet hoe het bij jullie is gesteld, maar in mijn tuin zie ik elk jaar minder zweefvliegen, wilde bijen en hommels. Als we vroeger buiten zaten, hoorde je het heerlijke gegons van deze kleine beestjes, maar het wordt wat dat betreft steeds stiller in de tuin. Om ons heen worden meer en meer tuinen versteend. Stichting Steenbreek, samen met de Bijenstichting en Flora van Nederland initiatiefnemer van de meimaandactie, probeert hier al jaren iets aan te doen onder het motto: steen eruit, plant erin. De tuinen die grenzen aan de onze zijn erg verschillend: twee maal groen en twee maal steen - waarvan één zelfs met kunstgras :(. Onze kleine voortuin wordt trouwens al jaren in het voorjaar niet gemaaid om de blauwe druifjes, narcissen maar ook veel wilde bloemen zoals speenkruid, hondsdraf en vogelmuur ruim baan te geven in een tijd dat er nog weinig andere bloemen bloeien. 

Een maand niet maaien voor een bloemenweelde en insectenvoedsel

Alle gazons in Nederland samen hebben een oppervlakte van 11.000 voetbalvelden. Als we die niet maaien, dan creëren we samen een gigantisch bijenbuffet. De paardenbloem biedt voedsel aan maar liefst 27 soorten solitaire bijen! Ook jouw gazon kan meedoen, zonder al te veel moeite , er zitten meer planten in je gazon dan gras alleen. Die komen tot bloei zodra je een (gedeelte van) je gazon niet maait. Daar profiteren bijen en vlinders van. Niet alleen particulieren kunnen meedoen, maar gemeenten worden nadrukkelijk ook opgeroepen om de maaimachine een maandje in de schuur te laten. Gemeenten spelen bij het verhogen van de biodiversiteit een belangrijke rol met de bermen en groenstroken die een enorm areaal vormen. Dat gaat over vele duizenden strekkende kilometers: circa 140.000 kilometer bij wegen, 17.500 kilometer bij dijken en ongeveer 3000 kilometer langs het spoor.

Om deze blog te illustreren heb ik gefilmd in de berm langs een wetering. Madeliefjes, boterbloemen, pinksterbloemen, paardenbloemen en smalle weegbree waren zo maar wat soorten die ik zag uit het lijstje dat ook in je tuin kan bloeien. Het was helaas een kille dag, dus de insecten lieten verstek gaan. Als je van een biljartlaken houdt is dat misschien niks voor jou, maar die hebben we hier in het Groene Hart al genoeg, met al die saaie groene weilanden. 

Je kunt meteen aan de slag gaan vanuit je luie stoel, namelijk door deze keer niet in actie te komen en de maaier en jezelf een maand rust te gunnen.  Als tuinbezitter kun je ook een stapje verder gaan en je gazon aanmelden via de website. Je ontvangt gelijk leuke tips om mee te doen. En tel het laatste weekend van mei jouw kruidachtige planten in een vierkante meter van je gazon en geef deze aan de stichting door, zodat de Bijenstichting jouw nectarscore kan berekenen. Met alle resultaten van Nederland weten we na deze maand wat er groeit in onze omgeving en hoeveel extra bijen we in mei helpen overleven. Aanmelden kan via deze site. Een overzicht van planten en insecten die in je gazon voor kunnen komen (afhankelijk van je grondsoort) vind je door hier te klikken

Bekijk het bermbloemenfilmpje van deze week door hier te klikken