Posts tonen met het label dodaars. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dodaars. Alle posts tonen

dinsdag 28 januari 2025

Middelste zaagbek buiten zijn comfortzone

Op het moment dat ik deze blog schrijf zijn 2088 vogelaars uit binnen- en buitenland naar Texel getrokken om een brileider te bekijken; een soort die normaal leeft in de Beringzee bij Alaska en die zich zelden in Europa laat zien. Zeker niet zo zuidelijk als Nederland. Na ruim twee weken (de vogel zit er nog steeds) is er een t-shirt met de brileider te koop en komen er zelfs Amerikanen op af (ik zou denken dat de Beringstraat voor hen dichterbij is :). 

Brileider man en vrouw
Foto Alan Schmierer - https://www.flickr.com, Wikimedia

Ik ben geen twitcher, ofwel iemand die alles uit zijn handen laat vallen en meteen in de auto springt als er ergens een zeldzame soort is gesignaleerd. Ik las dat iemand zijn vakantievlucht had geannuleerd om naar Texel af te reizen om de brileider aan zijn (95% van de twitchers zijn mannen) soortenlijstje toe te voegen. 
De site Bird Spot definieert het begrip als volgt: A twitcher is someone who goes to extraordinary lengths to see new bird species. While most bird watchers are content to spot birds in their local patch or whatever they encounter while out in the field or on their travels, twitchers actively hunt down rare or elusive birds, often to tick them off on their life list.
For some twitchers, their pursuit turns into an all-consuming obsession akin to competing in an Olympic sport. It can involve extensive travel, constant monitoring of birding hotspots, rare bird alerts, apps, and websites, and networking with fellow twitchers. In extreme cases, twitchers have even been known to charter aeroplanes to track down a target species.
Hardcore twitching can come at a cost – not just financially but emotionally. It can strain friendships, ruin marriages, jeopardise jobs, and drain bank accounts, all in the name of spotting that one elusive bird.

Uit Trouw 14 januari 2025

Niks voor mij dus :), al was het maar omdat er zoveel mensen op één plek staan, praten en ander lawaai maken. De natuur verken ik het liefst in alle rust.  

Wat heeft dit alles met de titel van mijn blog te maken? Wel soms is er een buitenkansje in een 'local patch' zoals Bird Spot het noemt. In de plaatselijke zandwinplas houdt zich een middelste zaagbek op. Dat is een soort die ik eerder gezien heb, maar altijd op zee, ver weg en regelmatig verdwijnend achter de golven. Je herkent 'm aan zijn kleine kop met 'punkkapsel' en een smalle rode snavel. Ze hebben een voorkeur voor zout en brak water en overwinteren op zee. Hoewel enkele paartjes tot broeden komen in Nederland is het toch vooral een schaarse wintergast. En nu dook die dus op in onze buurt waar we hem op relatief korte afstand eens goed konden bekijken. Helaas was het erg grauw weer toen we de mooie vogel door de telescoop bekeken. Om te filmen moest ik nog eens terugkomen als de lichtomstandigheden beter waren. Dat lukte later in de week.

Middelste zaagbek in een sprankje zon

Aanvankelijk zat de zaagbek ver op de plas en lag te rusten tussen kuifeenden. Toch zag ik dat de wapperende haren van de zaagbek verschilden van het kuifje van de eenden. Ik liep een rondje door het heempark en na een koffie met appelgebak besloot ik nog eens te kijken waar de zaagbek uithing. Hij was een stuk dichter bij de kant gekomen en ik kon hem nu beter filmen, eerst zijn silhouet in tegenlicht terwijl hij naar eten dook en daarna met een sprankje zon tijdens het verzorgen van de veren. 
Zaagbekken danken hun naam aan de fijne tanding in de snavel. Deze dient om goed grip te hebben op watervlugge gladde vissen. Hij vangt er ook kreeftachtigen, wormen en insecten mee. Heel soms staat er een stukje groenvoer op het menu. 

Middelste zaagbek

In het filmpje (klik hier) zie je de middelste zaagbek, naast baltsende aalscholvers en een duikende dodaars. Je ziet zijn doddige kontje goed, daar ontleent de dodaars zijn naam aan, zoals ik eerder beschreef in deze blog. Al met al kan een lokaal stukje natuur dus ook verrassingen bieden.



zaterdag 28 maart 2020

Een doddig aarsje - What's in a name

Dodaars in zomerkleed
Foto: By Charles J Sharp
sharpphotography, CC BY-SA 4.0, wikimedia
Het heeft lang geduurd eer ik het dodaarsje aan jullie kon voorstellen. Onze kleinste fuut is een schuw watervogeltje dat vaak niet meer dan 5 seconden boven water zwemt en dan weer onderduikt. Al weer enige weken geleden is het met veel geduld dan toch eens gelukt. Vele stukjes film met alleen waterkringen of belletjes zijn in de prullenbak beland, maar in enkele shots kun je het doddige vogeltje dan toch aanschouwen. Dodaars niet zo'n voor de hand liggende naam, daarom ben ik eens in de vogelnamen gedoken. Henk Blok en Herman ter Stege hebben daar als hobbyende vogelliefhebbers een studie naar gedaan. De wetenschappelijke naam van alle futen is Podicipedidae. Dit betekent aarspotigen, ook wel aarsvoetigen. Aars betekent achterwerk en de poten van alle futen zitten daar dichtbij. Zo kunnen ze op en onder water uitstekend 'uit de voeten', maar lopen op het land is een stuk moeilijker. De wetenschappelijke naam van de dodaars is Tachybaptus ruficollis, dat betekent roodbruinhalzige snelle duiker. Dat 'snelle duiker' kunnen we hier in Nederland wel vaststellen, maar dat 'roodbruinhalzige' zien we minder vaak. Dat is namelijk de kleur van het zomerkleed en de meeste dodaarsjes overwinteren alleen in Nederland. Dan is hun verenkleed een stuk soberder.

Donzig achterwerk
De naam dodaars is gelinkt aan het donzige achterwerk (dod = dot = pluk), dat is in de film goed te zien. Lokaal zijn er nog allerlei varianten op die naam. Hier in het Reeuwijkse Plassengebied wordt de vogel ook wel aangeduid met Dodde(gatje), Fladdergatje of Paddegatje. In Zeeuws Vlaanderen vinden ze het achterwerk op grassprietjes lijken, vandaar de naam Vasje of Vazzetje, dat graszode betekent. De Friezen hebben hun lokale namen juist weer gebaseerd op de meer algemene futennaam: Arsevoet, Earsfutteltsje, Earsfuttel(er) (dit betekent aarsdribbelaar). Ook de volksnaam Poot in ‘t Gatje geeft aan dat dit te maken heeft met de ver naar achteren staande poten. De Limburgers noemen het beestje Duikertje.
'Poot in 't Gatje'
By Baldamus, Blasius, Naumann,
Sturm, - wikimedia

Hagelzakje
In de 18e eeuw werd de gelooide huid van de vogels door jagers gebruikt om er een zakje voor de hagel van de jachtpatronen van te maken. De (Noord/Zuid)Hollandse naam Hagelzakje verwijst hier naar, evenals Kleine Aegelzak uit Zeeland en de naam Lerenkontje. Dat is ook het geval met de naam Pookske. Deze benaming is afgeleid van het Brabantse woord pook, dat o.a. zak, buik of lijf betekent. De Friese naam Lytse Hjerringslynder (‘kleine haringsnoeper’) moet niet al te letterlijk worden genomen. De vogel voedt zich voornamelijk met kleine visjes, insecten en larven. Daar is-ie vast op naar zoek in de film van deze week. Laat je oog vallen op dit snelle duikertje zou ik zeggen. Andere vogels in de film laten hun oog op jou vallen, zoals het smaragdgroene oog van de aalscholver, de gele ogen van de kuifeend die een beetje scheel lijkt te kijken en het priemende oog van een waakzame broedende reiger. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien.