vrijdag 25 maart 2022

Een overstroming en een zingende leeuwerik

De februaristormen waren nog niet zo lang geleden over Nederland getrokken toen we aan het eind van die maand afreisden naar Texel. De Slufter heeft een open verbinding met zee en overstroomt zo nu en dan, meestal als er sprake is van de combinatie van hoog water en springtij. Deze keer zorgden alleen hoog water en wind ervoor dat de hele Slufter volliep. Na zo'n watermassa ligt er veel (plantaardig) aanspoelsel bij de duinenrij en heeft alles weer even een douche met zeewater gehad. Daarom groeien hier planten die tegen een drupje zout  zijn bestand (lees mijn eerdere blogs over de Slufter door hier te klikken). Anderhalve week na de overstroming stond er nog veel water in het gebied. De vegetatie was erg geel, maar de lucht was blauw en daarmee de poeltjes zeewater ook. Boven de Slufter zongen veldleeuweriken hun vrolijke voorjaarslied. Ik had ze nog nooit zo vroeg in het jaar gehoord, maar een blik op liveatlas.nl liet me zien dat de leeuweriken er niet vroeger bij waren dan anders. De piek lag in voorgaande jaren eind februari, maar dit jaar werd het merendeel van de waarnemingen midden maart gedaan. Afijn, deze leeuwerikjes in de Slufter 'hielden zich aan de kalender' en waren eind februari ter plaatse. Hun zang en het opstijgen in de lucht is bedoeld om vrouwtjes te imponeren.

Waarnemingen van veldleeuweriken in Nederland
Bron: liveatlas.nl

Vanaf eind maart maken ze een nestje in het open veld, goed verborgen tussen de vegetatie. Zo'n nestje bestaat uit 2-5 eitjes die veertien dagen bebroed worden. Na iets meer dan een week verlaten de jongen het nest, maar ze kunnen dan nog niet vliegen. Tien dagen later gaan ze op de vleugels. De ouders zijn al met al anderhalve maand zoet met zo'n nestje. Toch hebben ze dan nog energie voor een tweede of zelfs derde legsel. 

Nestje van een veldleeuwerik
Foto: Matthias Buschmann CC BY-SA 2.5 wikimedia

Verder zagen we in de Slufter nog een eenzame lepelaar en een graspieper (dat is de vogel op het paaltje in de film), die een beetje op de veldleeuwerik lijkt en ook broedt in de duinen. Hij is daar een belangrijke waardvogel voor de koekoek, dat wil zeggen dat de koekoek graag haar eieren in een graspiepernestje legt. Als broedvogel is de graspieper sterk achteruitgegaan, maar deze piepers zijn in de trektijd nog regelmatig te zien. 

Bekijk het Slufterfilmpje door hier te klikken



vrijdag 18 maart 2022

Bijzondere vogels in het haventje van Oudeschild (Texel)

Een belangrijke reden om Texel te bezoeken is voor ons de hoeveelheid vogels die je daar redelijk makkelijk kunt spotten. Zowel het aantal soorten als de aantallen per soort verbazen ons elke keer weer. We zijn geen soortenjagers per sé, dus we nemen niet meteen de boot als er een bijzondere vogel is gespot. Maar nu we er toch waren, zijn we naar de haven van Oudeschild gereden omdat er een paar bijzondere vogels waren neergestreken; een zwarte zeekoet, enkele zeekoeten, een paartje middelste zaagbekken en een geoorde fuut. Na een eerste verkenning op een regenochtend, waarbij we de zaagbekken en de zeekoeten van dichtbij zagen, gingen we de volgende dag nog eens terug (nu met camera). De zaagbekken hadden hun heil even elders gezocht, maar de zwarte zeekoet liet zich filmen en de zeekoeten ook. Later kreeg ik ook de geoorde fuut voor de lens. Om met die laatste te beginnen: in februari 2019 zagen we een geoorde fuut in winterkleed in de Reeuwijkse Plassen (lees dat blogje door hier te klikken). Maar op zo'n moment is er van dat 'geoorde' niet veel te zien. Tot mijn verbazing was deze geoorde fuut al behoorlijk op kleur en rond zijn kenmerkende rode oog prijkten al de goudgele veren waar hij zijn naam aan dankt. 

Geoorde fuut
Foto: Andreas Trepte - Own work, wikimedia

De zwarte zeekoet die we zagen was nog in winterkleed, dan is-ie een stuk minder zwart dan zijn naam doet vermoeden. De rode poten zijn heel opvallend (je ziet ze in de film als de zwarte zeekoet duikt). De Vogelbescherming schrijft over deze vogel: anders dan de andere Europese alkachtigen is de zwarte zeekoet in prachtkleed geheel zwart, met uitzondering van een witte vlek op de bovenvleugel. Daarnaast heeft de zwarte zeekoet geen steile kliffen nodig om op te broeden, een rotsige kust is al voldoende. In Nederland zal je zwarte zeekoeten niet snel tegenkomen, ondanks dat ze vlakbij - in Denemarken - broeden. ’s Winters blijven zwarte zeekoeten vaak in de buurt van hun broedgebied en komen ook dan zelden onze kant op. Dat we er toch eens een in onze wateren zagen was dus een buitenkansje. 

Zwarte zeekoet in zomerkleed
Foto: Scottish Government - wikimedia

Ook de drie zeekoeten die in de haven zwommen waren in winterkleed, maar al met al waren ze in hun winterse verenjasje zwarter dan de zwarte zeekoet :). Zeekoeten broeden niet in Nederland, maar zijn hier in de winter wel met regelmaat te zien in de kustwateren. Ze overwinteren op zee en komen eigenlijk alleen aan land om te broeden. Ze maken geen nest, maar leggen hun (enige) ei op een richel van een steile rotswand in broedkolonies langs de kust van Engeland, IJsland en Noorwegen. Na een broedtijd van een ruime maand en drie weken bivakkeren op de richel springen de jongen met honderden tegelijk naar beneden. De jonkies kunnen dan nog niet vliegen, dus ze dobberen eerst nog een tijdje op zee. De ouders ruien in die tijd en zijn dan ook niet in staat om op te stijgen van het water. 

Zeekoeten op een klif
Foto: Lesbardd - Own work, wikimedia

Bekijk de verschillende waarnemingen in de Texelse haven door hier te klikken



vrijdag 11 maart 2022

De sneeuwklokjes van Texel

We komen al zo'n jaar of twintig met enige regelmaat op Texel, maar blijkbaar waren we er niet eerder in de tijd dat de sneeuwklokjes massaal bloeiden. Tijdens ons recente bezoek aan het eiland las ik in het Texelkrantje dat er in het bos de Dennen veel van deze mooie bloemetjes bij elkaar groeien. Dat moest ik natuurlijk zelf gaan zien. 

Sneeuwklokjes op Texel langs het fietspad

Vorig jaar schreef ik al eens een blog over sneeuwklokjes naar aanleiding van een wandeling langs de Platsbeek (klik hier). Daarin kun je lezen welke speciale voorzieningen het plantje heeft om te kunnen bloeien in zo'n koude periode. Vandaag zal ik iets meer vertellen over hoe de sneeuwklokjes in zo grote getalen op het eiland terecht kwamen. Zoals ik ook al in mijn eerdere blog schreef, komen sneeuwklokjes niet van nature voor in Nederland. Alle bolletjes zijn ooit door mensen hier geïntroduceerd. Meestal was dat bedoeld om tuinen van landgoederen of kloosters te verfraaien. Op Texel werden de bolletjes echter commercieel geteeld. In Frankrijk groeiden de sneeuwklokjes in overvloed in de bossen langs de Loire. Omdat ze daar zowat als onkruid werden beschouwd, mocht iedereen de bolletjes uitgraven. Texelaars vertrokken in de jaren 50-60 van de vorige eeuw met busjes richting Frankrijk en kwamen beladen met sneeuwklokjes terug. Sneeuwklokjes bloeien graag in het bos. De Dennen, een bos dat in het begin van de vorige eeuw was aangeplant op Texel voor de houtproductie, was een ideale groeiplaats. Omdat er voorlopig nog geen hout geoogst kon worden, wilde Staatsbosbeheer wel enkele percelen in het bos verpachten voor de bollenteelt. Dat was overigens al eens eerder geprobeerd, maar die eerste poging was niet zo succesvol. Een stuk elzenbos bij de Ploegelanden van 0,7 hectare werd per 1 september 1932 voor 55 gulden per jaar verpacht aan mevrouw Schilpzand-Nieuwenhuis. 

Sneeuwklokjes

De teelt of verkoop ging blijkbaar niet goed want op 6 maart 1936 werden de sneeuwklokjes publiek geveild vanwege achterstallige pacht. De teelt die vanaf de jaren 50 op gang kwam bloeide tot 1980. Toen bepaalde Staatsbosbeheer dat De Dennen natuurlijker beheerd zouden worden. Niet de houtproductie maar de natuurwaarden van het bos stonden vanaf dat moment voorop. De sneeuwklokjesteelt paste daar niet meer bij, mede omdat daarvoor de bodem bemest moest worden. De kwekers kregen nog een paar jaar de tijd om zo veel mogelijk bollen te oogsten. Blijkbaar is niet alles geoogst want door de resterende bolletjes, die zich hebben vermeerderd kun je aan het eind van de winter nog steeds genieten van een wit tapijt tussen de bomen. Er is trouwens nog steeds een sneeuwklokjesbollenteler op het eiland, in de buurt van Den Hoorn, die vele verschillende variëteiten kweekt. Maar niet meer in de bossen dus. Ik filmde de sneeuwklokjes op een zonnig moment. De dag ervoor had het flink geregend, dus er hing een lichte waas van nevel in het bos. Vogelzang klonk rond om ons, vooral de roodborstjes lieten zich horen en zien (plus 'n groenling). Het was met recht een sprookjesachtige sfeer daar. 

Bekijk de Texelse sneeuwklokjes door hier te klikken.


 

vrijdag 4 maart 2022

Bloemen lijken te horen met hun blaadjes

De eerste bloemetjes van het gevlekt longkuid in onze tuin. 

In onze tuin op het noorden verschijnt eind februari een streepje zon. Dik ingepakt heb ik een uurtje genoten van deze eerste stralen en de tuin in ogenschouw genomen. Een lieveheersbeestje ontwaakte en zat, net als ik, in het zonnetje. Ook een vuurwants scharrelde al over de aarde. De eerste paarse en lila bloempjes van het longkruid stonden in bloei, altijd een mooi moment. Want dan duurt het niet lang meer of de hommelkoninginnen ontwaken uit hun winterslaap. Hun lage gebrom is een lust voor mijn oren. Maar deze middag bleef het nog stil. Op de site van New Scientist las ik dat bloemen kunnen 'horen' dat bijen naderen om vervolgens hun nectar vliegensvlug zoeter te maken. Onderzoekers van de universiteit van Tel-Aviv onderzochten dit met teunisbloemen. Ze verzamelden nectar voor en nadat de bloemen blootgesteld werden aan diverse geluiden, waaronder bijengezoem. Al drie minuten nadat de bloemen bijengezoem (of geluiden van een vergelijkbare frequentie) hadden opgevangen werd de nectar zoeter: er zat maar liefst 20% meer suiker in. Bijen zijn erg gevoelig voor zo'n suikerrijke beloning, ze blijven als 'dank' langer bij de bloemen en bezoeken ook meer bloemen van dezelfde soort. Dat betekent in het algemeen dat die bloemen beter bestoven worden. 

Het onderzoek werd uitgevoerd met teunisbloemen
By Bentham-Moxon Trust.; Curtis, 1827-1927 wikimedia


Voor de plant betekent het regelen van het suikerniveau een energiebesparing, want ze hoeven niet continue op topniveau te produceren. Ook komt de nectar niet in verkeerde handen, zoals van mieren die niet van belang zijn voor de bestuiving. 

Hoe de planten dan precies merken dat er bijen zijn, is nog niet helemaal ontrafeld, maar de bloemblaadjes vibreren als er bijengeluid klinkt. De onderzoekers denken dat bloemblaadjes geluidsdruk opvangen zoals wij met onze trommelvliezen. Eerder was al eens vastgesteld dat planten trillingen kunnen waarnemen van rupsen die het op hun blaadjes voorzien hebben. Daarop reageren ze door vliegensvlug gifstoffen te produceren. 

Tenslotte bestaat er ook nog zoiets als zoembestuiving: de planten die daar gebruik van maken, kunnen hun stuifmeel alleen goed afgeven als bijen ze laten vibreren op een specifieke frequentie.