zaterdag 3 oktober 2020

Hoe de putter aan zijn naam komt

In de nazomer wandelden we een rondje over het landgoed Ingendael, in de vroege ochtend, voordat het te warm zou worden. Veel planten waren al uitgebloeid en hadden zaad in de aanbieding waar putters gretig gebruik van maakten om hun maagjes te vullen. Ze buitelden aan de slappe stengels en een jonkie werd helemaal bedolven onder het vruchtpluis van een akkerdistel. 

Putter

Ik was blij dat ze hier in alle vrijheid rondvlogen, want helaas worden er ook putters in kooitjes gehouden en de zogenaamde putterkooien worden op marktplaats nog aangeboden. Al in de Romeinse tijd werden deze kleurrijke vogeltjes met hun welluidende zang achter tralies gezet. Ergens in de eerste helft van de 19e eeuw werd vermeld dat de putters vooral tijdens de trek werden gevangen onder slagnetten. Het feit dat erbij geschreven staat dat 'het vleesch goed van smaak is', doet vermoeden dat de beestjes niet alleen in kooitjes verdwenen maar ook in de pan. Maar waarom heten de vogels puttertjes? Dat heeft te maken met het gemak waarmee de vogels kunstjes kunnen leren. Ze moesten werken voor hun eten en drinken. En daar komen die puttenkooien in beeld. Aan de zijkant van de kooi was een uitbouw met een gat aan de onderkant. Naast het gat hing een klein emmertje of vingerhoedje aan een kettinkje, dat reikte tot in een waterreservoir. De putter moest zijn drinken met snavel en pootjes naar boven takelen met het kettinkje. Aan de andere kant was er een soortgelijke constructie met een hellingbaan, waarover het puttertje een wagentje/sleetje met voer zijn kant op kon trekken. Vooral de Nederlandse vogelhouders lieten de putters werken voor de kost. Veel putterkooien waren rijk versierd en duur, het bezit ervan duidde op een zekere welstand. In de duurste varianten waren het emmertje en sleetje van zilver gemaakt. 

Putterkooi, foto Henk van Rijswijk

Misschien hielp het om de verveling in de kooitjes te verdrijven, maar ik zie de putters liever in het vrije veld. Je kunt de rest van onze wandeling in het filmpje zien; langs de bosrand met de Geul en over de bloemenweide waar we nog een paartje roodborsttapuit tegenkwamen. Het zijn typische vogels van open, droge terreinen met veel planten en een enkele struik. Rond deze tijd trekken ze naar Zuid-Europa of Noord-Afrika om in februari weer terug te keren naar ons land. Klik hier om het filmpje te bekijken. Let op: ook deze keer is er een bonusfilmpje; wederom een verslag vanuit mijn stadsparkje, daarover hieronder meer. 



In het stadspark zag ik op een ochtend een volwassen blauwe reiger in prachtig licht. Hij stond te azen op een visje in de sloot. Ik zag niks anders dan de reflectie van huizen in het water, maar de reiger had toch een succesvolle jacht. Hoe dat kan, heb ik al eens uitgelegd in mijn blog van 14 maart van dit jaar. Bekijk het parkfilmpje door hier te klikken; door de rust van het kabbelende water en andere beweging is het een echt zenfilmpje geworden :). 



Geen opmerkingen: