woensdag 1 juli 2020

De nestjes van de winterkoning

Jonge winterkoning
Soms ga ik op pad met mijn camera en lijkt er ogenschijnlijk weinig te gebeuren in de natuur. Dan denk ik: vandaag kom ik met lege handen thuis. Maar dat gebeurt eigenlijk nooit. Ook deze ochtend had ik geluk. In het achterste, wat 'wildere' deel van het park hoorde ik gepiep opklinken uit vogelkeeltjes. Ik tuurde tussen de bladeren door en zag op een tak drie jonge winterkoninkjes die zaten te bedelen om voedsel. De inderhaast opgestelde camera registreerde het niet helemaal scherp door de drukke voorgrond, maar ik heb het shot toch maar in de film opgenomen. Het was mijn eerste waarneming van winterkoningkleintjes. Twee verdwenen snel in de ondergroei, maar de grootste durfal bleef nog even zitten terwijl er achter mij gefietst en gewandeld werd (met hond en al). Dat vogeltje kreeg ik wel scherp in beeld. De winterkoning heeft veel familieleden in de subtropische delen van Amerika, die bekend zijn om hun prachtige zang. Dat onze winterkoning er ook heel wat van kan, heb je in een eerder filmpje uit het park gezien. Hij produceert een groot volume, voor een vogel die het gewicht van twee A4-tjes heeft. Ik had meerdere winterkoningen in het park gehoord en minstens één heeft er dus een nestje gebouwd en nakomelingen voortgebracht. Dat betekent dat er meerdere nestjes in het park te vinden zijn, want een winterkoning neemt geen genoegen met één nest. Mannetjes en vrouwtjes bouwen meerdere nesten, niet alleen dat ene, waarin ze uiteindelijk hun eieren zullen leggen. De nesten, die niet voor het grootbrengen van de jongen dienen, worden speelnesten genoemd. Ze zijn niet zo goed en zorgvuldig bekleed als het 'echte' nest.
Foto: Sonja Kübelbeck,
CC BY-SA 3.0, wikimedia
Een winterkoningnest is in verhouding tot zijn bewoners verwonderlijk groot. Het is kogelrond met een ingang opzij, meer een hol dus. Het is gemaakt van mos en bladeren en is daardoor heel moeilijk te ontdekken in een natuurlijke omgeving. Het is een ingenieus weefsel van takjes en dorre blaadjes, mossen en korstmossen. Die bestanddelen zijn daarbij zo kunstig en stevig samengevoegd, dat het er uitziet alsof ze aan elkaar zitten vastgelijmd. De vederlichte vogeltjes moeten ontelbare keren wegvliegen en met een halmpje of blaadje in de snavel weer terugkomen om dit kunstwerkje te voltooien. Een winterkoningnest kun je zowel in boomkruinen vinden als ergens beneden op de grond, maar ook in holen in de grond, in gaten in bomen of muren, in rotsspleten, onder daken van huizen, in struikgewas of in hagen en houtstapels.  En de broednesten zijn daarbij van binnen ook nog heel mooi en zacht met witte veertjes bekleed! Jonkies keren nog lange tijd naar zo'n nest terug om er te slapen of te schuilen bij slecht weer, tot ver in de winter. In heel koude winters gaan de ouders er ook nog schuilen. Toch heb ik de kleine winterkoninkjes er niet meer gezien in de buurt. Ik heb dus gewoon geluk gehad en volop genoten van die paar ogenblikken dat ik ze kon bekijken. Inmiddels was de zon hoger geklommen, ze scheen prachtig door de bladeren. Op open plekjes zoemden insecten op de bloemen van braam en kornoelje. Hommels hadden de stuifmeelkorfjes op hun schenen behoorlijk gevuld en torsten heel wat extra gewicht mee. Dat kan oplopen tot één derde van hun lichaamsgewicht. Bekijk het allemaal in het filmpje van deze week door hier te klikken.



Geen opmerkingen: