De zang van een roodborst wordt vergeleken met een watervalletje |
Bij 0:00 seconden start de film met het 'pompende' liedje van de koolmees. Deze vogel maakt in totaal zeventig (!) verschillende geluiden, maar dit is het meest kenmerkende in de broedtijd.
Op 0:17 seconden zie je de putter in beeld, hij is te druk met eten om te zingen. Putters leven het grootste deel van het jaar in groepjes en als ze vliegen maken ze een 'kwebbelend' geluid.
Om 1:01 komt de etende spreeuw in beeld en vanaf 1:10 hoor je op de achtergrond het gekwetter van zijn soortgenoten in de buurt.
De houtduiven (vanaf 1 minuut en 30 seconden) verzamelen in alle stilte zaden, ze pikken onder andere eikels leeg.
Vanaf 1:58 hoor je het kabbelende geluid van de roodborst en snel daarna zie je hem zingen in een struik. Dit geluid kun je niet alleen in het voorjaar horen, zoals bij de meeste vogels. Roodborstjes zingen ook in de herfst en winter om hun territorium af te bakenen. Opvallend is daarbij dat zowel het mannetje als het vrouwtje roodborst zingen. Bij andere vogelsoorten zingt alleen het mannetje. Vogelaars omschrijven de zang van de roodborst wel als een 'watervalletje'. In dit geval hoor je, als je goed luistert, dat deze roodborst antwoordt op het gezang van een concurrent in de verte.
Op 2:33 is de heggenmus zichtbaar tussen de takken. Dit grijze vogeltje is geen familie van de huismus of de ringmus, heggenmussen vormen een aparte soort. Hij zingt telkens hetzelfde riedeltje, dat vogelaars omschrijven als een 'piepend wieltje'.
Bij 2:53 is een kraai bezig om een tak af te breken voor zijn nest. Een collega maakt het typische krakra-kraaiengeluid.
Een winterkoning heeft een krachtige zang en wordt daarom een blaasbalgje genoemd |
Bij de vallende bloesemblaadjes (3:38) hoor je opnieuw de zang van de koolmees (herkende je 'm al?) en meteen daarna het 'tjiftjaf' van de gelijknamige vogel die zijn scherpe zang de hele dag door blijft herhalen.
Bij 4:53 klinken de schrille kreten van de halsbandparkieten, die nectar van de bloesemblaadjes eten. En op 5:06 kweelt de tjiftjaf weer zijn lied, gevolgd door de koolmees.
Bij 5:22 begeleidt het geluid van de tjiftjaf en de winterkoning een gaai die een eikel opgraaft die hij als wintervoorraad verstopt had. Om 5:45 hoor je de kenmerkende schreeuw van de gaai. Gaaien maken allerlei opvallende geluiden tijdens de balts; daar kom ik in een latere blog nog eens op terug.
De finale van deze film (vanaf 6:20) is voor een klein vogeltje met een enorm volume: de winterkoning. Om die reden noemen vogelaars hem wel het blaasbalgje. Kijk hoe hij zijn tongetje uit zijn bekje kweelt door hier te klikken om de film te zien. Succes met het oefenen van de herkenning van de vogelzang!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten