donderdag 24 december 2020

Fijne feestdagen


In mijn 390ste blog, deze week een filmpje van een koude decembermorgen, met een dun laagje ijs op sommige sloten, rijp op half vergane bladeren, groen dat toch al weer omhoog piept, hazelaarkatjes die langzaam groeien en een paartje aalscholvers dat elkaars nabijheid zoekt. Over een paar weken zullen ze beginnen met het maken van hun nest. Een nieuw jaar ligt voor ons. Wat het brengen zal weten we niet. Ik wens jullie - ondanks alle beperkingen - fijne feestdagen en het allerbeste voor het nieuwe jaar. Natuurlijk zie ik je graag terug bij natuurnotities in 2021!

Klik hier om het filmpje van deze week te bekijken. 



zaterdag 19 december 2020

De berk is elegant en taai

In mijn jeugd vertoefde ik vaak in het Stammerderbos. Hoewel het in mijn ogen een 'groot bos' was, moet ik dat later met 'grote mensenogen' behoorlijk nuanceren. Er was een groot deel beplant met dennen en daarnaast kwamen er beuken, haagbeuken en esdoorns voor. Blijkbaar is ergens in de voorbije jaren een deel van de dennen gekapt en op die open plek is berkenbos ontstaan. Toen ik er een paar weken geleden was, stonden de berken met goudgele blaadjes te glanzen in het zonlicht. 

De berken in het Stammenderbos (L)

Berken zijn bij uitstek bomen die zo'n kapvlakte snel veroveren. In noordelijke streken zijn het de enige bomen die er kunnen groeien. Al weer heel wat jaartjes geleden reisden we door Rusland met de trans-Siberiëexpres en op de moerassige gronden in de koude streken zagen we eindeloze berkenbossen met af en toe een dorpje ertussen. 

Berken bij het Baikalmeer (2001)

Berken zijn de enige inheemse bomen in Groenland en IJsland en de zangeres Björk heet -vertaald in het Nederlands - 'Berk'. Nog noordelijker krimpt de berk tot struikformaat: de dwergberk probeert zich in de toendra staande te houden. In onze streken kennen we de ruwe berk, die ook wel zilverberk wordt genoemd. De ruwe berk heeft een bast die bij het ouder worden barst en donkere en lichte plekken vertoont. De takken hangen naar beneden. De zachte berk heeft lichte beharing op de takken en bladeren. De schors van berken is erg sterk en waterdicht, terwijl het hout snel wegrot. Als je afgevallen berkenstammetjes ziet liggen moet je er maar eens op letten: de witte schors is nog intact maar het stammetje is van binnen hol. Die waterdichte schors werd door de inheemse volken van Noord-Amerika en Scandinavië graag gebruikt om kano's mee af te werken en daken te bedekken. Ook werd de schors toegepast voor het maken van schoenen. De Lappen maken jassen en beenbekleding van de schors en de Zweden vlechten er tasjes en manden van. 

Schorsreepjes zijn teruggevonden in turf van honderden jaren oud en soms zelfs in versteend hout van duizenden jaren oud, onder andere in Siberië. Dat komt doordat de schors betuline bevat, een harsige kamferachtige en conserverende stof. Als je in de natuur om een vuurtje verlegen zit, kun je het beste op zoek gaan naar berkensnippers: omdat ze geen water opnemen vatten ze makkelijk vlam. 

De berken in 'mijn stadspark' waren al kaal toen ik er op een zonnige dag weer eens ging filmen. Er stond een stevige bries, de molenaar maakte daar dankbaar gebruik van om zijn molen weer eens aan het werk te zetten. Sinds de oplevering in 1797 bemaalt de familie Vrolijk van vader op zoon de Vrouwgeestmolen, al zes generaties lang. 

Klik hier om de film van deze week te bekijken. 



zaterdag 12 december 2020

Afgevallen bladeren zijn belangrijk voor een nieuw begin

Inmiddels zijn de meeste bladeren van de bomen gevallen. Ergens eind november, toen ik het filmpje maakte op een mistige dag, 'regenden' de eiken leeg. De blaadjes dwarrelden in snel tempo naar beneden. De mist nodigde uit tot een verstild filmpje in zwart/wit.


Die gevallen bladeren zijn ontzettend belangrijk voor het leven in de natuur, want zij vormen de basis van de kringloop en voeden bodembeestjes. Regenwormen en pissebedden eten dood organisch materiaal, in dit geval die bladeren dus. De regenwormen 'verhakselen' de bladeren en die kleine stukjes worden op hun beurt weer afgebroken tot anorganisch materiaal door bacteriën en schimmels. Dat is hun voedsel. Wat er overblijft nemen planten op. Met hun wortels zuigen ze de voedingstoffen samen met water naar binnen. Qua voedingsstoffen is het ene blaadje het andere niet. Dennennaalden bevatten minder voedsel dan bijvoorbeeld beukenbladeren. De planten die op zo'n bodem leven hebben zich hieraan aangepast en gaan zuinig om met de beschikbare voedingsstoffen. 

Afgevallen bladeren bevatten voedingsstoffen voor het bodemleven 

Veel bomen halen voedingsstoffen zoals stikstof uit hun bladeren voordat ze die afstoten. Juist stikstof is belangrijk voor het groeien van planten, dus onder zulke bomen zullen weinig planten groeien. Mocht je in de verleiding komen om de bladeren in je tuin op te ruimen, bedenk dan dat ze belangrijk zijn voor een gezonde bodem. Ook op het gras kun je ze maar beter nog even laten liggen. Ook daarin leven regenwormen die soms even naar boven komen om een blaadje de grond in te trekken en daar verder op te eten. Op je gazon laten de regenwormen hoopjes poep achter die boordevol nuttige stoffen zitten. Als je van een 'biljartlakengazon' houdt, moet je wellicht even een oogje dichtknijpen :). Op 5 december was het wereldbodemdag, georganiseerd door de FAO (de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) om het belang van een gezonde bodem te benadrukken. Ter gelegenheid van die dag hebben 1188 waarnemers in hun tuin het bodemleven bestudeerd. Vorig jaar stond het pissebed op nummer 1, maar door de droge zomer is die een plaats gedaald. In de onderzochte tuinen kwam de regenworm het meeste voor. In onderstaand plaatje zie je een samenvatting van het onderzoek.

Bron: bodemdierendagen

Klik hier om het filmpje van deze week te bekijken van het sfeervolle park in de mist.  





zaterdag 5 december 2020

Een kleurrijke vogel zonder veel kleur

Vorige week eindigde mijn blog met een raadsel. Na een heel verhaal over pigmenten en structurele kleuren gaf ik aan dat deze blog zou gaan over een kleurrijke vogel zonder veel kleur. Wel hier is-ie dan:

Foto: Joefrei - Own work, CC BY-SA 3.0, wikimedia

Ik zou willen dat ik deze foto zo had kunnen maken, maar ik ben blij dat het Joefrei wel gelukt is. Zo zie je de blauwe kleur van het verenpak heel mooi. Inmiddels weet je dat deze vogel niet echt zo blauw is (er zitten geen blauwe pigmenten in zijn verenkleed), maar wij zien de blauwe kleur doordat licht van de korte blauwe golflengte weerkaatst wordt door structuren in de veren. In feite is het een optische illusie, maar wel een hele mooie. 

Ik liep het park in om te filmen toen een man mij aansprak: 'Ik heb hier een paar dagen geleden een ijsvogel gezien'. Dat is altijd een bijzondere waarneming natuurlijk. Het is denk ik wel twintig jaar geleden dat ik in dit parkje een ijsvogel spotte. Dat was in een strenge winter, toen bijna alle water dichtgevroren was en er bij een duiker nog een beetje water open was. Ik vroeg aan de man waar hij de vogel had gezien en hoopte dat ik op één van mijn struintochtjes de mazzel zou hebben om 'm ook te bekijken. Er waren genoeg andere vogels actief in het park. Een ekster schudde zijn verenpak uit en ging op zoek naar een hapje. Halsbandparkieten aten schors van de pas gesnoeide treurwilg. Ik legde de wilde eenden vast die nu in vaste koppeltjes rondzwemmen. Ik ontdekte zelfs een stelletje nieuwkomers: twee krakeendjes. Wat mijn eigen waarnemingen betreft een nieuwe soort in het park. Ik stond nog even te dralen bij twee waterhoentjes toen ik vanuit mijn ooghoek een blauwe flits opmerkte. De ijsvogel kwam aanvliegen en tussen een wirwar van takken op het eilandje in de vijver ging zij zitten (helaas voor de filmerij: in de schaduw). De verschillen tussen mannen en vrouwen ijsvogel zijn niet groot. Alleen aan de kleur van de snavel is het geslacht te herkennen. De ijsvogel op bovenstaande foto is een mannetje: zijn snavel is zwart. Het ijsvogeltje in de film heeft een oranje ondersnavel en is daarmee te identificeren als een vrouwtje. Aan de oranje poten is te zien dat het om een volwassen vogel gaat. Juveniele ijsvogels hebben zwarte pootjes en een witte snavelpunt. Ik hoop dat deze vogel hier zijn domicilie kiest en wellicht in het voorjaar ergens een nestje maakt. Het kan echter ook een wintergast zijn, die net uit Polen is aangekomen. 

Vorige week liet ik het woord biomimicry vallen: technologie gebaseerd op inzichten uit de natuur. Ook de ijsvogel heeft techneuten geïnspireerd: de vorm van de snavel is namelijk flink gestroomlijnd. Als een ijsvogel pijlsnel en geruisloos het water induikt spat het water nauwelijks op. Een Japanse ingenieur heeft bij het maken van een verbeterd ontwerp voor een supersnelle trein gebruik gemaakt van die inzichten rond de dolkvormige ijsvogel-snavel. De trein rijdt nu nog sneller, is energiezuiniger en veroorzaakt minder luchtdrukproblemen. Overigens is de ene ijsvogel-snavel de andere niet. Britse wetenschappers maakten vorig jaar 3D modellen van de snavels van liefst 31 soorten ijsvogels en onderwierpen die aan allerlei tests. De meest hydrodynamische snavel behoort toe aan de Groen-bruine ijsvogel – de Chloroceryle inda, bewoner van het Amazonegebied. 

Bekijk de ijsvogel en andere vogels in het park in dit filmpje waarin ook de bladeren van eik en beuk gaan kleuren. Een teken dat de herfst overgaat in de winter. Klik hier om het filmpje te bekijken.