vrijdag 8 december 2023

Verbijsterende besjes

Terwijl er in het oosten en noorden van het land een sneeuwdek lag, hebben we hier in het westen geen sneeuw gezien. Het was deze week wel berekoud en er stond een gure wind. 

Koperwiek op cotoneaster, foto: MFP wikimedia

Vogels en andere dieren moeten nu veel moeite doen om warm en op gewicht te blijven. De afgelopen weken hebben merels maar vooral een hele troep gezellig tjilpende mussen de vuurdoornbesjes in onze tuin opgegeten. In de nieuwsbrief van Nature Today las ik deze week een interessant bericht over bessen en vogels. Bessen zijn energie- en vitaminebommetjes waarmee struiken en bomen vogels overhalen om er van te eten. Wat ze daarvoor terug hopen te krijgen is dat de zaden door de vogels op een andere plek worden uitgepoept en daar ontkiemen. Verspreiding van de soort dus. Dit was voor mij het bekende verhaal. 

Duindoornbessen

Waar ik minder bij stil stond, is dat dit niet altijd geldt. Vogels die de zaden uitpoepen heten zaadverspreiders. Er zijn echter ook zaadpredatoren: die laten de zaden verdwijnen door ze in hun maag helemaal te verteren. De goudvink is zo'n zaadpredator.

Goudvink (man) 
Foto: hedera.baltica from Wrocław, Poland - wikimedia

Dan zijn er vogels die het zaad niet opeten (om later uit te poepen), maar die het zaad ter plekke verwijderen, dit zijn de zogenaamde opportunisten. De zaadjes vallen dan onder de boom of struik en dat is niet handig. Op die plek is te weinig licht en te veel concurrentie voor de zaden om te kiemen en uit te groeien tot een volwassen boom of struik. 
Wat ik ook heel apart vind, is dat één vogelsoort verschillende 'rollen' kan hebben. Zo is de houtduif voor sommige plantensoorten een zaadverspreider en voor andere een zaadpredator. Mezen kunnen voor bepaalde plantensoorten zaadpredator of een opportunistische vruchteter zijn en heel soms ook zaadverspreider.

Als je het idee hebt, dat planten dit willoos moeten ondergaan, dan is dat niet juist. Eerder schreef ik deze blog over hoe bomen zich te weer stellen tegen reeënvraat. Ook bessen hebben afweermechanismen. Om te voorkomen dat bepaalde zaadpredatoren ervan gaan snoepen, hebben sommige bessenstruiken gezorgd dat voor juist die specifieke vogels de zaden giftig, vies of te hard zijn. Alles om te voorkomen dat de zaadpredatoren ermee aan de haal gaan. De sleedoorn heeft bijvoorbeeld zaden met een harde schil. De verdediging van de bessenstruiken is niet gericht op de vogels die de zaden daadwerkelijk verspreiden en profiteren van het vruchtvlees, zij mogen de smakelijke bessen eten als onderdeel van een 'eerlijke deal'. 


Je kunt vogels de winter door helpen met een voederhuis, maar bessenstruiken zijn ook een belangrijke voedselbron voor vogels in het koude jaargetijde. Bekijk deze bessenkalender van de Vogelbescherming en plant een of meer struiken in je tuin. Dan kun je zelf ontdekken of je een zaadverspreider, zaadpredator of een opportunistische zaadeter in je hofje hebt :). 


vrijdag 1 december 2023

Boomklever in beeld

Ik zocht wat foto's voor een Sinterklaassurprise en in één van de mapjes met familiefoto's kwam ik deze afbeeldingen van de boomklever tegen. Ik spotte de vogel al weer heel wat jaren geleden tijdens een wandeling in het kleine, maar oh zo mooie Danikerbos

Boomklever

Al wandelend tussen de kale bomen zul je ze eerst horen. Hun luide sjuup-sjuup-roep is niet te missen. Met een beetje geluk zie je daarna het vogeltje met zijn bruine buik en grijze rug langs de boomstam omhoog en omlaag sprinten. Dat ze ook naar beneden kunnen lopen is uniek in de vogelwereld; er is geen andere vogelsoort die dat ook kan. Boomkruipers zie je ook vaak op de stam lopen, maar zij kunnen alleen omhoog kruipen; naar beneden moeten ze vliegen.

Als het over de natuur gaat, horen we vaak sombere berichten, maar met de boomklever gaat het in Nederland gelukkig erg goed. Sinds de jaren zeventig is het aantal broedparen verviervoudigd, van 10.000 naar 40.000. In de winter kun je nog meer van deze vogel genieten, want dan krijgen we er nog zo'n 30.000 overwinteraars bij. De boomklever is een echte bosvogel, die afhankelijk is van oude loofbomen. Pas na een jaar of 30 worden bomen interessant voor boomklevers. Liever nog hebben ze bomen van meer dan 50 jaar oud. En juist die bomen nemen in ons land in aantal toe omdat er in de vorige eeuw veel loofbomen zijn aangeplant. Bovendien is het bosbeheer in de loop van de jaren veranderd ten gunste van oude bomen en staande dode stammen. Dit hielp ook de grote bonte specht. De holen die de spechten uitkappen worden bij leegstand graag gebruikt door boomklevers. Omdat ze kleiner zijn dan spechten, hebben de boomklevers niet zo'n grote nestopening nodig. Dat lossen ze op door de opening gedeeltelijk dicht te metselen. Grappig is dat de vogeltjes zo graag metselen, dat ze altijd een metselwerkje maken; ook als de nestopening al het juiste formaat heeft. In dat geval 'kleien' ze in de buurt iets. 

Dat boomklevers omlaag kunnen lopen langs de stam is uniek in de vogelwereld

In het najaar kun je de vogels nog goed horen. Boomklevers bezetten jaarrond een territorium. In het najaar gaan de jonge vogels op zoek naar een eigen stek. Daarbij komen ze vaak in bezet gebied, waarbij de territoriumeigenaar luid van zich laat horen!

De boomklevers zijn vanuit het zuiden en oosten van het land opgerukt naar het westen. In onze boomloze polder zie je ze natuurlijk niet, maar in oude parken kunnen ze wel voorkomen. Ben je benieuwd of je een boomklever in je tuin of straat tegen kunt komen? Natuurlijk moeten er dan wel oude bomen staan :). Op mijnvogeltuin kun je je postcode invullen en zien welke vogels in jouw buurt voorkomen.

Zo ziet het plaatje eruit voor mijn straat:


Op de boomkruiper na zie ik ze met regelmaat in mijn tuin. De boomkruiper hoor en zie ik vaak als ik een ommetje maak in het park bij ons huis. Geen boomklever dus, maar genoeg andere mooie soorten om van te genieten!