Posts tonen met het label Fulica atra. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Fulica atra. Alle posts tonen

zaterdag 30 mei 2020

Een foto van een meerkoet: een hele onderneming

Meerkoetenfoto uit 1926
(goed zoeken!)
Foto: A.A. van der Vooren
Tsja, als je de titel leest, dan denk je vast: waar gàààt dit over: meerkoeten vind je - althans in het waterrijke deel van ons land - op iedere straathoek en ze zijn helemaal niet schuw. Wel, dat is misschien nu niet het geval, maar bijna een eeuw geleden (in 1926) was dat een heel ander verhaal. Ik deel graag een stukje uit een artikel van A.A. van der Vooren uit het tijdschrift De Levende Natuur met je over dit onderwerp. De schrijver bespreekt een aantal foto's van watervogels met leerlingen.

"Een andere leerling sprak z'n verwondering er over uit, dat er bij mijn foto's niet ééne was van een koet. Ik kon daarop met reden zeggen: „Da's geen wonder, want zoover ik weet is het nog nooit gelukt er één te kieken". Dit heeft n.l. de  heer Portielje, inspecteur van de levende have van Artis ons op een lezing kortgeleden meegedeeld. Het jonge mensch kon zich dat niet voorstellen, wetende, dat er tienduizenden in onze plassen nestelen, en dat ze zelfs tot dicht bij de huizen voedsel komen zoeken. „Bij mij thuis", ging hij voort, „ligt elk jaar een paartje, niet verder dan vijf meter van onze stoep, waaraan geboend en geschrobd wordt, zonder dat ze zich daarom bekommeren." Dit was tot geen doove gezegd, en dus spraken we af  - 't was twee dagen vóór de Paaschvacantie - dat ik spoedig zou komen kijken en, zoo het paartje er weer was, kistjes zou plaatsen om de vogels aan „'t gekke" van een camera te doen wennen. Een week later stapte ik op 't bovenbedoelde erf, doch werd ontvangen met de mededeeling, dat de koet even vóór de vacantie met tien eieren was uitgehaald. De afstand van de stoep tot het nest bleek intusschen niet vijf, doch wel twintig meter te zijn, wat echter geen bezwaar was. De vogel was echter al weer bezig met het bouwen van een nieuw nest en zou wel weer spoedig gaan leggen en broeden. Een schuitje werd gehaald en één der kistjes - ter grootte van mijn toestel  waarom een groene doek, op een lat geplaatst, die vier meter diep gestoken moest worden om in de water-en-moddermassa eenige stabiliteit te krijgen. Eenige dagen later was de vacantie om en deelde mijn leerling mij mede, dat de koet het nest „in den steek" had gelaten en nu op een andere plek aan 't bouwen was. Een en ander liet zich dus niet mooi aanzien. Hoewel niets goeds verwachtende, schreef ik aan 's leerlings broer, dat hij, zoodra de koet een week op zijn voltallig legsel zat te broeden, één der kistjes op een afstand van 5 m. van 't nest moest plaatsen; den volgenden dag 0,5 m. dichter bij en zoo vervolgens tot 2,5 m. afstand was bereikt. 
Meerkoetfoto uit 2020


Verrast was ik na eenigen tijd het volgende bericht te krijgen: „Kistje staat bij de koet en zij blijft broeden. Kom gauw." 's Anderdaags, den 3en Mei, ging ik vroeg op pad — want 't was twee uur fietsen — en jawel, tot mijn groote vreugde zag ik bij aankomst kistje en koet in elkaars nabijheid. Spoedig was een bootje gehaald, het pseudo-toestel door het werkelijke vervangen en de „electrische draad" uitgelegd. In de grootste spanning wachtte ik op de terugkomst van de geplaagde broedster, die, hevig keffende en, ons wel niet kunnende zien, toch op grooten afstand bleef. Er ging een half, een geheel, anderhalf uur mee heen, doch van naderbij komen was geen sprake. Mijn gastheer meende, dat het juiste oogenblik gekomen was om te gaan „koffiedrinken", en ik liet mij dan ook niet tweemaal verzoeken, want ik had werkelijk eenige afleiding van noode na zoo'n lange (laat ik 't maar eerlijk zeggen) zenuwachtige spanning. Na een kwartier terugkomende was 't eerste werk weer naar 't nest te kijken.Wat? ... . even oogen uitwrijven, ja .. . . nog eens oogknippen, ... . zeker! zóó zwart was 't zooeven op de plek van 't nest niet; dus 't is .. . . meteen kwam er beweging in 't nest en de koet zwom weer rond in de omgeving, hapte naar links en rechts en kreeg zoodoende zijn „twaalfuurtje" binnen. „Waren we nu maar niet gaan koffiedrinken," hoorde ik achter me zeggen, „want 't is de vraag, of hij nog weer terug zal komen." Hoewel ook ik spijt had niet gebleven te zijn, meende ik toch te mogen opmerken, dat hij, nu hij er eenmaal geweest was, wel weer terug zou komen. En inderdaad, een half uur later had ik contact gemaakt en was 't bestaan van mijn eerste meerkoetopname een feit geworden! Binnen een uur was een tweede foto gemaakt; 't toestel werd verwisseld voor het kistje en dus werd de vogel verder met rust gelaten. Vóór ik vertrok, verzocht ik goed te willen opletten, dat de koet niet verstoord werd, want zoo de opnamen niet goed uitvielen, wilde ik natuurlijk andere maken. Ik was om zoo te zeggen „in de wolken" met m'n opnamen; mijn gastheer, practisch timmermansbaas als hij was, kon zich niet voorstellen, dat dit iets bijzonders was, hoewel ik hem de zeldzaamheid er van verzekerde. Thuis komende werden de platen direct ontwikkeld en bleek één der beide opnamen goed geslaagd te zijn." 

Inmiddels heb ik in het park een stuk of vijf meerkoetnesten ontdekt. Ik heb er in dit filmpje een paar voor je vastgelegd, waarvan eentje met een kuikentje. Het kostte geen twee uur fietsen, geen dagenlange voorbereidingen en waarschijnlijk is de koet beter te onderscheiden dan die op de foto uit 1926 :).
Klik hier om het filmpje te bekijken.


zaterdag 2 mei 2020

Aangepaste meerkoeten in de stad

Nestelende stadsmeerkoeten
Op de middelbare school koesterde ik lang de wens om biologe te worden, tot een totaal onbegrip van schei- en natuurkunde de keuze voor een bètavakkenpakket in de weg stond. Ik koos later voor het economisch domein en hoewel de interesse in planten en dieren bleef, begon ik mij ook af te vragen of biologe voor mij het meest geschikte beroep was geweest. Als je biologisch veldonderzoek wilt doen moet je oneindig geduld hebben, en dat is bij mij niet zo aanwezig :). En soms is het ook een zaak van lange adem eer je conclusies kunt trekken. Zo heeft de Pool Piotr Minias onderzoek gedaan naar het gedrag van meerkoeten in de landelijke omgeving versus de stad. Hij vergeleek daarvoor een landelijke populatie met het gedrag van koeten die sinds de zestiger jaren de stad koloniseren (in Warschau waar in 1960 de eerste koeten in de stad gingen broeden) en een relatief nieuwe stedelijke groep, die 'pas' zo'n 20 jaar geleden in de stad Lodz was gaan broeden. Zo wilde hij ontdekken of meerkoeten zich aanpasten aan het stadse milieu en hoe snel dat veranderingen oplevert. De uitkomst was dat meerkoeten in de stad zich anders gedragen dan op het platteland en dat dit gedrag met de tijd sterker verandert. Meerkoeten in de stad zijn over het algemeen agressiever, brutaler en minder gestrest dan hun landelijke soortgenoten. De oudere populatie in Warschau vertoonde dit gedrag in sterkere mate dan de nieuwere in Lodz. Dat wijst op een vorm van micro-evolutie. Ook zijn er aanwijzingen dat stadskoeten eerder andere steden koloniseren dan plattelandskoeten, ondanks het feit dat die eigenlijk dichterbij 'wonen'. Als je al wat brutaler en agressiever bent maakt dat de vestiging in de stad blijkbaar makkelijker dan wanneer je je als bescheiden plattelandsbewoner tussen deze meerkoeten begeeft.
Meerkoetkuikens op het nest
Als er al eens een plattelandskoet de 'oversteek' naar de stad durfde te maken, dan was hij wat agressiever en brutaler dan de andere plattelanders, dus hij droeg de juiste eigenschappen al bij zich. Beide groepen stadskoeten maken snel gebruik van menselijk voedsel, als er brood aangeboden werd, slokten ze dat snel op. Plattelandsmeerkoeten talen er niet naar. Tenslotte was er nog een opvallend verschil in de reproductie: stadkoeten brengen meer jongen succesvol groot dan de plattelanders. Dit komt door twee dingen: in de stad zijn er minder roofdieren dan op het platteland en er is meer voedselaanbod. De stadskoeten zijn dikker en hebben meer zuurstof in hun bloed. Geen wonder dus dat we zoveel meerkoeten in de stedelijke omgeving zien. In het stadpark dat ik volg heb ik tenminste vijf meerkoetnesten ontdekt. In het filmpje van deze week zie je, naast andere watervogels, een stelletje werken aan hun nest. Eén van de ouders zit al op eieren te broeden. Klik hier om het filmpje te bekijken.


zaterdag 1 juni 2019

Een nest vol zwaantjes

Vijf van de zes eieren zijn uitgekomen
Deze week twee (langere) filmpjes en minder woorden in mijn blog. De vorige week heb ik je in spanning achter gelaten over het lot van de pas geboren meerkoetjes. Zelf heb ik er ook bijna een week over gedaan eer ik duidelijkheid had. Op een mistige zaterdagochtend, 18 mei, besloot ik weer eens een tijdje te posten bij het zwanennest, want de 38 dagen broedtijd zaten er nu wel op. Het was frisjes voor de tijd van het jaar. Moeder zwaan zat minder rustig en hield haar vleugels enigszins uitgespreid over het nest. Was dat een teken dat er kleine zwaantjes beschermd moesten worden? Niet lang daarna kon ik een glimp opvangen van enkele zwanenkuikens die nieuwsgierig de wereld in keken. Vader zwaan postte op mijn 'normale' standplaats, dus ik moest het doen met een blik door de verrekijker en maximale zoom van mijn camera. Op het water was het een drukte van belang die morgen: de meerkoeten kwamen aanzwemmen, twee kuikens in hun kielzog! Blijkbaar hadden ze zich schuil gehouden tussen de oeverplanten of sloten in de omgeving. Een wilde eend gleed met een sliert van zes jongen voorbij. En twee futen waren pogingen aan het doen om een nest te bouwen, wat door de koeten niet in dank werd afgenomen. Inmiddels was vader zwaan te water gegaan, dus ik besloot om te kijken of ik op mijn vertrouwde plekje nog wat te zien kreeg. Ik stond er bijna drie kwartier zonder veel te bewegen. En net toen ik de moed op wilde geven, kreeg ik een prachtig schouwspel te zien: vijf van de zes zwaantjes waren uit het ei gekropen.

E-mailabonnees kunnen hier klikken voor het eerste filmpje van deze week. Lees vooral door onder het filmpje!


In eerste instantie vond ik dit een mooi eind van de zwanen-trilogie. Maar sommige kijkers op YouTube vroegen mij hoe het was afgelopen met dat zesde ei. Op een avond ben ik nog eens gaan kijken, en kon concluderen dat de familie compleet was. Ook de zes eendjes zwommen nog rond en de twee meerkoetjes zaten weer rustig op het nest. Het leven in dit kleine watertje zag er goed uit.

E-mailabonnees kunnen het tweede filmpje bekijken door hier te klikken



zaterdag 25 mei 2019

Nestelende zwanen en meerkoeten, hoe het verder ging

Twee meerkoetkuikens zijn geboren
In mijn blog van 20 april schreef ik over de nestelende zwanen en meerkoeten die elkaar het leven in eerste instantie zuur maakten. De zwaan vond dat de meerkoeten in zijn vaarwater zaten en vernielde hun nest. Die lieten het er niet bij zitten en repareerden het. Na enkele dagen was de ruzie beslecht en zaten beide soorten te broeden. Meerkoeten hoeven maar een week of 3 à 3,5 te broeden, terwijl zwanen 38 dagen op de eieren zitten. Toen ik eens ging kijken hoe de zaak ervoor stond bij de nesten, verbaasde het mij dus niet dat de meerkoeten net jongen hadden gekregen. Twee rode koppies kwamen onder moeders veren uit als vader een lekker hapje kwam brengen. Dat kan een stukje waterplant zijn (dat is samen met gras het belangrijkste voedsel van de koeten), maar als ze nog jong zijn eten ze ook dierlijk voedsel voor de broodnodige eiwitten. Dan staan ook waterdiertjes op het menu. Aan de snaveltjes waren nog witte puntjes te zien; de zogenaamde ei-tand, die de kuikens gebruiken om uit het ei te breken. Na een paar dagen is die ei-tand verdwenen.
De zwanenvrouw zat nog op het nest en lag de meeste tijd te dutten. Manlief is er alleen voor de bewaking zoals je in mijn vorige blog kon lezen. Ook hij leek te dutten, maar zijn oog was niet gesloten en keek alert in de rondte naar potentieel gevaar. Mijn geduld werd aardig op de proef gesteld, maar na bijna een uur stond de vrouwtjeszwaan op van haar nest om de eieren te keren. Zes stuks lagen er in, het nest was daarmee voor dit legsel blijkbaar compleet. Deze week zou het spannend worden: op welke dag zouden de eieren uitkomen en zou ik de jonge zwaantjes kunnen filmen?
Zes eieren in het zwanennest
Ik besloot de dag erna nog even te gaan kijken, aan het einde van de middag omdat het licht dan beter op het meerkoetennest zou vallen. De zwaan was nog op het nest, maar het meerkoetennest was tot mijn schrik verlaten. Ik zag één volwassen meerkoet, maar geen kleintjes. In de gele treurwilg boven het nest zat een paar eksters ongelooflijk veel lawaai te maken. Ze zouden toch geen smakelijk hapje hebben gehad aan de jonge koetjes? Dat is hoe het werkt in de natuur, maar toch....
Elke ochtend passeerde ik het nest op weg naar mijn werk, maar van de meerkoetjes geen spoor. Het zou nog even duren eer ik meer te weten kwam over het lot van de kuikens. Daarover lees je in mijn blog van de volgende week.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om de film van deze week te bekijken.






zaterdag 20 april 2019

Knobbelzwaan is even geen goede buurman

Vrouwtje knobbelzwaan herschikt de eieren in het nest
Ik had geen wekker gezet maar werd toch vroeg wakker op de zondagochtend. Het was nevelig, in de lucht hing de belofte van een mooie lentedag, dus nam ik mijn camera en wandelde de deur uit. Aan de rand van onze wijk is een uitgestrekte polder. Dit plekje had een knobbelzwanenechtpaar uitgekozen om te gaan broeden. Aan het grote nest werd nog gewerkt, maar de basis was al klaar. Het mannetje, herkenbaar aan de iets dikkere nek en de grotere zwarte knobbel bij de aanzet van de oranje snavel, was druk bezig om nestmateriaal te verzamelen. Het vrouwtje had al een paar eieren gelegd zag ik toen ze even opstond: twee, misschien drie grijsgroene eieren lagen op het nest. Een paar meter ernaast was een meerkoet driftig bezig om ook een nestje te bouwen; er werden takjes en waterplanten aangesleept. Op een gegeven moment zwom de mannetjeszwaan statig naar het nest van de meerkoet, het beestje zelf dreef even verderop in het water. Vakkundig en snel ontmantelde de zwaan het koetennest. De takken werden niet voor het eigen nest gebruikt, dus om het materiaal zelf was het de zwaan niet te doen. Blijkbaar vond hij het koetennest iets te dicht bij zijn vrijstaande villa liggen. De meerkoet keek van een afstandje toe, maar leek niet erg gealarmeerd. Op een gegeven moment vond de zwaan het welletjes. Hij zwom naar een sloot verderop en met lange aanloop steeg hij op. De meerkoet keerde terug om met zijn partner het nest te herstellen.
Zwanennest aan de rand van de polder
Intussen zat het knobbelzwaanvrouwtje op het nest en herschikte hier en daar wat nestmateriaal. Zij broedt de 3-8 eieren alleen uit, zonder hulp van het mannetje. Hij brengt haar zelfs geen voedsel, met als gevolg dat ze een paar kilo gewicht verliest in de 38 dagen dat ze continue op de eieren zit. Manlief blijft in de buurt om het nest te beschermen, maar verder reikt zijn taak niet. Na het broeden gaat de vrouwtjeszwaan ruien en kan ze tijdelijk niet vliegen. Als het verenkleed van het vrouwtje weer op orde is, gaat vader zwaan in de rui. Zo is er altijd iemand vliegvlug om de jongen te verdedigen. Grappig genoeg ruien de dieren tegelijk wanneer er geen nageslacht is geboren. Hoe de natuur dat regelt is niet bekend. De jongen zijn variabel van kleur, soms ook binnen één legsel. Witte donzige zwaantjes zijn van oorsprong Pools, de grijze jongen zijn Hollands. Zij vormen nog een maand of 8 à 10 een gezin na de geboorte, maar vader stuurt deze pubers weg tegen de tijd dat er weer gepaard gaat worden. Tussen hun tweede en derde jaar zoeken ze een partner, die ze niet in alle gevallen hun hele leven trouw blijven, hoewel dat wel vaak gedacht wordt. Uit Engels onderzoek blijkt dat tegen de tijd dat op hun vierde jaar het eerste legsel geproduceerd wordt, ongeveer een kwart van de zwanen al een andere partner heeft.
Bekijk de activiteiten van de zwanen en de meerkoeten in het filmpje van deze week (e-mailabonnees kunnen hier klikken om naar het filmpje te gaan).


En hoe liep het af met de meerkoeten? Een paar dagen later zag ik ze zitten naast en op een compleet nest, op de plek waar ze zondag hun bouwactiviteiten begonnen waren. De aanhouder wint!

zaterdag 2 maart 2019

Meerkoeten in het paarseizoen: van vriend naar rivaal

Meerkoet op liefdespad
Kort geleden nog graasden ze rustig in groepen van meer dan honderd dieren bij elkaar. Maar met het stijgen van de temperaturen slaan niet alleen de hormonen, maar ook de meerkoeten zelf op hol. Concurrenten worden niet langer gedoogd in de strijd om een vrouwtje. Vorige week kon ik die taferelen vastleggen in de sloten rondom het park voor ons huis. De mannetjes bolden hun veren op en paradeerden over het gras om vrouwtjes te verleiden. Omdat de verschillen tussen m/v gering zijn bij koeten (de mannetjes zijn iets lichter qua gewicht en hebben een iets bredere witte bles op het voorhoofd), was het soms niet duidelijk of er gejaagd werd op een vrouwtje of dat er juist een concurrent verjaagd werd. Uiteindelijk kon ik een paring op film vastleggen, dat ging er in mijn ogen niet heel liefdevol aan toe overigens. Zoals je in de film kunt zien, rennen de koeten liever dan dat ze vliegen. Je zou dus verwachten dat deze mollige vogels geen grote afstanden afleggen. Dat is echter een misverstand. Een deel van onze meerkoeten vertrekt in het najaar naar het zuiden van Europa. En een aantal van die rustig grazende 'winterkoeten', zijn uit Rusland of Oost-Europa komen vliegen naar onze graslanden. Grappig genoeg zijn ze op beide locaties 'plaatstrouw', dat wil zeggen dat ze voor de zomer en winter telkens naar dezelfde plaats terugkeren. Dat weten we door geringde vogels te volgen. Zo komt er al zeven jaar lang een in Polen geringde meerkoet naar een parkje in Zwolle. Voor de meerkoet is het wel zo handig dat-ie dan meteen weet waar hij voedsel kan vinden en een nest kan bouwen.
Meerkoetennest
Afijn, binnenkort zullen de meerkoeten in de sloten bij mijn huis wel gaan nestelen. Een meerkoetennest is een centimeter of 20 in doorsnee en vaak met halmen verankerd aan de vegetatie. Meerkoeten leggen zes tot tien eieren en hebben meerdere nesten per jaar. Tachtig procent van de kleintjes haalt hun eerste verjaardag niet. Van de 20% die overblijft overleeft slechts de helft het tweede jaar. Voor de meerkoeten is zo'n nest dus een hele investering, de kleintjes worden nog één tot anderhalve maand verzorgd nadat ze geboren zijn en uiteindelijk wordt maar 1 op de 10 kuikens ouder dan 2 jaar. Maar hebben ze eenmaal deze barrière genomen, dan kunnen ze maximaal 18 jaar worden en vele nestjes groot brengen.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje van de meerkoeten te zien. Er is deze week een extra filmpje, dus kijk ook nog even naar het blogje hieronder over wilgenkatjes. 




donderdag 26 juli 2018

Mijn favoriete fietstocht (met gratis beschrijving)

Tijdens een fietstocht door het Groene Hart zijn 's zomers de koeien niet te missen
Regelmatig pak ik de fiets om even te kijken wat er in de polder te beleven valt. In de winter zijn de berijpte weilanden mooi om te zien en kom ik op de Wijde Aa grote groepen smienten en kleine zwanen tegen. In het voorjaar hoor ik de grutto's & wulpen en buitelen de kieviten boven de akkers. En in de zomer is er ook van alles te zien, dat heb ik vastgelegd in onderstaand filmpje. Ik heb de route voor je beschreven, dus als je in de buurt van Alphen aan de Rijn woont of op vakantie gaat, dan kun je de routebeschrijving downloaden en op de fiets stappen. Kijk op deze pagina van mijn blog voor meer informatie. Ook voor degenen die van een stevige wandeling houden is de route trouwens te doen, de afstand is ruim 18 km.

Jonge meerkoeten op het nest
Tijdens mijn rit zag ik deze keer veel jong spul: kleine futen, meerkoeten en een sliert jonge wilde eenden die al hun volwassen formaat hadden. Meerkoeten zijn in ons land vrij algemeen en vooral in de lage delen van ons land niet te missen, van stadsgracht tot sloot, overal zijn de drijfnesten te vinden, soms met wel 10 eieren er in. De kleine meerkoetjes zijn aanvankelijk zwart met een rood kopje, later worden ze grijs met een witte borst.
Meerkoetennest
Een paartje produceert makkelijk 2-3 legsels per jaar, waarbij de eerder geboren jonkies soms helpen bij het voeden van de nieuwe lichting. De meerkoeten eten voornamelijk planten: algen, kroos, ondergedoken waterplanten en zaden. In het filmpje zie je dat de meerkoet een zaaddoos van de waterlelie onder handen neemt. In aanvulling op hun vegetarische dieet eten ze (larven van) insecten, slakken, driehoekmossels, kikkervisjes en eieren van andere watervogels. Ze kunnen tot 2 meter diep duiken. Omdat ze veel water tussen hun veren hebben komen ze snel weer bovendrijven, zoals een kurk. Mannetjes en vrouwtjes zijn moeilijk uit elkaar te houden omdat de vogels er hetzelfde uitzien. Het mannetje is iets kleiner en zijn witte voorhoofdsplaat (de bles) is wat groter. Het vrouwtje is in het algemeen wat luidruchtiger dan het mannetje, die met 'pfwit' het geluid maakt van een gloeilamp die het begeeft.

Geniet van de meerkoeten en de Hollandse landschappen in het filmpje. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het te zien.