Posts tonen met het label vuurwants. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vuurwants. Alle posts tonen

zaterdag 6 april 2024

Zonnende en parende vuurwantsen

Met 23 graden is het vandaag een zeer warme dag voor de tijd van het jaar. Een mooie gelegenheid om wat tuinklusjes te doen. Met een boterham en een glaasje sinaasappelsap lunchte ik naast een van de moestuinbakken. Het krioelde er letterlijk van de vuurwantsen.

Vuurwantsen warmen zich graag op in een groep

Meteen was mijn interesse gewekt en ik besloot een tijdje te kijken wat er gaande was. Tussen maart en mei komen deze insecten massaal uit hun overwinteringsplek te voorschijn. Mijn gewroet in de aarde zal er zeker aan hebben bijgedragen. We hadden in het najaar de moestuinbedden gemulcht (afgedekt) met afgevallen blad. Dit blad verteert (gedeeltelijk) gedurende de winter en voedt daarmee de grond. Verder remt het de groei van onkruid en tenslotte zijn de zwart/rode insecten dol op het afgevallen blad, vooral van de lindeboom. Dat was een van de bomen waarvan we de gevallen bladeren hadden 'geoogst'. Net als alle wantsen heeft deze soort een zuigsnuit waarmee ze de bladeren en insecten leegzuigen. In het voorjaar voeden ze zich met vers blad en bladluizen. Dat is mooi meegenomen om een luizenplaag te bestrijden of te voorkomen (ik zag de eerste luizen al weer op mijn rozen zitten). 

Ik bekeek ze terwijl de groep door elkaar krioelde en steeds nieuwe posities innam. Sommige vuurwantsen verwijderden zich uit de massa (ze hebben geen vleugels en doen dat dus lopend). Een drietal koos de rand van een bloempot uit om van de voorjaarszon te genieten.

Zonnend trio

Behalve zonnen, werd er ook verkend of er gepaard kon worden. Daarvoor moeten de achterlijven van man en vrouw gekoppeld worden. Naar dit paargedrag is veel onderzoek gedaan vanwege de extreem lange duur: 12 uur is heel gewoon. Het kan zelfs voorkomen dat de beide geslachten een week aan elkaar vastzitten voor de paring; een ware marathon. Dat heeft te maken met het leven in de groep. De kans dat het vrouwtje nog met een ander mannetje uit de kluwen gaat paren, vind het mannetje een groot risico. Door zich voor lange tijd te koppelen aan het vrouwtje voorkomt hij dat een concurrent het vrouwtje 'inpikt'. Hij heeft dan bovendien (ruim) de tijd om zoveel mogelijk eitjes van dat vrouwtje te bevruchten. 

Op een gegeven moment zag ik het gebeuren; er was een 'klik' :). 

Man en vrouw zijn gekoppeld voor een marathonparing

Ik heb het moment dat de paring begon gefilmd, bekijk dat via deze link. Toen wist ik nog niet dat een paring zo lang kon duren. Je bent dus maar getuige van een fractie van de paringstijd :). 


vrijdag 22 oktober 2021

Wingerd, vuurdoorn en een vuurwants

Een aantal jaren geleden moest onze haag van veldesdoorn eruit omdat hij aan alle kanten 1 meter van onze stadstuin innam. We wilden er iets voor terug planten dat mooi was voor ons en ook iets opleverde voor de dieren in onze tuin, maar dat niet zo breed zou uitgroeien. Het werd een combinatie van wilde wingerd, klimop en vuurdoorn. Klimop is het hele jaar groen en biedt schuilgelegenheid aan insecten en vogels. De bloemetjes bloeien vrij laat in het jaar en leveren dan nectar aan de laatste rondvliegende insecten. De zwarte bessen vormen in de winter een lekker hapje voor vogels. Ook de wingerd is een goede leverancier van nectar en stuifmeel, ook al zijn de bloemetjes klein. Een bij haalt per bloem per dag 1 à 2 mg nectar binnen. De vruchten zijn kleine blauwe zoetige besjes, die een lekkernij zijn voor vele vogels (mensen kunnen ze beter niet eten). In het najaar is deze plant voor ons 'eyecandy' (letterlijk oogsnoep ofwel een genot om te zien) zoals de Engelsen dat zo mooi uitdrukken. De bladeren verkleuren van groen, naar geel en via oranje naar karmijnrood. Geweldig om te zien, onze eigen 'Indian summer' in de achtertuin. Wingerd hoort tot de wijnstokfamilie en komt oorspronkelijk voor in het zuiden van Canada en noorden van de VS. De soort is in Europa ingevoerd maar komt hier inmiddels ook op veel plaatsen in verwilderde vorm voor. Met hechtschijfjes 'kleven' de ranken aan muren, de groeisnelheid is groot maar de plant is makkelijk te snoeien en te verwijderen waar hij niet gewenst is. 

Wingerd en de bessen van vuurdoorn

Vuurdoorns hebben ook heel wat te bieden in de tuin. De plant hoort bij de rozenfamilie; ze hebben dan ook flinke doorns. Die stekelige takken zijn een prima natuurlijke bescherming tegen klimmende katten voor broedende vogels. In het voorjaar is de struik getooid met witte bloemschermen en vliegen de insecten af en aan. In de winter worden de besjes door vogels gegeten. Wij hebben een variëteit met gelige bessen en een met rode bessen. De soort met oranje bessen is het meest bekend. 

Op hemelsleutel, een laat bloeiende vetplant, zag ik een vuurwants. In de zomer worden de eitjes van deze soort afgezet en na een aantal larvenstadia vervellen ze in september tot de volgroeide wants. Deze genoot dus pas kort van zijn volwassen leven. De winter overleven ze in groepen onder de grond of tussen bladeren. Ze leven voornamelijk van planten: met hun snuit zuigen ze het sap uit de stengel. 

Vuurwants op hemelsleutel in de herfstzon

Het tweede deel van hun wetenschappelijke naam Pyrrhocoris apterus betekent: zonder vleugels. Dat klopt niet want ze hebben wel degelijk vleugels maar meestal kunnen ze er niet mee vliegen omdat ze te kort zijn. Over die vleugels las ik op wikipedia deze aardige feitjes: 

"Er komen verschillende vleugelvormen voor, zoals langgevleugelde exemplaren die zowel goed ontwikkelde voorvleugels hebben als vliezige achtervleugels, waarmee ze goed kunnen vliegen. Dit wordt wel macropteer genoemd maar komt bij de vuurwants zelden voor. De meeste exemplaren zijn kortgevleugeld of brachypteer, deze wantsen hebben geen membraan aan de achterzijde van de voorvleugels. Er komen daarnaast ook combinaties voor van exemplaren met lange voorvleugels en korte achtervleugels en vice versa. Ten slotte komen er soms exemplaren voor die ongelijke vleugels hebben, wat maar weinig voorkomt bij de insecten. Uit onderzoek naar de reden achter kort- of langvleugeligheid bij de vuurwants komen verschillende oorzaken naar voren. Als de nimf zich ontwikkelt bij een hoge omgevingstemperatuur en een hoge lichtintensiteit is de kans groter dat het volwassen exemplaar langgevleugeld is. Ook heeft de wants meer kans lange vleugels te ontwikkelen als de nimf in een omgeving opgroeit met veel soortgenoten waarbij de dieren actiever zijn. In het laboratoriumonderzoek wordt verfrommeld papier gebruikt als surrogaat voor de strooisellaag, en opmerkelijk is dat zelfs het gebruikte papier kan invloed hebben op de ontwikkeling van de vleugels. Bij gebruik van advertentiepaginas van het tijdschrift Nature komen normaal ontwikkelde wantsen tevoorschijn, als papier van Scientific American wordt gebruikt treden vergroeiingen op. Ook uit ander laboratoriumonderzoek is bekend dat de nimfen van de vuurwants reageren op stoffen uit papier."

Bekijk de herfsttaferelen in onze tuin door hier te klikken


Wil je meer weten over herfstkleuren? Lees dan mijn eerdere blog hierover door hier te klikken