Posts tonen met het label capreolus capreolus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label capreolus capreolus. Alle posts tonen

dinsdag 14 februari 2017

In het leger

Vossenleger
Op de lagere school leerde ik al dat konijnen holen hebben en hazen 'slechts' een leger: een kuiltje in de grond waar ze rusten. Dat kuiltje is meestal niet dieper dan 10 centimeter. De omvang is ongeveer 20x25 cm. Ze drukken hun achterlijf in het diepste deel van de kom en vertrouwen verder op hun schutkleur. Als kind vond ik dat heel zielig, want waar de konijnen in knusse holletjes konden vertoeven bij regen en kou, lagen die hazen daar nat te worden.... Jonge haasjes worden al met een vachtje geboren, ze zijn 'completer' dan jonge konijntjes die in een beschermde omgeving (het kraamhol of wentel) het levenslicht zien. De draagtijd van een haas is dan ook zo'n 10 dagen langer dan van een konijn.
Niet alleen hazen hebben legers. Ook tal van andere dieren gebruiken zo'n kuiltje om te rusten. In de Harz kwamen we deze 'troon' tegen, een leger van een vos boven op een boomstronk. Een vossenleger is vooral te herkennen aan de vossenharen die erin liggen. Vossenharen voelen zacht, een beetje zijdeachtig, aan. In de winter zijn ze twee keer zo lang als in de zomer: 6 versus 3 cm. Ze zijn geelbeige met een zwarte punt.
Vossen liggen meestal opgerold in hun leger van ongeveer 50x30 cm.

Reeën krabben in de bladlaag een plekje open om te rusten en hun voedsel te verwerken. In de winter leven de reeën in groepjes en dan liggen meerdere legers bij elkaar. In de Harz vonden we een plek met vier legers langs een houtkade. Bij de legers vonden we reeënprenten (pootafdrukken) en poep; meestal ontlasten ze zich voor dat ze weer op pad gaan. Hieronder zie je drie van deze legers.
 






















In de legers vind je vaak reeënharen en die herken je aan het golfpatroon, zoals je op deze foto ziet.

  

vrijdag 28 oktober 2016

Boom ontmaskert ree



Reeën zijn kieskeurige eters. Ze eten een stukje blad hier, een boomknop daar. Je ziet ze meestal ook niet lang stilstaan, ze zijn continue op zoek naar de meest verse knoppen en de meest malse blaadjes. Ze eten precies die delen die voor een boom of plant het belangrijkste zijn: knoppen en jonge scheuten. Door dat geknabbel van de ree loopt de boom een groeiachterstand op. En soms overleeft zo'n struikje het niet. Maar de bomen 'vechten' terug. Bomen (het onderzoek is gedaan bij beuk en esdoorn) kunnen namelijk het speeksel van reeën herkennen. Na deze waarschuwing maakt de boom extra tannines aan die de blaadjes voor reeën minder lekker maken. Bovendien worden groeihormonen geproduceerd zodat de boom snel nieuwe uitlopers maakt. De onderzoekers stelden vast dat het echt alleen werkt met reeënspeeksel. Als ik een stukje van een blad zou trekken, of andere dieren eten van de boom, dan maakt de boom de wond wel dicht, maar komen er geen extra tannines en groeihormonen.





woensdag 9 maart 2016

Reeën, maar niet in het Groene Hart


 

Volgens de laatste schattingen zijn er zo’n 100.000 reeën in Nederland. Op elke 170 mensen leeft er dus één ree in ons land. Maar in het Groene Hart gaat dat niet op. Op de verspreidingskaart, gemaakt door de Zoogdiervereniging, zien we de dat reeën in het Groene Hart nauwelijks voorkomen. Wegen met geluidsschermen vormen onoverkomelijke barrières, maar meer nog past de vegetatie in het Groene Hart niet in het dieet van de ree. Een ree is een kieskeurige knabbelaar. Ze houden van een gevarieerd landschap waar ze kunnen snoepen van verschillende kruiden in het grasland, knapperige en sappige boomknoppen, braamblad, eikels en andere zaden. Een ree zul je niet heel lang stil zien staan, ze verplaatsen zich constant om allerlei soorten voedsel tot zich te nemen. In het Groene Hart vinden ze dat niet. Dat landschap wordt gedomineerd door één soort gras: raaigras. En hun maag is niet ingesteld op zo’n eenzijdig dieet. Ze krijgen er zelfs diarree van. Daarnaast vinden ze in de weidse polder ook te weinig dekking. Reeën herkauwen hun voedsel en hebben rust nodig. Meerdere keren per dag liggen ze rustig onder een boom of in de dekking van struikgewas. Zulke rustplaatsen herken je aan een ovale plek kale aarde waar de reeën bladeren hebben weg geschraapt.  Soms vind je er nog haren in. Die hebben, als je goed kijkt, een miniem gegolfd patroon. Om reeën te spotten zijn we naar de Amsterdamse Waterleidingduinen gegaan.
Maar ook daar wordt de ree een zeldzaamheid. Ze worden verdrongen door de talrijk aanwezige damherten met hun grote voedselbehoefte. Maar we hadden geluk, we zagen drie reegeiten fourageren in het bos en later konden we waarnemen hoe ze gingen rusten tussen de verdorde varens. Een dag met een gouden randje! Op de site van de Zoogdiervereniging vind je meer informatie over de ree. Er is overigens nogal eens discussie over 'de ree' vs. 'het ree' (dat laatste is vooral jagersterminologie). Volgens Van Dale mag het allebei.