zaterdag 27 juli 2019

Nieuw leven

De eerste stapjes
Het is al weer een tijdje geleden dat ik een bijzonder tafereel kon aanschouwen; een Gallowaykalfje werd geboren in Park Zegersloot en ik was er bij. Ik stond kersenbloesem te filmen toen een wandelende mevrouw mij vroeg of ik ook dieren filmde. Ik dacht eerst dat ze haar hond bedoelde, maar al snel werd duidelijk dat het om een barende Gallowaykoe ging, die de kudde had verlaten en tussen het dorre gras een kalfje ter wereld bracht. Ik snelde er naar toe en zag de koe persen. Eén van de groenbeheerders van het gebied was toevallig ook in de buurt en keek mee. Ik vroeg of ik dichter bij mocht komen, en dat was goed. Nog steeds van een veilige afstand kon ik het moment meemaken dat het kalfje het levenslicht zag. Zo'n kalfje weegt dan een kilo of 25. Moeder moest even bijkomen van de bevalling, maar snel daarna begon ze het jong schoon te likken. Het pas geboren stiertje probeerde op de wankele pootjes te staan, maar dat viel niet mee. Vele malen startte ik mijn camera om de eerste stapjes vast te leggen en bijna even vaak kon ik hem onverrichterzake weer uitzetten. Na meer dan een uur kon het kalfje staan, moeder loeide goedkeurend. De pasgeborene ging op zoek gaan naar melk bij zijn moeder. Ik besloot het stel verder met rust te laten. Een paar dagen later ben ik nog eens terug gegaan: moeder en zoon maakten het goed en graasden vredig met de kudde. Ook vader was in de buurt met zijn indrukwekkende 900 kilo. Over een aantal jaar zal dit stiertje er ook zo imposant uit zien. Door zijn lange, golvende zwarte vacht kan hij 's winters buiten blijven en strenge vorst doorstaan. Als hij gespeend is, zal hij zich gaan voeden met grove takken van bramen, bomen en struiken. Op die manier houdt hij het landschap open en gevarieerd. Galloways hebben een gemoedelijk karakter maar het zijn geen huisdieren. Het is belangrijk dat de dieren zelfredzaam blijven, dus haal ze niet aan en voer ze niet. Bekijk ze van een afstand, of in mijn filmpje van deze week :).

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.


zaterdag 20 juli 2019

Huiszwaluwen bouwen hun nesten

Zwaluwen verzamelen modder voor hun nest
2018 was het jaar van de huiszwaluw en toen schreef ik al eens een blog over de moddernesten van deze sierlijke vogels. De jongen piepten met hun kopjes toen al uit het nest en zaten geduldig te wachten tot ze eten kregen. Dit jaar zag ik de vogels eind mei in de weer met modder om de nesten te bouwen, dat was een mooi gezicht. Het was een drukte van belang en het prrrt prrrrt van de huiszwaluwen was overal te horen. In het filmpje zie je verschillende stadia van het nest, iets dat je op de nestfotokaart van Sovon nog eens op je gemak kunt lezen. Je kunt de kaart bekijken via deze link. Huiszwaluwen zijn zwart/wit, de witte stuit en korte gevorkte staart zijn belangrijke herkenningspunten. Boerenzwaluwen hebben een veel langere staart en een rood keeltje (de 'boerenzakdoek' zoals men wel zegt). Oeverzwaluwen zijn bruin en nestelen niet in gemetselde moddernesten, zij graven een nestgang in steile wanden langs water. De huiszwaluwen broedden oorspronkelijk op rotswanden. Onze huizen zijn een vervanging daarvoor. Voor het metselen van hun nesten hebben de vogels graag een witte ondergrond: dat weerkaatst het zonlicht en houdt de nesten koel. De witte kleur schijnt ook insectenwerend te zijn.
Deze zwaluw moet nog even doorwerken
De huiszwaluwen komen in april naar ons land, vanuit zuidelijk Afrika. Ze zijn de Sahara overgestoken met hun lijfjes die minder dan 20 gram wegen - er hoeft maar één postzegel op :). Per zomer brengen ze twee nestjes groot van ieder 4-5 eieren. Die eieren wegen nog geen 2 gram per stuk (gemiddeld 1,7 gram!). Omdat de eieren in een vrijwel afgesloten nest liggen, hoeven ze geen schutkleur te hebben; ze zijn helderwit. Na twee weken broeden komen de jonge vogels uit het ei. Ze blijven dan nog 3-4 weken in het nest, afhankelijk van het weer.
Bekijk de drukte bij het maken van de nestjes in het filmpje van deze week (e-mailabonnees kunnen hier klikken om het te zien).


zaterdag 13 juli 2019

Grauwe ganzen en witte ganzen

Boerenganzen stammen af van de grauwe gans
Als je ze naast elkaar ziet, kun je bijna niet geloven dat ze een gemeenschappelijke voorouder hebben: de spierwitte boerengans en de voornamelijk bruin gekleurde grauwe gans. De enige overeenkomst zijn de oranje snavel en poten. Beide soorten heten in wetenschappelijke termen 'Anser anser', maar bij de witte gans staat er nog 'domesticus' achter. In Egypte is er archeologisch bewijs gevonden dan zo'n 4000 jaar geleden grauwe ganzen gedomesticeerd werden. Dat wil zeggen dat ze door mensen tam zijn gemaakt om als vee te houden.
Grauwe gans
Door selectie zijn er twee soorten ontstaan: de witte gans, die vooral voor het vlees gehouden werd en een bruine variant die veel eieren leverde. Behalve voor eieren en vlees werden de ganzen gefokt voor het dons en voor de bewaking, want ganzen gakken luidruchtig als een vreemdeling op het erf komt. Tegenwoordig worden niet veel ganzen meer gehouden op boerenerven, veel voormalige boerenganzen leven nu in het vrije veld. Daar kruisen ze regelmatig met de grauwe gans, wat allerlei kleurvariaties oplevert. Af en toe paren ze met andere ganzensoorten zoals de  Canadese gans, Indische gans of de brandgans.
Kruising tussen de boerengans en grauwe gans
Foto: W. Bulach wikimedia
Geschat wordt dat er zo'n 12.000 boerenganzen in Nederland zijn. Ze zijn meestal plaatstrouw, op een plek waar ze kunnen grazen en waar water in de buurt is. Ganzen hebben een partner voor het leven, ze tonen tekenen van rouw na het verlies van hun maatje. Het zijn echte groepsdieren en ze zullen elkaar herkennen ook als een gans is weggeweest en na enige tijd weer terugkomt. Ik zag een groep boerenganzen en grauwe ganzen bij de Boschmolenplas in het Limburgse plaatsje Heel. Ik filmde ze bij het ochtendgloren, maar tijdens de zonsondergang was de groep nog fotogenieker. Geniet er van in het filmpje van deze week (e-mailabonnees, klik hier).


zaterdag 6 juli 2019

Honderden hazenpootjes en geen dier te bekennen


Hazenpootjes groeien in grote groepen op matig voedselrijke zandgrond
Een uur na zonsopgang werd het al behoorlijk warm. Muggen dansten sloom in het gouden ochtendlicht en damp steeg op uit het ven. In het bloemrijke hooiland ernaast kleurden de grassen al geel. Na de langste dag kun je in zo'n biotoop een opvallende klaversoort tegenkomen: het hazenpootje. Dit plantje houdt van zure, kalkarme zandgrond en staat vaak op plaatsen waar de grond op een of andere manier omgewoeld wordt, bijvoorbeeld door betreding van vee, of in bewerkte bermen en akkers. Als je het hazenpootje in de duinen tegenkomt zijn dit vaak oude duinen waar de kalk al in de loop van de jaren is uitgespoeld. Dat het hazenpootje zich kan handhaven op de relatief voedselarme zandgronden komt doordat het plantje, net als andere klaversoorten, haar eigen voedsel produceert. Aan de tot 50 cm lange wortels bevinden zich kleine wortelknolletjes met bacteriën die stikstof binden en zo de plant van nitraat voorzien. Om die reden kun je hazenpootjes zaaien als groenbemester in je moestuin, het maakt je grond voedselrijker voor je groenten. De bloemetjes van het hazenpootje zijn vrij nietig en bijna niet als zodanig herkenbaar. De bloemhoofdjes zien er eerder uit als een wilgenkatje.
De bloemetjes van het
hazenpootje zijn klein
Het zijn dus bepaald geen 'uithangborden' voor de bestuivers. De gewone viltbij, donkere zijdebij en de klaverdikpoot zijn bijensoorten die het hazenpootje bestuiven. Maar de plant kan ook door zelfbestuiving zaad vormen. Uiteindelijk groeien er peulen met zaad, die als ze droog zijn door de wind worden weggeblazen.
De rupsen van het icarusblauwtje eten o.a. hazenpootjes
De rupsen van het Icarusblauwtje leven van klaversoorten zoals het hazenpootje. De rups die je in de film van deze week ziet is trouwens niet van het Icarusblauwtje. Het is de rups van de Sint Jacobsvlinder, die zich te goed doet aan het giftige Jacobskruiskruid. Het gif van deze plant slaat hij op in zijn lijf en wordt daarmee zelf ook giftig. De geel/zwarte signaalkleuren op zijn lijf waarschuwen vogels dat dit geen 'lekker hapje' is. De rupsen van het icarusblauwtje zijn niet giftig en dus meer gebaat bij een schutkleur. Ze zijn dan ook effen groen.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje van deze week te bekijken.


Dit is mijn driehonderdste blog! In de linkerkolom kun je oude blogs lezen door in de alfabetische lijst (labels) te zoeken naar de plant of het dier van je keuze. E-mailabonnees kunnen hier klikken om naar de homepage van mijn blog te gaan.