Posts tonen met het label rammeltijd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label rammeltijd. Alle posts tonen

zaterdag 16 maart 2019

Als de lente komt dan breng ik jou.....

....geen tulpen uit Amsterdam, zoals het bekende liedje luidt, maar deze keer wel een blog met allerlei echte lentesignalen. Onze nationale vogel, de grutto is teruggekeerd uit Afrika. In de wetlands zijn ze in groepen aan het opvetten, voor ze naar de weilanden gaan om te nestelen. Onze eerste twee grutto's van dit jaar zagen we in het Zaans Rietveld, Alphen aan den Rijn. Ook een elegant klutenpaartje was hier aan het fourageren. Een duo scholeksters nam er nog even zijn gemak van en een flinke groep hazen 'rammelde' door de grasakkers. Als je daar meer over wilt weten, lees dan mijn blog 'rammeltijd'
E-mailabonnees kunnen het filmpje bekijken door hier te klikken. Lees vooral verder onder het filmpje, want er is meer voorjaarsnieuws!



Mannelijke bloemen van de taxus
Ook bij de planten kun je zien dat er wat gebeurt: groene blaadjes komen te voorschijn en sommige bomen zijn klaar voor de voortplanting: de elzen bloeiden de afgelopen tijd overvloedig. Ook de taxus is nu bezig met het verspreiden van pollen voor de bevruchting. In tegenstelling tot de elzen merken de hooikoortslijders daar weinig van want de grote hoeveelheden stuifmeel van de taxus zijn 'weinig allergeen' zoals dat heet. Zoals bij alle windbestuivers zijn de bloemen van de taxus klein. De mannelijke bloemen vallen nog wel op door hun hoeveelheid: de goudkleurige bloemetjes zitten in de lange rijen aan de groene takken met smalle blaadjes. In het filmpje zie je dat er af en toe een 'pufje' stuifmeel de lucht in wordt gestuurd (let bij het tweede taxusshot in het filmpje op de linkerkant). Taxus is een tweehuizige soort, zoals dat heet. Aan een mannelijke plant zul je geen vrouwelijke bloempjes vinden, want die hebben een 'ander huis'. Ik ging dus op zoek naar een andere taxusboom, waar die mannelijke bloemen duidelijk afwezig waren.
Vrouwelijke kegeltjes van de taxus
De vrouwelijke kegeltjes zijn klein (een paar mm) en groen. Handig bij het zoeken is dat ze meestal aan het eind van de takken zitten. Dat is natuurlijk ook met een reden: zo hebben ze grotere kans om het stuifmeel op te vangen, dat van een andere taxus langs moet waaien. Op een gegeven moment komt er uit het rode puntje van het vrouwelijke kegeltje (zie foto) een druppeltje kleverig vocht. Daar moet stuifmeel op landen om de bevruchting te laten plaatsvinden. Het kegeltje zelf zal uiteindelijk uitgroeien tot het welbekende rode besje dat van boven open is. In die van groen naar rood gekleurde kegelschaal is het (zeer giftige) zaad te vinden, dat door vogels overigens probleemloos gegeten kan worden omdat ze het onverteerd weer uitpoepen.

Een al wat verder uitgegroeide vrouwelijke taxuskegel
Bekijk de taxus en andere lentedetails in het tweede filmpje van deze week door hier te klikken




zondag 6 maart 2016

Rammeltijd


De rammeltijd van de hazen is begonnen. In deze maanden ligt het toppunt van het voortplantingsseizoen, dat zowat het hele jaar duurt. Van februari tot mei is er van de voortplanting het meeste te zien, omdat het zich dan meer ‘in het openbaar’ afspeelt. Hazen leven in open terrein en meestal houden ze zich gedeisd om onzichtbaar te blijven voor vijanden. Ze soezen in de zon, weggedrukt in het gras en ook tijdens het eten zitten ze zo stil mogelijk. Meestal leven ze solitair (alleen) en ook de jongen worden het grootste deel van de dag alleen gelaten.

Nu verzamelen de hazen zich in groepen van enkele tientallen. Het schijnt dat er wel groepen van 70 dieren worden gezien. De hazen rennen door de weilanden, het gebied moet overzichtelijk zijn en niet te nat zodat er veel en hard gelopen kan worden. De mannetjes worden rammelaars genoemd en zij drijven de vrouwtjes (moeren) op. Bijhazen (jonge mannetjes) proberen ook een plaatsje te krijgen in het geheel en rennen vrolijk mee. Gevormde paartjes zonderen zich af voor de paring.

Maar voor het zover is moet de haas als solitair wezen even wennen aan al die groepsdrukte. Een rammelaar probeert de moer langzaam te benaderen; een proces van dichterbij komen en afweren dat wel een uur kan duren. Als het voor de moer te snel gaat dan moet er even ‘gebokst’ worden. De moer neemt zittend een dreighouding aan, legt de oren naar achteren en bokst met de voorpoten.
Ook de mannetjes onderling kunnen vechten: de oren worden dan juist naar voren gericht. Vorig jaar maakte ik dit filmpje ‘kickboksen in de polder’, met rammelende hazen in de hoofdrol.