Posts tonen met het label dagpauwoog. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dagpauwoog. Alle posts tonen

woensdag 9 juli 2025

Tuinvlindertelling: tel je mee?

De vlinderstruik trekt veel soorten aan

De vlinderstruik in onze voortuin staat in volle bloei en wordt druk bezocht door vlinders en andere insecten. Ik sloop door de wirwar van zoetgeurende bloemtrossen om de bewegelijke vlinders op de foto te krijgen. Als je ziet hoeveel er op en boven de vlinderstruik zweven zou je niet in de gaten hebben dat het slecht gaat met de vlinderstand in Nederland. Maar even genieten van deze weken dan maar, nu ze volop te zien zijn.

Komend weekend (11 tot en met 13 juli 2025) is de jaarlijkse tuinvlindertelling. Gelukkig is de meeste regen voor deze week achter de rug en lopen de temperaturen in het weekend weer op. Ook de zon laat zich dan weer zien en er is niet te veel wind. Dat wordt puik vlinderweer!

Op de site van de vlinderstichting kun je alles lezen over de tuinvlindertelling 2025; hoe je moet tellen, hoe je je kunt aanmelden èn hoe je de soorten kunt herkennen met behulp van een gratis zoekkaart. 

Ik laat vast een paar vlindersoorten zien die ik op onze vlinderstruik zag. 

Het meest talrijk op de struik waren de atalanta's, ook wel admiraalvlinder genoemd. Deze soort was vorig jaar nummer 1 in de telling. Het is een donkere vlinder met opvallende oranje banden (de strepen van de 'admiraal') en witte stipjes op het uiteinde van de vleugels. 

Atalanta

Vanuit Zuid-Europa trekken de vlinders ieder voorjaar richting het noorden; ze brengen hier in de zomer een nieuwe generatie voort. Ik fotografeerde in het begin van de avond, in de hoop dat de relatieve koelte de vlinders iets minder beweeglijk zou maken (tevergeefs :)). Ik zag twee tot soms wel vier atalanta's in een spiralende vlucht boven de vlinderstruik dwarrelen. Dit zijn mannetjes die hun territorium afbakenen en verdedigen. Met de spiraalvlucht jagen ze concurrerende atalanta's uit hun gebied. Dit doen ze in de namiddag en avond, nadat ze overdag gegeten hebben. 

Vorig jaar was het klein koolwitje landelijk nummer 2. Die zag ik niet op de vlinderstruik maar wel zijn broer het groot koolwitje. Hoe je de twee uit elkaar houdt, en onderscheidt van het geaderd witje, lees je in deze blog.  

Het groot koolwitje heeft twee vleugelvlekken (hier niet te zien)
en de zwarte hoekpunt eindigt aan de
onderkant van de bovenste vlek (wel te zien).

Ook tamelijk talrijk op de struik waren dagpauwogen. Zij scoorden in de telling van vorig jaar 'hoge ogen' met een derde plek. De vleugels doen me altijd denken aan zacht fluweel, ook door de diepe kleuren. De dagpauwoog overwintert als vlinder op een donkere, koele en beschutte plek, zoals een holle boom of een schuur. Dan zit-ie met zijn vleugels dichtgeklapt. De onderkant is gemêleerd zwart/bruin en de vlinder is op die manier goed gecamoufleerd. Als de vleugels uitgeklapt zijn, vallen de nepogen onmiddellijk op. Door met zijn vleugels te klappen hoopt de vlinder vogels, die uit zijn op een hapje, schrik aan te jagen en in verwarring te brengen. 

Dagpauwoog

Nummer vier was in de telling van 2024 het bont zandoogje. Deze zag ik niet op de vlinderstruik maar later wel bij de bramen. Ze zuigen liever sap van dat fruit en nectar uit bloeiende bomen, wellicht omdat het van oorsprong bosvlinders zijn. In de afgelopen decennia zagen we ze ook meer en meer in tuinen. 

Een vlinder die hard achteruit is gegaan in aantallen is de kleine vos. In mijn jeugd zag ik deze soort heel vaak (meer dan de atalanta), maar nu was ik al blij met het ene exemplaar op de struik. De overwegend oranje vlinder met een bruin middenstuk heeft een rijtje helderblauwe stipjes onderaan de vleugels. In 2017 had ik er megaveel op de vlinderstruik zoals je kunt zien in dit blogje (met ook een aantal leuke weetjes over kleuren).

Kleine vos

De distelvlinder heb ik dit jaar nog niet gezien in mijn tuin, maar op waarneming.nl zag ik al diverse meldingen van rupsen en imago's (vlinders). Van deze soort een foto uit een eerder jaar.

Distelvlinders hoop ik binnenkort weer te zien!

Geniet komend weekend van de zon en de vlinders. Je waarnemingen doorgeven helpt bij het in kaart brengen van de trends in aantallen door de jaren heen. Die gegevens worden gebruikt om vlinders te beschermen en leefomstandigheden te creëren waardoor ze beter gedijen. Succes met tellen!

zondag 15 juli 2018

Gefladder boven de akkerdistel

Ik ging op een zonnige ochtend op zoek naar vlinders. Het weitje dat ik in gedachten had lag nog in de schaduw toen ik arriveerde. Geen vlinder te bekennen dus. Even verderop trof ik een zonbeschenen veldje met akkerdistel aan, hier zoemden en fladderden insecten dat het een lieve lust was. De meeste distels hebben diepe bloempjes, waar een vlindertong voor nodig is om de nectar eruit te halen. Maar de akkerdistel heeft relatief kleine bloempjes en is daarom ook aantrekkelijk voor hommels, bijen en zweefvliegen. De mannelijke bloemhoofdjes zijn groter dan de vrouwelijke. Ze bevatten ook stuifmeel, iets dat de vrouwelijke bloemen niet te bieden hebben. Die adverteren dan weer met een vanillegeur om bestuivers naar hun bloemen te lokken en een drupje nectar op te halen. Als je de plant bekijkt dan merk je dat die er behoorlijk variabel uit kan zien: soms hebben ze sterk gekroesde en stekelige bladeren, soms zijn de bladeren juist wat vlakker en zijn er nauwelijks stekels te bekennen. Hoe de plant er uit ziet, hangt mede van de omgeving af. Als er kans is op vraat, bijvoorbeeld in een weiland, dan zal de plant investeren in stekelig krulblad om te voorkomen dat hij in een koeienmaag verdwijnt. Op een akker tussen cultuurgewassen is dat niet nodig, daar besteedt de akkerdistel zijn energie aan andere dingen.


De plant kan agrariërs (en menige tuinliefhebber) tot wanhoop brengen, want het is een taaie rakker die zich snel kan uitbreiden. De akkerdistel maakt op 20 tot 30 centimeter onder de grond een ver kruipend horizontaal wortelstelsel aan. Alsof dat nog niet genoeg is, ontspringen hieraan verticale wortels die twee meter de grond in boren. In Noord-Amerika zijn zelfs worteldieptes tot 7 meter vastgesteld. Wortelstukjes van 1 centimeter kunnen al weer tot een nieuwe plant leiden, elk jaar ploegen heeft dus één groot akkerdistelveld tot gevolg. De enige oplossing is om de plant met rust te laten; dan worden minder wortelknoppen gevormd en verdwijnt de plant. Dat is in een mooi rijmpje samengevat:

Distels breken is distels kweken
Distels maaien is distels zaaien
Distels trekken is distels stekken
Maar distels laten staan
Is distels kapot laten gaan.

Het enige dat je dan nodig hebt is een beetje geduld :). In het filmpje van deze week zie je de dagpauwoog, het groot koolwitje en landkaartjes van de zomergeneratie te midden van veel andere insecten op de akkerdistels. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.




donderdag 20 juli 2017

Schoenlappers en andere bartypes

De kroeg is open! Vlinders, zweefvliegen, hommels en bijen krijgen er niet genoeg van: van de vroege ochtend tot de late avond drinken ze nectar uit de vlinderstruik in mijn tuin. 's Nachts ruik ik de zware, zoete geur; de plant maakt genoeg nieuwe nectar voor de dag van morgen.
Het was meer dan 10 jaar geleden dat ik de hoornaarzweefvlieg (ook wel stadsreus genoemd) in mijn buurt tegenkwam. Hij komt in Nederland niet heel algemeen voor. Veel zweefvliegen vermommen zich als gevaarlijker soortgenoten, zoals hommels, bijen en wespen. Zonder te hoeven investeren in angels en gif, zijn ze door deze zogenaamde mimicry toch beschermd tegen aanvallers. Deze nectareter lijkt (zoals de naam doet vermoeden) op de hoornaar, een pijnlijk stekende wespensoort. Zweefvliegen zijn te herkennen aan het feit dat ze maar twee vleugels hebben (zoals alle vliegen) in plaats van vier (zoals de wespen en bijen). Ook missen ze de 'wespentaille'. Specifiek voor zweefvliegen is dat ze kunnen 'stilhangen' in de lucht. De hoornaarzweefvlieg voedt zich met nectar en stuifmeel. Zoals je in het filmpje kunt zien, is zijn zuigorgaan daarop afgestemd. Vrij bijzonder is dat de larve leeft op de bodem van een wespennest en daar de taak van vuilnisman op zich neemt: hij eet afval zoals dode wespenlarven en stervende wespen. Hoe het beestje zonder afweermiddelen kan leven tussen de wespen zonder gedood te worden is iets dat de wetenschappers nog moeten uitzoeken.
Onder de andere bezoekers van de vlinderstruik zijn veel leden van de zogenaamde schoenlappersfamilie. Ik heb het dan over vlinders. Soorten zoals de atalanta, dagpauwoog, distelvlinder en de kleine vos die je in het filmpje ziet behoren tot deze familie. Hoe ze aan hun naam komen vind ik persoonlijk een beetje vergezocht, maar iemand zal er wel een associatie bij hebben gehad: vroeger werden schoenen met een 'gaatje' opgelapt door er een stukje op te zetten. Dat had vrijwel nooit de kleur van het oorspronkelijke leer waardoor de schoenen er 'opgelapt' uitzagen. Welnu de reden waarom die vlinders zo genoemd worden is de lappendeken van bruine vlekken aan de onderkant van hun vleugels. Kijk en oordeel zelf. 



maandag 19 september 2016

De herfst komt er aan


Deze week begint officieel de herfst. De dagen worden korter, het zonlicht kleurt geler en insecten zoeken naar voedsel in de laatste bloeiende bloemen. Ik heb daarvoor speciaal een aantal najaarsbloeiers in mijn tuin geplant, zoals de hemelsleutel, die bloeit met roze bloemschermen. Ook de zonnehoed (Echinacea) wordt graag bezocht door insecten. Een behoorlijk aantal insecten zal de winter niet overleven, ze zoeken misschien nog voedsel om de laatste nakomelingen te laten opgroeien. De dagpauwoog (met die fraaie paarsgele stippen (ogen) op de vleugels) gaat binnenkort in winterrust. De vlinder zoekt een beschut plekje dat niet te warm of te koud en niet te vochtig is. Een schuurtje bijvoorbeeld is prima. Hier kan de vlinder vorstvrij in een hoekje hangen tot de lente weer aanbreekt. Mocht je zo'n vlinder in een verwarmd vertrek aantreffen, zet hem dan nu nog buiten. Want als het eenmaal winter is en de verwarming gaat aan, dan wordt de vlinder wakker en kan hij geen voedsel vinden. Dat wordt hem noodlottig.
De andere vlindersoort in het filmpje, de atalanta, moet nog goed bunkeren. Want net als sommige vogels, gaat dit tere diertje binnenkort op trek om in Zuid-Europa te overwinteren. De nakomelingen zullen daar als ei, rups of pop overwinteren en in het voorjaar als vlinder de tocht naar het noorden ondernemen. Atalanta's houden behalve van nectar ook van rottend fruit, dus met een vergeten appeltje of peertje dat weg ligt te kwijnen op de fruitschaal doe je ze een groot plezier. In het filmpje zie je verder o.a. nog houtpantserjuffers en heidelibellen. Ook de paardenbijter is een libel, je herkent 'm aan het gelige spijkervormige vlekje vlak onder het borststuk. Deze libel kun je nu nog volop zien.

Geniet nog even van de laatste insecten en kijk bij gelegenheid eens rond in je tuin of er genoeg bloeiend spul staat. Anders kun je nu vast plannen welke planten je volgend jaar gaat toevoegen.