zaterdag 24 april 2021

Een slagveld op de vierkante meter

Kikkerliefde in onze vijver

Al jaren heb ik een minivijvertje in de tuin, meer dan anderhalf bij twee meter is-ie niet, maar ik beleef veel plezier aan het waterleven. Meerdere bruine kikkers wonen er en in het voorjaar krioelt het van de kleine watersalamanders. En dat is niet altijd een gelukkige combinatie. De opnamen van het filmpje van deze week maakte ik vorig jaar, maar nu pas kwam ik er aan toe om het vele materiaal te monteren. Ik hoorde de bruine kikkers kwaken; een bescheiden geluid vergeleken met groene kikkers uit de sloot voor ons huis, die me 's nachts uit hun slaap houden. De kinderstemmen van de buurmeisjes klonken boven het zachte gesnor van de bruine kikkers uit. Al snel brak de fase van paring aan. Dat is trouwens geen echte paring, de eitjes van de kikkers worden uitwendig bevrucht als ze het lichaam van de vrouwtjes verlaten. Een homp kikkerdril sierde de vijver. Bruine kikkers paren vroeg in het jaar, het water is dan nog koud en het drijvende kikkerdril moet het vooral hebben van de zonnewarmte aan het oppervlak. Tegen de tijd dat groene kikkers eieren leggen is het water opgewarmd, die eieren liggen meer in het water dan erop. 

Kleine watersalamander eet kikkereitjes

De drijvende klomp werkte als een magneet op de aanwezige kleine watersalamanders. Zij hadden wel trek in een eiwitrijk hapje ter afwisseling van hun eigen liefdesescapades. Ze vielen aan op de kikkerdril en probeerden de eitjes uit het geleiachtige omhulsel te krijgen. Het kostte moeite maar het lukte. In de loop van de dagen verdwenen meer en meer eitjes, tot en op het laatst bijna geen zwarte stipjes meer zichtbaar waren. Uiteindelijk zagen we later in het jaar één klein kikkertje. Misschien de enige overlevende..... Intussen legden de salamandervrouwtjes ook eitjes. Eerst dacht ik dat er een dode salamander in de vijver lag: doodstil lag het vrouwtje op haar zij, een blaadje tussen de pootjes geklemd. Na een tijdje kwam er toch beweging in en realiseerde ik me dat het ik het gedrag zag dat in in mijn blog van 16 mei 2017 heb beschreven. Klik hier om dat nog eens na te lezen. 

Het filmpje van deze week kun je bekijken door hier te klikken



zaterdag 17 april 2021

Ieder zijn eigen nestje

Het was al een tijdje grauw weer, maar om even buiten te zijn, liep ik toch maar weer eens gewapend met de camera een rondje door het park. En - zoals altijd - bleek er toch weer van alles te zien. Een stelletje wilde eenden paarde, gelukkig niet lastig gevallen door andere eenden. Soms duiken zoveel mannetjes op een vrouwtje dat ze (bijna) verdrinkt. Dit zag er alleszins normaal uit en na de paring gingen de eenden langs de rand van het water hun verenkleed verzorgen. Als er een nestje komt, zal dat verscholen liggen tussen begroeiing. Het is niet meer dan een kuiltje met wat takjes en mos of dons voor de isolatie. Soms kiezen wilde eenden ook een knotwilg uit om te broeden. Er kunnen wel dertien eieren gelegd worden, die 24 tot 32 dagen bebroed worden. Het duurt dan nog 1,5 tot 2 maanden eerder de eendenkuikens kunnen vliegen. 

Nest van een wilde eend
Foto Petritap - Own work, CC BY-SA 4.0,
https://commons.wikimedia.org/

Verderop hoorde ik het kenmerkende kroe-kroe van een fazant. Ik had al twee keer een vrouwtjesfazant gezien, scharrelend tussen de struiken. Ik kreeg haar niet in beeld, want zodra ik de camera in stelling bracht, kroop ze dieper in het struikgewas en zag ik haar niet meer. Nu liepen ze op een afstandje in het gras, het mannetje in schitterend 'huwelijkskleed'. Het vrouwtje pikte op enige afstand van de man voedsel op. Hij paradeerde er naar toe en zette zijn borst op om nog imposanter over te komen. Deze keer lukte het om te filmen, tot er een hondenuitlater aan kwam. Het vrouwtje verdween tussen de warrige struiken van de sneeuwbes en liet zien hoe goed haar schutkleur was. Ik hoop dat er een nestje van komt, want de jongen blijven hangen in de buurt van hun geboorteplek. Fazanten komen oorspronkelijk uit Azië en zijn in Nederland, in het verleden, uitgezet voor de jacht. Nu mag dat niet meer. Dat uitzetten dan, jagen mag nog wel. De fazanten zijn nu even uit de gevarenzone, want de hennen mogen bejaagd worden van 15 oktober tot eind december. De hanen mogen een maand langer worden geschoten: 31 januari sluit het jachtseizoen voor de mannetjes. Al met al is dus wel duidelijk waarom de fazanten op hun tellen passen. Ook fazanten broeden op de grond, met een goed verscholen nest. Net als bij de wilde eend, is de fazanthen de enige die broedt op de 10-14 eieren, omdat ze met haar bruine verenkleed niet opvalt. Fazanten leven in een haremstructuur, een mannetje kan meerdere vrouwtjes hebben. In het park heb ik niet meer dan één vrouwtje tegelijk gezien. 

Nest van een fazant
Foto: Foto Reves - Own work, CC BY-SA 4.0,
https://commons.wikimedia.org/

Ik had mijn statief al ingeklapt en liep op huis aan, toen ik nog een vogelsoort tegenkwam die zich druk maakte om huisvesting. Halsbandparkieten broeden in boomholten: in natuurlijke gaten of spechtenholen. In dit geval zag ik drie parkieten op een mezenkast zitten. Die zijn in het park opgehangen om de natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen te bevorderen. De parkieten zagen wel iets in dit penthouse, maar de voordeur is te klein. Met de dikke rode snavel probeerde er eentje het gat groter te maken. Door de anderen werd dit liefkozend gade geslagen; het leek of de harde werker af en toe een aai kreeg. Halsbandparkieten leggen 3-4 eieren, na de geboorte zitten de jonkies nog 50 dagen in het nest. De kleintjes van de wilde eend en fazant scharrelen dan al lang zelfstandig rond.

Halsbandparkieten broeden in boomholtes
Foto: Thomas Schoch - own work, CC BY-SA 3.0,
https://commons.wikimedia.org/

Bekijk de voorjaarsactiviteiten in het filmpje van deze week door hier te klikken



zaterdag 10 april 2021

Twee houtduiven die het goed met elkaar kunnen vinden

Vorig jaar schreef ik al eens over het paar- en nestgedrag van de houtduif. In het park leven heel wat paartjes van deze soort. Dus is het nu een drukte van belang met het afbakenen van de territoria. Het mannetje maakt vanuit een hoge positie een glijvlucht, die soms gepaard gaat het luidruchtig vleugelgeklapper. Vrouwtjes inspecteren de territoria en strijken af en toe neer op een tak in de buurt van een mannetje. Het mannetje buigt dan voor het vrouwtje, zoals je in het filmpje van bovengenoemde blog kon zien. Dit heeft dezelfde functie als het kokmeeuwgedrag dat ik onlangs beschreef: kokmeeuwen draaien hun donkere kop weg om minder agressief over te komen op een vrouwtje. En zo is de buiging voor het duivenvrouwtje ook bedoeld. Het mannetje begint op een afstandje en tussen de buigingen door probeert hij haar steeds verder te naderen. De paarvorming is dan nog niet meteen een feit. Het proces kan zo maar een tijdje stilgelegd worden als het ineens weer een tijdje koud weer is. 

Verliefde houtduiven

Maar deze dag in het park was een zonnige dag met een lentetemperatuurtje. Daarom kon ik getuige zijn van de volgende fase in de verlovingstijd van de houtduifjes: het 'minnekozen'. Eerst zag ik ze trouwens synchroon bewegen waarbij de hun vleugels leken te verzorgen en hun hoofd in hun nek legden, dat ging in een behoorlijk tempo. Daarna kroelden ze met hun snavel in elkaars nek. Tussendoor was er een korte pauze om de veren glad te strijken en dan begon het schouwspel opnieuw. Aan het eind bogen ze tegelijkertijd, alsof ze hadden ontdekt dat ze publiek hadden :). Tijdens de razendsnelle paring die uiteindelijk volgde stond de camera net even uit..... 

Bekijk het grappige schouwspel in het filmpje van deze week door hier te klikken.

Ook de gaaien waren weer op liefdespad, daaraan wijdde ik vorig jaar deze blog



zaterdag 3 april 2021

De eerste blaadjes

Vlier heeft geen knopschubben,
de blaadjes zijn de hele winter onbeschermd

Toen ik opstond was het mistig, ik hoopte dat de zon de nevel met een gouden gloed zou verdrijven, maar de mist bleef heel lang hangen zonder dat de zon er doorheen brak. Het was bovendien bitterkoud. Sommige bloem- en boomknoppen stonden op barsten en de eerste blaadjes kwamen uit. Dat gebeurt niet bij alle bomen tegelijk. Ik vroeg me af waar dat mee te maken heeft. In principe zijn bomen er in de lente bij gebaat zo snel mogelijk bladeren (die de hele winter beschermd in de knop kant-en-klaar hebben zitten wachten op de warmere dagen) te laten ontluiken en de voedselproductie van de boom op gang te brengen. Maar als ze te vroeg zijn, loert de kans op vorst en beschadiging van het blad of erger. Bladeren van sommige soorten zijn daarvoor gevoeliger dan andere. Dus waar de ene soort al met groene blaadjes prijkt, houdt de andere soort het groen nog verborgen. Iedere boom heeft zijn eigen optimale moment van ontluiken. Maar hoe bepaalt een boom dat? Dat verschilt ook weer per boom, maar een aantal signalen speelt daarbij een rol: hoeveel vorstdagen er zijn geweest, het aantal warme dagen dat is gepasseerd en daglengte. Die laatste is natuurlijk een heel constante factor. Dan spelen lokale omstandigheden een rol zoals temperatuur van de bodem; zand warmt sneller op dan klei bijvoorbeeld. Ook speelt de leeftijd van de boom mee: kleine bomen ontwikkelen eerder bladeren dan hoge, oude bomen. Dat komt doordat de signalen om bladeren te laten ontluiken wordt gegeven door hormonen in de wortels. Die hormonen moeten omhoog gepompt worden tot in de bovenste takken en dat duurt bij hoge bomen langer dan bij lage. Tenslotte is er sprake van genetische variatie. Als je een zaadje van een boom uit Zuid-Europa hier plant, zal die boom eerder uitlopen omdat die boom 'geprogrammeerd' is op andere omstandigheden, namelijk een vroeger voorjaar. 

Als de omstandigheden op een zeker moment gunstig zijn, dan gaat de ontwikkeling van het groen ineens razendsnel. Door celdeling en celstrekking kunnen plantendelen centimeters tot zelfs decimeters per dag groeien. Die celdeling schijn je op het hoogtepunt van de groei zelfs door de microscoop te kunnen zien. 

In het filmpje moet je het voorlopig nog even doen met de belofte aan al dat groen. Klik hier om de film te bekijken.