Posts tonen met het label ganzen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ganzen. Alle posts tonen

zaterdag 12 oktober 2019

Eerst flinke trek en dan op trek

Oktober is de piekmaand in de vogeltrek
Oktober is de piekmaand in de vogeltrek. Boven Nederland kun je dan honderdduizenden vogels waarnemen die vanuit het noorden naar zuidelijke landen trekken. Ze reizen in feite hun voedsel achterna, want als de dagen kouder worden vliegen er geen insecten meer. Veel vogels trekken trouwens 's nachts, dus dan kun je ze alleen horen. De afgelopen weken hoorde ik in de schemering het gakken van de ganzen, voor mij in de polder een typisch nazomergeluid. Ze strijken hier massaal neer om bij te tanken of om er de winter door te brengen op de graslanden.
Vogels hebben verschillende strategieën voor de trek. Sommige vogels zorgen voor een bescheiden vetreserve en maken op hun reis diverse tussenstops om bij te tanken. Ze vliegen enkele honderden kilometers naar een geschikte plaats om te eten, bijvoorbeeld een moeras of drasland en trekken dan weer verder. Zij doen wat langer over de reis omdat ze meestal enkele dagen bijtanken voor ze verder vliegen. In het najaar maakt dat niet zo veel uit, maar in het voorjaar verliezen ze daarmee kostbare tijd in de strijd om de beste nestplekken.
Andere soorten vreten zich moddervet en leggen soms duizenden kilometers achter elkaar af. Die vogels eten zoveel dat ze voor de trek twee keer zo zwaar zijn als normaal. Om zoveel te kunnen eten wordt hun lichaam aangepast: door veranderingen in de hormonen krijgen ze enorme trek en wordt hun maag maar liefst twee keer zo groot. En als ze gaan vliegen wordt de maag juist heel klein, want die hebben ze even helemaal niet nodig en een kleinere maag scheelt in het gewicht. Al dat eten wordt opgeslagen in vet, dat veel energie geeft en weinig afvalstoffen. Via het bloed gaat de energie uit dat vet rechtstreeks naar de spieren.

In de polders rond de molenviergang in Aarlanderveen verzamelden zich de afgelopen weken veel ganzen en zag ik ook wat andere vogels. Op het hekje bij een van de molens zat een vogel die ik niet zo snel kon thuisbrengen. Na wat zoekwerk in mijn vogelboek denk ik dat het een mannetje gekraagde roodstaart is, in herfstkleed. Mocht ik mij vergissen, laat het dan weten in een bericht onder deze blog. Bekijk deze vogel, een jong puttertje op de distels en de vele ganzen te midden van het typisch Nederlandse polderlandschap in het filmpje van deze week. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.


zondag 25 februari 2018

Ganzen op de vlucht voor vliegende deur

Foto: Wikimedia, door Bohuš Číčel (https://www.flickr.com/photos/bcicel/)
Het is al weer een paar weken geleden dat we op een zondagmiddag naar de Groene Jonker, een plas/dras gebied bij de Nieuwkoopse Plassen, vertrokken. Direct bij aankomst merkten we de enorme onrust onder de vogels op. In het gebied jaagt regelmatig een slechtvalk dus we waren nog niet meteen in de hoogste staat van paraatheid. Toen bleek dat niet alleen de eenden het luchtruim kozen maar ook ganzen uit het water opstegen, bedachten we dat er meer aan de hand moest zijn. Snel pakten we onze verrekijkers en kregen we de 'vliegende deur', zoals de zeearend ook wel genoemd wordt vanwege zijn enorme spanwijdte, in het vizier. Van vleugelpunt tot vleugelpunt kan de afmeting bijna 2,5 meter bedragen. De zeearend is te vinden in waterrijke gebieden en vangt daar vis, die hij van het wateroppervlak pakt, eenden, koeten, ganzen en zelfs voor zwanen schrikt hij niet terug. Soms lukt het hem om een haas te vangen. Door de verrekijker zagen we de enorme gele snavel en de machtige klauwen. Om te filmen was ik te laat. Op zijn gemak vloog hij (of zij) naar de weilanden aan de rand van de Groene Jonker, zich ogenschijnlijk niet bewust van de onrust die hij veroorzaakte op het water. Gek genoeg leek hij ook helemaal niet op jacht, maar de ganzen in de weilanden namen het zekere voor het onzekere en vlogen snel langs de boomtoppen richting het water. Met maar vijf broedparen in Nederland is het heel bijzonder om deze vogel te zien. Ze broeden al vanaf januari in grote nesten die meerdere jaren achter elkaar gebruikt worden, in de Biesbosch, de Flevopolders en bij het Lauwersmeer. In de winter is de kans om ze te zien trouwens iets groter, er zijn dan regelmatig 25 overwinteraars of doortrekkers geteld. We vervolgden onze wandeling, maar de onruststoker was nog niet klaar. Achter de dijk gingen duizenden ganzen de lucht in, ik denk dat er niet ééntje durfde te blijven zitten toen de zeearend daar overvloog. Terwijl de ganzen hun hachje probeerden te redden, ging het wandel/fiets/autoverkeer op de dijk gewoon door. Een vervreemdend gezicht. Later op de middag was de rust weergekeerd.


E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien.




Dit jaar is er door de Vogelbescherming een webcam opgehangen bij een zeearendnest in het Friese natuurgebied de Alde Feanen, deze kun je bekijken via deze link. Op deze pagina vind je ook blogs en leuke weetjes over de zeearend.

maandag 5 december 2016

Duizenden eenden en ganzen

Wanneer de slootjes en andere ondiepe wateren bevroren raken, verzamelen eenden en ganzen zich op plekken met dieper water dat niet zo snel dichtvriest. Vandaag zochten we daarom de Reeuwijkse Plassen op. Dit natuurgebied is 600 hectare groot en speciaal voor wintergasten als kolgans, kleine zwaan, slobeend, smient en krakeend aangewezen als Natura 2000-gebied. In tijden van vorst kunnen hier wel 100.000 vogels worden gezien! De polders bieden voedsel en het water zorgt voor rust en bescherming tijdens de nacht. We zagen duizenden smienten, de mannetjes zijn goed te herkennen aan de bruine kop met een goudgele 'veeg' erover. Het fluitende geluid dat je in de film hoort, is van deze vogels. Ze worden om die reden ook wel fluiteenden genoemd. Krakeenden zag ik een tiental jaren geleden maar af en toe, maar de laatste tijd zijn ze steeds meer aanwezig. Het zijn wat kleinere eenden, met een subtiel verenkleed. De mannetjeskrakeend herken je aan het zwarte kontje. De nijlganzen poetsten hun verenkleed en produceerden een geluid dat leek op een slecht startende motor. Op de weilanden lieten de grauwe ganzen en kolganzen (met een stukje wit langs de snavel) zich in grote aantallen zien. Ook fazanten zochten er eten. Tussen de bruine vrouwtjesfazanten liep een watersnip. Meestal zitten die vlak bij het water. Maar daar is de grond al bevroren, vandaar dat ze nu op wat hoger gelegen stukjes hun eten moeten zoeken. Tegen zonsondergang zochten steeds meer vogels het water op; een spectaculair gezicht. Natuurlijk heb ik alles weer vastgelegd in een filmpje.