woensdag 27 maart 2024

Rammeltijd voor de hazen

Afgelopen weekend bekeek ik het weerbericht en zag al snel dat ik zaterdag op pad moest gaan om te filmen. Voor zondag stond weer eens regen gemeld, alsof er niet genoeg gevallen was de afgelopen maanden. Op zaterdagochtend stond er een straffe wind en wolken hingen dreigend boven de polder. Maar de zon scheen tussen de wolken door en ik besloot nogmaals naar de Wijde Aa te gaan om te zien of er inmiddels een blauwborst gearriveerd was. Dat bleek niet het geval. Ik verwonderde me er wel over dat in een paar dagen tijd veel bloemen in bloei waren gekomen. Ik kon in mijn stoepplantjesalbum weer een paar soorten bijschrijven, daarover binnenkort een update. 


Het onderwerp dat me het langst bezig heeft gehouden die dag was een groep hazen, heel toepasselijk in de aanloop naar Pasen :). De paartijd wordt bij hazen rammeltijd genoemd en begint in december/januari en kent een piek tussen februari en april. Meestal eindigt de rammeltijd in juli of september, maar tot in de winter komen paringen voor. Op mijn struintochten zie ik vaak een enkele haas (zoals in het filmpje in mijn blog van vorige week), maar deze keer zaten er acht bij elkaar. De rammen komen in de rammeltijd op de moerhazen af en verzamelen zich in kleine groepjes. Ze ruiken onder de staart van de moer de geurstoffen uit klieren om te bepalen of ze bronstig ofwel ontvankelijk is. Een moerhaas heeft gedurende de rammeltijd een cyclus van zes weken, waarin ze slechts op één dag enkele uren ontvankelijk is. De rammen moeten dus veel geduld hebben en in de buurt van het vrouwtje blijven om kans te maken op een paring. Ik ook trouwens, want de meerderheid van de tijd zaten de hazen te soezen of wat te knabbelen van de plantjes en het gras. Gelukkig stond ik een beetje beschut van de wind tussen twee heggen, uitkijkend over de polder beneden mij. Zoals het ik waarnam leek er een moertje te zijn en zeven mannetjes. Dat is nog niet het maximum, want groepen tot veertien rammen kunnen worden gezien rond een moerhaas. 

Concurrenten wegjagen tijdens de rammeltijd

De dominante ram gaat af en toe naar het vrouwtje toe en besnuffelt haar neus. Dit gedrag, waarbij geurstoffen worden uitgewisseld, bevordert de ovulatie. Hierna richt het mannetje zich op de achterpoten en slaat met zijn voorpoten in de lucht. Als het vrouwtje ontvankelijk is, zal zij het gedrag imiteren, zonder het mannetje aan te raken. Ze zal het mannetje echter nog steeds van zich afslaan als hij haar van achteren benadert. Bij inmenging van een ander mannetje in het ritueel zal er commotie ontstaan tussen de aanwezige mannetjes, waarbij er achtervolgingen of boksgevechten uitbreken. 

Ik zag dat één haas in de groep zich het meest met het vrouwtje bezig hield en het hier boven beschreven gedrag vertoonde. Maar vandaag was niet de dag. Het luchtboksen werd niet beantwoord en het moertje draaide zich weg als het mannetje haar wilde benaderen. Een paring filmen zat er deze keer niet in. Maar ik had toch weer een mooi schouwspel meegemaakt.

Beleef het mee in het filmpje door hier te klikken. Fijne paasdagen!



donderdag 21 maart 2024

Krachtmeting van fazanten en ander lentenieuws

Afgelopen woensdag is de astronomische lente begonnen. 20 maart om 4.06 Nederlandse tijd was het zo ver. De zon stond toen loodrecht boven de evenaar en dat betekent dat dag en nacht even lang zijn. Vanaf nu gaat het daglicht het weer winnen van de donkere nacht. Na lange tijd besloot ik de filmcamera weer eens op te pakken. Het was zwaar bewolkt en er vielen om de zoveel tijd een paar drupjes. Voor het filmen waren de lichtomstandigheden niet ideaal, maar de temperatuur was heerlijk en er was nauwelijks wind. Dat is dan weer een voordeel bij het opnemen van (vogel)geluid. Ik besloot te gaan wandelen langs de Wijde Aa, in de hoop zo veel mogelijk verschillende waarnemingen te kunnen doen. Er zijn bosschages, maar ook open veld en water. Mijn doelsoort waren blauwborsten, vogeltjes die momenteel ons land weer binnenstromen en waarvan ik weet dat ze menig jaar bij de Wijde Aa vertoeven. In 2017 had ik daar als eens een opname van de blauwborst gemaakt (klik hier om naar dat blog te gaan). Maar dat was nog in HD gefilmd. Ik wil graag nog eens een 4K opname van dit prachtige beestje maken. 

Dagpauwoog op een wilgenkatje

Toen ik bij het haventje uit de auto stapte, was er al meteen een vogelconcert aan de gang. Als eerste spotte ik een zingende heggenmus en het indringende "tjiftjaf" van de gelijknamige vogel klonk er doorheen. Dat kleine vogeltje zit meestal hoog in de boom, maar ik kreeg 'm met de camera toch te pakken. Ook de koolmees was niet te missen. Genietend van het vogelconcert zag ik dat de wilgen aan het bloeien waren; met hun gele pollen vormden ze een welkome voedselbron voor hommels en andere insecten. Een dagpauwoog zat te zonnen om op te warmen en niet lang daarna zag ik de vlinder nectar slurpen op een wilg.

Sleedoorn

Een eksterpaar bouwde driftig aan hun nest; ze sleepten takken aan en verwerkten die in hun bouwwerk. Een torenvalk postte in een boom, speurend naar prooi en de sleedoorns bloeiden volop met hun prachtige witte bloemetjes. De temperatuur liep op tot een graad of 18, dus het was heerlijk om buiten te zijn. Ik hoorde scholeksters en wulpen, zag futen baltsen en een blauwe reiger stond zijn broedkleed met pronkveren te poetsen. Een stukje plasdras herbergde een paar grutto's; een mannetje probeerde een vrouwtje te imponeren in de hoop op een paring. Maar die vlieger ging niet op. Nog steeds was er geen blauwborst te bekennen. Ik hoorde een rietgors en de cetti's zanger, maar geen geluid dat uit het 'blauwe keeltje' zou kunnen komen. Ik moet dus binnenkort opnieuw op pad. 

Terwijl ik ingespannen stond te luisteren naar mogelijke blauwborstzang - met mijn blik op oneindig :) - zag ik dat twee mannetjesfazanten in elkaars territorium dreigden te komen. Zo kreeg ik iets te zien dat ik niet eerder zelf heb waargenomen: een krachtmeting tussen fazanten, waarbij ze elkaar de maat namen en aanvallen uitvoerden.

Krachtmeting van fazanten

De fazanten stonden afwachtend tegenover elkaar en hielden de andere vogel nauwlettend in de gaten. Af en toe viel er eentje uit, door op te springen en pikbewegingen te maken. Deze twee leken aardig aan elkaar gewaagd, want geen van beide was bereid om de aftocht de blazen. Ze liepen naast elkaar om vervolgens weer de dreighouding aan te nemen en dan begon het riedeltje weer van voren af aan. Op het laatste verhief één fazant zich en maakte het bekende hese kakelende geluid. Of hij daarmee de victorie kraaide zal ik niet weten. Later zag ik ze wel op twee verschillende percelen lopen, gescheiden door een slootje.  
Fazanten hebben een territorium van ongeveer 5 hectare, jongere hanen nemen soms genoegen met (de helft) minder. De fazanthaan lokt hennen door regelmatig te kraaien en met de vleugels te roffelen. 
Een haan heeft meerdere hennen, die hij geregeld het hof maakt tot de eieren zijn gelegd. Het bruine vrouwtje is goed gecamoufleerd en neemt het broeden op zich, dat ongeveer een maand duurt. De fazanthaan acteert in die tijd als bliksemafleider. Met zijn opvallende verenkleed blijft hij ver van het nest om de aandacht van predatoren op hem te vestigen en niet op de broedende hennetjes. Pas uitgekomen fazantjes volgen onmiddellijk de moeder, het zijn nestvlieders. 

Al mijn waarnemingen zijn geboekstaafd in een filmpje. Klik hier om dat te bekijken. 

  
   

vrijdag 15 maart 2024

Texel in de ban van de giervalk

De krokusvakantie hebben we doorgebracht op Texel. De zaterdag dat we aankwamen (17/2) zou volgens buienradar de enige droge dag van de week zijn. Voor de volgende dag stond 24 uur regen gepland (en die voorspelling kwam ook uit). Na de bagage te hebben gedropt in ons vakantiehuisje, besloten we meteen met de telescoop op pad te gaan. Deze winter was er namelijk een giervalk gesignaleerd. Dat is tamelijk bijzonder want deze vogel was slechts negen keer eerder in Nederland waargenomen, en nog nooit op Texel. Begin februari stonden de vogelaars met camera's en telescopen dan ook te dringen bij het uitkijkpunt van De Slufter, zoals je kunt zien op deze foto in de Texelse Courant

Half februari waren er nog steeds vogelaars actief om de giervalk te spotten, maar niet meer in die aantallen. Via waarneming.nl achterhaalden we dat de vogel die dag in De Muy zat, dus daar klommen we het duin over om te gaan wandelen. Als snel kwamen we een Engels echtpaar tegen, ze hadden de giervalk gezien ...... toen hij wegvloog. Dat was jammer, want een giervalk kan in korte tijd flinke afstanden vliegen en dan zomaar opduiken op Schiermonnikoog of in Groningen. Het was echter droog en we hadden zin om lekker te wandelen, dus we besloten het voorgenomen rondje toch te maken. Omdat de vogel al langere tijd op Texel 'rondhing' bleven we toch speuren met de verrekijker. 

Speuren naar de giervalk

Af en toe brak een zonnestraal door de wolken, maar niet langer dan een paar seconden. Plotseling dook de giervalk weer op en ging op een struikje zitten. Meer dan een wazig plaatje zat er niet in, door de grote afstand en het slechte licht. Maar ook omdat achter ons een grotere groep vogelaars opdook. De vogel was gevlogen. 

Giervalk op Texel

Ook nu vervolgden we onze wandeltocht, en iets later hadden we toch weer geluk. De vogel liet ons zijn spectaculaire vliegkunsten zien en ging opnieuw op de struik zitten. Wij waren inmiddels op nog grotere afstand, maar door de telescoop konden we de giervalk prachtig bewonderen. Volgens de informatie van de vogelaars op waarneming.nl betrof het een tweedejaars mannetje. Op onderstaande foto van Wikimedia kun je een juveniele giervalk beter zien.

Juveniele giervalk. Foto: George Lalla - Own work, CC BY-SA 3.0, wikimedia

Ik vond het silhouet van de vogel wel iets weghebben van een 'body builder buizerd'. Hij is ongeveer even zwaar (van 1 kg voor een mannetje tot 1,4 kilo voor een vrouwtje) en even groot als een buizerd (spanwijdte 125-135 cm), maar het grote verschil zit 'm in de vliegsnelheid. De buizerd is een trage vlieger, zweeft liever op thermiek of jaagt vanaf een paaltje. Een giervalk kan in horizontale vlucht 130 km per uur vliegen. In duikvlucht om een prooi te pakken haalt-ie wel 200 km per uur. Het voedsel bestaat uit een grote verscheidenheid van zoogdieren en vogels, uiteenlopend van spitsmuis tot haas, en van sijs tot gans. Ook roofvogels waaronder de buizerd en zelfs de slechtvalk staan op het menu. Die laatste is toch ook niet bepaald de langzaamste!

De vogel broedt op rotswanden, wat verklaart waarom we 'm in Nederland zo weinig zien :). Eindeloze rotsige boomloze toendravlaktes zijn daar het jachtdomein. Giervalken vangen daar (pool)hazen, sneeuwhoenders en zeevogels. Het jachtgebied op Texel zag er enigszins hetzelfde uit, zonder de rotsige bodem dan. 

De Slufter; het jachtgebied van de giervalk op Texel

Zeer tevreden met onze waarneming gingen we naar het huisje om onze bagage uit te pakken en ons te installeren voor de week. De regenwolken kwamen er al aan...

Morgen 24 uur regen....

Twee dagen later hebben we de giervalk nog één keer gezien, op een paaltje in de Slufter. De vogel is op 23/2 voor het laatst gezien op Texel en de giervalkenkoorts is inmiddels gezakt. Hopelijk heeft de giervalk zijn weg gevonden naar Noord Noorwegen, dat is het dichtstbijzijnde broedgebied van de vogel. Wellicht zien we ooit een van zijn nazaten nog eens op Texel!


dinsdag 12 maart 2024

Zonnetjes en sterren

Februari was warm maar vooral ook nat, zoals we merkten tijdens onze week op Texel in de krokusvakantie. Aan dat tripje wijd ik binnenkort een paar blogjes. Maar nu even tijd voor wat vrolijke lentebodes. Vorige week waren er een paar zonnige, bijna windstille dagen en twee voorjaarsbloeiers schoten de grond uit: speenkruid (de sterren uit de titel) en klein hoefblad (de zonnetjes) fleurden massaal de bermen op. Klein hoefblad is een pionierplant, die je kunt vinden op pas omgespitte grond en op stortplaatsen waar gruis in de bodem zit. Op de puinhopen van verwoeste steden na de Tweede Wereldoorlog was dit de meest voorkomende plant! Een goed herkenningspunt is de geschubde steel. Het is ook één van de weinige planten waarvan eerst de bloemen ontluiken en dan pas de bladeren. Op onderstaande foto zie je dat de bladeren ook al opkomen, dat gaat zeer rap achter elkaar dit jaar.

Klein hoefblad

Speenkruid dankt zijn naam aan de speenvormige knolletjes. Door de voedselopslag in zo'n knol kan de plant in het voorjaar snel tot bloei komen. Klein hoefblad en speenkruid bloeiden pakweg 50 jaar geleden pas eind maart, en nu dus een week of drie eerder. 

Speenkruid

Sleedoorn

Ook de sleedoornstruiken waren in een witte waas van tere bloemetjes gehuld en dat is altijd weer een mooi gezicht. Veel planten die na de winter als eerste bloeien zijn wit of geel. Om hier meer over te weten komen, zocht ik wat informatie op in het boek 'Niet zonder elkaar - bloemen en insecten". Zo las ik dat van de inheemse planten maar liefst 58% wit of geel bloeit (dat is vergelijkbaar met andere Europese landen en ook andere continenten). 

Wit en geel zijn redelijk energiezuinig voor de plant om te produceren. Een witte kleur ontstaat door lucht in de blaadjes die zorgt voor 100% reflectie. Geen pigmenten aanmaken is dus een flinke besparing. Gele kleurstoffen zijn minder complex om aan te maken dan donkere kleuren zoals paars en blauw. Kleurstoffen voor deze kleuren (zoals anthocyaan) hebben een ingewikkelde chemische samenstelling en dat kost de plant veel energie.

Interessant is verder dat geel een belangrijke rol speelt bij de bestuiving van vroege bloeiers omdat zij afhankelijk zijn van hommels. Deze insecten kunnen al vroeg in het voorjaar vliegen dank zij twee aanpassingen: met hun vliegspieren kunnen zij zich warm trillen op koude dagen en hun dikke harige jas zorgt dat de warmte niet te snel hun lijfje verlaat. Hommels laten zich vooral verleiden door gele kleuren, want geel absorbeert sterker dan andere bloempigmenten het ultraviolette deel van het zonlicht. En dat kunnen hommels goed zien. 

Stuifmeelkorrels zijn vaak geel, ook als de rest van de bloem dit niet is. Doordat de gele kleur het ultraviolette licht absorbeert, beschermt deze kleurstof de spermacellen in het stuifmeel tegen de agressieve straling. En door reflectie van de warmtestraling voorkomen de gele kleurpigmenten dat het kwetsbare stuifmeel oververhit wordt. Reden waarom de plant tussen de 2-4% van het gewicht van elke stuifmeelkorrel aan gele kleurpigmenten besteedt. 

De volgende keer fiets ik iets minder gedachteloos langs al die mooie gele bloemen. Wat zijn het toch indrukwekkende mini-fabriekjes!