Posts tonen met het label krakeend. Alle posts tonen
Posts tonen met het label krakeend. Alle posts tonen

woensdag 26 februari 2025

Baltsende krakeenden

Krakeenden herken je aan de witte spiegel

In de polder zag ik vorige week een erg grote groep krakeenden. De sloten waren grotendeels bevroren, hetgeen wellicht een verklaring was voor de ophoping van de eendjes bij de sloot die nog open was. Krakeenden hebben zo op het oog een saai bruin verenkleed, maar als je het van wat dichterbij bekijkt hebben de veren een mooie, subtiele tekening. De mannetjes zijn niet snel te verwarren met andere eenden door hun zwarte kont; de vrouwtjes lijken op andere eendensoorten zoals de wilde eend en talingen. Je onderscheidt ze dan het beste aan de witte vlek, die spiegel wordt genoemd. Onder vogelaars wordt die in dit geval ook wel aangeduid als 'het suikerklontje'. De krakeenden maken een positieve aantalsontwikkeling door, dus dat is goed nieuws. Bekijk daarvoor maar eens mijn eerdere blogjes over de krakeend

Baltsende man linksonder

Ik had nog nooit zoveel krakeenden bij elkaar gezien. De mannetjes maakten het typische fluitgeluid en ze baltsten door hun kop achterover te gooien en een beetje uit het water omhoog te komen. In principe vormen krakeenden al aan het begin van de winter paartjes; na de rui zijn ze in broedkleed op hun mooist. Misschien baltsen ze nu nog om de paarband te versterken of zijn er nog vrijgezellen die een partner zoeken. Een deel van de eendjes zal nog wegtrekken, het aantal overwinteraars ligt 2-3 keer hoger dan het aantal broeders. En de paartjes die in Nederland blijven hebben ook nog even de tijd. Krakeenden broeden later dan veel andere eendensoorten: vanaf april met de top in de tweede helft van mei. Dat is gemiddeld anderhalve maand later dan de wilde eend.

Het gaat dus nog even duren eer je een krakeend met kleintjes tegenkomt. Als dat al gebeurt, want ze broeden zeer verscholen. Bij verstoring vliegt de moeder op en verstoppen de kleintjes zich in de vegetatie. Ik heb nog nooit kleine krakeendjes gezien, maar wie weet dit jaar.... Ze lijken erg op kleine wilde eendjes, maar ze zijn iets minder contrastrijk (het bruin is lichter) en de snavel van zowel moeder als kinderen onderscheidt zich van de wilde eend door de duidelijke kleurverdeling: onder oranje en boven bruin. De snavel van het wilde eend vrouwtje is ook oranje met bruin, maar het bruin is vlekkeriger van tekening. 

Bekijk de baltsende krakeenden in het korte filmpje van deze week door hier te klikken. Voor abonnee's: als er een advertentie verschijnt als je klikt dan kun je na enige seconden op de groene balk 'go to article' klikken. Je komt dan op mijn blog en kunt doorklikken naar YouTube of andere links. 

Een krakeend met kuikens
Foto USFWS Mountain-Prairie  CC BY 2.0, wikimedia

vrijdag 10 december 2021

Nederlandsche Vogelen

Sinterklaas bracht mij een boekwerk van ruim 5 kilogram. Het betrof de (verkleinde!) hernieuwde uitgave van 'Nederlandsche Vogelen', het allereerste oorspronkelijk Nederlandse boek dat helemaal over vogels gaat. Het boek werd vanaf 1770 gemaakt door uitgever-graveur Sepp en bioloog (en tevens predikant) Nozeman. 

Nederlandsche Vogelen: een kloek vogelboek
(een 'normale' paperback erbij ter vergelijking)

Tot 1829 werden er in totaal 200 vogelsoorten beschreven, voorzien van meer dan 250 handgekleurde kopergravures. Een en ander verscheen in losse onderdelen, die later in vijf delen werden samengebonden. Het was het duurste boek van die tijd: twee generaties uitgevers, vijf auteurs en een flink aantal tekenaars, graveurs en inkleurders werkten er aan mee. Onze Koninklijke Bibliotheek heeft zo'n oorspronkelijke vijfband in haar archief. In 2014 is er een heruitgave gekomen van dat werk in één boek. Als liefhebber van vogels, boeken en geschiedenis overwoog ik destijds dat boek aan te schaffen, maar het formaat en gewicht van die uitgave hielden me toch tegen: ruim 11 kilo en een kleine 50x70 cm maakt het niet tot een boek dat je er even makkelijk bij pakt. Dat er ergens in de afgelopen jaren een 'iets' handzamere versie was verschenen (70% van het oorspronkelijke formaat en iets minder dan de helft van het gewicht) was aan mij voorbij gegaan. Inmiddels was die uitgave uitverkocht, maar tweedehands heeft de Sint er nog een gevonden :). Voor mij ligt dus meer dan 825 pagina's bladerplezier. Ik ben vooral benieuwd welke vogels er destijds in Nederland voorkwamen en wat er al over bekend was. 
Ik besloot eens op te zoeken hoe het zat met twee eendjes die ik die middag tegen was gekomen bij de laatste herfstwandeling van dit jaar. Terwijl de populieren en wilgen hun gouden kleuren tentoonspreidden, dobberden kuifeenden in de Kromme Aar. Krakeendjes zaten er te soezen. Twee soorten waarvan ik de laatste 20 jaar meer en meer individuen zag maar die begin van deze eeuw nog zeldzaam waren. Ik vroeg me af, of deze eendjes al in de 18e eeuw beschreven zijn. Wat me als eerste opviel is dat de vogels toen niet altijd de huidige namen hadden. Gelukkig zit er een index in het boek waarbij je via de nu bekende naam kunt zoeken. 

Kuifeend uit het boek Nederlandsche Vogelen

Wat de kuifeend betreft kwam ik uit bij het toppertje, ook wel kamduiker of rouwbandje genoemd. Ook nu kennen we nog toppereenden, maar die zien er anders uit dan kuifeenden, hoewel ze er veel op lijken. Kuifeendmannetjes zijn geheel zwart met wit, toppers hebben een grijze rug en een groene glans op de kop. Lekker verwarrend dus. Bij elke vogel staat een uitgebreide beschrijving, maar leuker nog zijn de 'aantekeningen', want die zeggen iets over de vogelkennis op dat moment. Bij de kuifeend wordt Linnaeus aangehaald die heeft genoteerd: '' het mannetje verlaat ons, wanneer het wijfje zit te broeden'. De auteurs van het boek voegen hier aan toe: 'Hier uit zou men misschien besluiten mogen, dat er, tegen den aart der eenden, eene éénwijvigheid plaats had in dit ras. Maar, is het niet waarschijnlijker, dat het mannetje, als het wijfje te broeden zit, hetzelve verlaat, om een ander op te zoeken?' 

Prent van een krakeend (man), in de 18e eeuw werden ze anders genoemd

Ook de krakeendjes hadden vroeger een andere naam: ze werden kreest (van: krijsen), roepereend of soms ook gewoon 'krak' genoemd. De roep van deze beestjes is wat schor en krakend, vandaar die laatste naam. Wat ik niet wist, is dat de krakeend vroeger werd gebruikt als lokvogel in de eendenkooi om de wilde eenden in het net te krijgen. Daar dankt hij de naam roepereend aan, en werd om diezelfde reden ook wel baanroeper genoemd. 

Bekijk de beide soorten in het filmpje van deze week, met zoals gezegd, de laatste herfstkleuren tijdens een middag met een sprankje zon. De donkere winter is inmiddels begonnen. Klik hier om het filmpje te bekijken.





zaterdag 30 september 2017

Steeds meer krakeenden

Foto van Wikimedia


Zo'n vijftien jaar geleden waren we ergens in Zuid-Holland op pad. In een slootje tussen de weilanden zagen we ver weg een paartje krakeenden. Wauw: eerste waarneming! De kleine en schuwe eendjes schoven gauw tussen de oeverbegroeiing. Het was te laat om de telescoop op te zetten. Jammer, want krakeendjes zien er misschien wat egaal bruinig uit, maar als je de details van het verenkleed bekijkt zie je dat ze een heel subtiel patroon hebben. De mannetjes hebben een zwart achterlijf met daarboven een witte 'spiegel' (vlek), die trouwens op bovenstaande foto verborgen is onder andere veren. Aan de vrouwtjes kun je goed zien dat ze nauw verwant zijn aan de wilde eend. De afgelopen jaren zag ik de krakeendjes steeds vaker. Ze rukten op naar het stedelijk gebied en werden minder schuw. Grappig genoeg schijnen ze voorkeur te hebben of krijgen voor water waar mensen 'iets' aan hebben veranderd, bijvoorbeeld als er een dam of talud is gebouwd. Mogelijk vinden ze daar algen en wieren op. Ze houden van langzaam stromend zoet water en een goed begroeide oever. Nu zijn ze al een paar jaar ingeburgerd langs de Kromme Aar, een veenriviertje dat aan deze eisen voldoet. Het aantal Nederlandse broedparen wordt geschat op 15.000-20.000. In de trektijd kunnen er meer dan 75.000 krakeendjes passeren. De grootste trefkans heb je in de West-Nederlandse polders. Maar ook bijvoorbeeld in het Haringvliet waar meer dan 10.000 krakeenden verblijven. Het hoeven echter niet altijd grote aantallen te zijn voor een mooie waarneming. Op een prachtige septemberochtend piepte de zon achter de nevel vandaan en belichtte een paartje krakeenden, die ook nog eens weerspiegelden in het water. Bekijk ze in dit filmpje.