Groenling
"Het zal volstrekt niet alleen mijne ervaring zijn, dat het aantal vogels, dat in de nabijheid der menschelijke woningen broedt, zeer groot is. Dit is dunkt me een gelukkig verschijnsel, daar we het hier in onze handen hebben den vogelstand op practische en gemakkelijke wijze te verbeteren of op hetzelfde peil te houden. Eén van de voornaamste oorzaken, zoo niet de voornaamste van deze voorkeur der vogels schijnt wel hierin gelegen te zijn, dat verschillende kleinere en grootere tuinen tegenwoordig een vegetatie hebben, bij uitstek geschikt om vogels te trekken; ja wat broedgelegenheid en voedselvoorraad betreft, vaak meer mogelijkheden bieden dan de vrije natuur."
Zo begint het artikel "Het broeden van vogels in tuinen" in het tijdschrift De Levende Natuur uit 1921. Verderop in de tekst lees ik: " 't Vorige jaar werd ik sterk getroffen door het feit, dat ik in een tuin van 1/4 HA., een klein lapje gronds dus, vijftien (15) nesten vond, waarbij de volgende vogels vertegenwoordigd waren: Merel, Zanglijster, Vink, Groenling, Grauwe Vliegenvanger, Spotvogel, Zwartkopmees, Winterkoning en Houtduif."
Tegenwoordig zijn tuinen beslist niet meer klein te noemen als ze 2500m2 omvatten (als ik H.A. tenminste goed interpreteer als hectare). Maar vijftien nesten van zulke mooie soorten is zeker jaloersmakend.
De auteur van het artikel vond dit zo interessant dat hij wat meer 'tuinen' onder de loep nam. In het Arboretum van de Landbouwhogeschool, met de aangrenzende boomgaard en bloementuin (5-6 ha) vond hij 90 nesten van 20 vogelsoorten. Hij vergeleek dit met Oranje Nassau's Oord (een landgoed in Wageningen) waar een collega onderzoeker 316 nesten vond op 150 ha. Dat is al veel, maar als de broeddichtheid even groot zou zijn als in het arboretum, dan hadden er wel 2200 nesten in Oranje Nassau's Oord moeten zijn!
Eitjes van de groenling Foto Didier Descouens - Own work, CC BY-SA 3.0, Wikimedia |
In het arboretum werden nesten van deze soorten gevonden: Spreeuw — Groenling — Putter — Kneu — Goudvink — Vink — Ringmus — Koolmees — Pimpelmees — Staartmees — Goudhaantje — Grauwe Vliegenvanger — Spotvogel — Braamsluiper — Tuinfluiter - Zanglijster — Merel — Gekraagde Roodstaart — Heggemus — Houtduif. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om! Ik heb geen algemeen cijfer over het aantal broedparen per hectare anno 2024 kunnen vinden. Maar in dit rapport van SOVON, kun je alle details over de broedvogelmonitoring nalezen. Trek daar een lange regendag voor uit :).
Een tijdje geleden bekeek ik op Netflix de BBC documentaire "The British Garden: Life and Death on your Lawn". In samenwerking met het Natural History museum werd een vijftal tuinen in één straat in een Engelse wijk een jaar lang gevolgd en per tuin werden zo veel mogelijk soorten gedetermineerd. Er was een heel spectrum aan tuinen, variërend van een zeer wilde, natuurlijke tuin tot een zeer aangeharkte tuin met een biljartlaken gazon. De meeste soorten werden gevonden in de tuin waarin zo veel mogelijk verschillende biotopen waren gecreëerd: met name de vijver was daar een magneet voor het dierenleven. De wilde tuin herbergde minder soorten, maar wel meer bijzondere (met name insecten).
Tegenwoordig zijn onze tuinen nog steeds erg belangrijk voor het dierenleven, als ze tenminste groen zijn. Op deze site vind je enkele tips om broedvogels naar je tuin te lokken.
Vorige week ben ik weer eens gaan filmen bij de Wijde Aa in Woubrugge. Ook dat gebied kenmerkt zich door een grote variëteit van biotopen. Ik legde er de voortgang van de lente vast en kon de groenling en tjiftjaf goed in beeld krijgen. Ook de zang van de groenling kun je goed horen. Een beetje lentegevoel kunnen we wel gebruiken nu "April doet wat hij wil"; van ruim 20 graden in het weekend, moeten we het nu even doen met een graad of 10. Bekijk het filmpje door hier te klikken.
1 opmerking:
Erg leuk, die video van jou. De groenling is groter dan ik dacht eigenlijk. o en ik vond je tekst ook leuk om te lezen. Zoveel nestjes... wat veel hè.
Aritha (Frozen Moments
Een reactie posten