woensdag 12 november 2025

Een bos met herinneringen

Steile hellingen in het Stammenderbos

Bij het opruimen van een stapel tijdschriften vond ik het boek 'Paradijs in de polder - ontdek wat landschap je vertelt' van wereldreiziger en biologe Arita Baaijens terug. In het boek staan allerlei oefeningen om het landschap om ons heen op een andere manier te bekijken. Ik had het een paar jaar geleden gekocht en bladerde het nog eens door. Een van de oefeningen is om zo veel mogelijk te weten te komen over de geschiedenis van een gebied. Ik werd getriggerd door de zin 'Voeg naar naar hartelust eigen herinneringen en ervaringen toe'. Het zette me aan het denken over het Limburgse Stammenderbos en Danikerbos. Ieder ander ziet er misschien niks meer in dan twee snippers bos, die -omdat ze op steile hellingen liggen die niet voor landbouw geschikt zijn- de dans van ontginning konden ontspringen.

Voor mij hebben die snippers bos echter een grote(re) betekenis en ik bedacht dat dit komt door de herinneringen die ik sinds mijn jeugd aan die bossen verbind. Hoe ik bladeren van verschillende bomen zocht, droogde en netjes in een schrift plakte. De beukenbladeren, die een dik dek vormden omdat ze langzaam verteren. Ik wilde graag naar het beukenbos om dan sloffend zo diep mogelijk in dat bladerdek te verzinken tot ver boven mijn enkels. Het geritsel en de opstuivende bladeren zijn in mijn geheugen verankerd. 

Sloffen door gevallen beukenbladeren

Ik dacht aan de keer dat mijn zus en ik tikkertje speelden met mijn vader in het bos. Hij stapte in een kuiltje en scheurde zijn enkelband. Wij waren te klein om hem te ondersteunen en er waren geen mobiele telefoons om hulp te vragen. Hij bond een zakdoek om zijn enkel en de pijn moet niet te harden zijn geweest toen we terugliepen naar huis. Zijn enkel heeft nog weken in het gips gezeten.

Eekhoorntjes

In het bos zag ik mijn eerste eekhoorntjes, die er vroeger heel talrijk waren. In de afgelopen jaren kwam ik ze daar niet meer tegen en ik kan ook geen sporen van ze vinden in de vorm van afgekloven dennenappels. Misschien ligt dat aan het feit dat het aantal dennen in het bos steeds minder wordt.

Bij het dennenbosje was in mijn jeugd een kale zandhelling, waar mijn zus en ik koprollend vanaf gingen. Onze kleren, huid en haar waren na afloop grijszwart van de bosgrond. Inmiddels heeft de natuur die helling weer in beslag genomen. Pionierbomen zoals de berk hebben het zand vastgelegd en verdere erosie voorkomen. Ze breiden hun areaal uit nu veel oude dennen zijn bezweken. 

Berken nemen bezit van kale bosgrond

Als we vanuit huis naar het Stammenderbos liepen, markeerde een kolossale paardenkastanje de 'ingang' naar het bos. Mijn neef noemde hem toen hij klein was de 'Jezusboom' vanwege het veldkruis dat tegen de boom staat :). Ik ging er elk jaar kastanjes rapen in de herfst. 

De paardenkastanje in volle glorie, op de achtergrond het Stammenderbos

De Geleenbeek verbindt het Stammenderbos met het Danikerbos. In de jaren '60 werd de Geleenbeek voorzien van een betonnen bedding om zo snel mogelijk het afvalwater van de kolenmijnen weg te loodsen. Het water was zwart en schuimde van de verontreiniging. Er waren geen beestjes meer in te vinden. Inmiddels is dat tij gekeerd. Het beton werd weggehaald, het water gezuiverd en de oevers zijn diervriendelijk gemaakt. Nu is de Geleenbeek een pareltje in het landschap. Dat weidebeekjuffers zich weer laten zien is teken van uitstekend herstel.

De Geleenbeek is nu een parel in het landschap

De weidebeekjuffer is terug bij de Geleenbeek

Vaak begonnen onze wandelingen in het Stammenderbos en over het plateau bij Puth liepen we vervolgens naar Daniken. De jubelende veldleeuweriken begeleidden ons bij de oversteek op het plateau tussen de akkers. Dit rondje was ook de eerste wandeling die ik met mijn man in Limburg maakte :). De holle wegen rond het Danikerbos zijn zo schilderachtig dat ze doen denken aan het werk van oude meesters.

Holle weg bij Daniken

Toen we eens op een warme dag heel vroeg op pad gingen hoorden we er zo waar een wielewaal, die ondanks zijn opvallende gele kleur helaas onzichtbaar bleef. 

Ergens in deze bomen zat de zingende wielewaal

Toen ik zo een aantal herinneringen de revue liet passeren merkte ik hoe de geschiedenis van deze bossen is verweven met mijn eigen geschiedenis. Het is de plek in Nederland waar ik het meest tot rust kom en waar talloze onzichtbare draden mij verbinden met de natuur. Hoewel er meer plekken in Nederland zijn waar ik regelmatig kom, kan niks tippen aan deze dierbare snippers bos. 

Heb jij ook een favoriete natuurplek? Laat het me weten door een reactie te plaatsen onder dit blog!

Geen opmerkingen: