woensdag 27 mei 2020

Een nevelige lentemorgen en bespiegelingen over de walnoot

Ook in het voorjaar is er ochtendmist
Inmiddels is mijn 'lockdown' project om te filmen in het park (en de straten) rond mijn huis uitgegroeid tot een hele serie, deel 11 is vandaag aan de beurt. Ik besloot eens te gaan kijken of de knobbelzwanen weer een nest hadden gemaakt. Ik heb er vorig jaar verslag van gedaan in mijn blogs, onder andere van de zes zwaantjes die op 18 mei geboren waren. Dit jaar was er inderdaad weer een nest op dezelfde plek. De mist wolkte omhoog en kreeg een oranje gloed door de opkomende zon waardoor het leek of de broedende zwaan een soort hemelse zegen kreeg in zijn nest. Dit jaar heb ik de jonge zwaantjes - spoiler alert - gespot op 19 mei. Twee dagen er voor lagen er nog zeven eieren in het nest, dus ze zijn ongeveer of precies op dezelfde dag geboren als vorig jaar. Ongelooflijk hoe die zwanen dat uitkienen. Afijn, dat krijg je allemaal nog te zien in deel 18 (!) van de serie. Terug naar de mistige morgen. Ik zag de eerste bladeren aan de walnootboom. Net als de populierenbladeren zijn die eerst oranje, ze kleuren later pas groen. In 2016 heb ik al eens uitgelegd hoe het zit met herfstkleuren in boombladeren. Het waardevolle bladgroen wordt in de herfst uit de bladeren gehaald en opgeslagen in de boom. In het voorjaar moet dit weer terug gepompt worden in het ontluikende blad. Dat gaat niet van stel op sprong, vandaar die frisse en zachte groene kleuren van uitlopende bladeren.
Ontluikende bladeren van de walnootboom
Bomen zoals de walnoot en de populier hebben veel oranje kleurstof in het blad, en het duurt even eer dat bedekt wordt met de bladgroenkorrels. Je ziet dat de bladeren die het dichtst bij de takken zitten, het eerste groen worden. Met de hernieuwde aandacht voor voedselbossen worden er tegenwoordig weer meer walnootbomen aangeplant. Het is een fraaie boom die 35 meter hoog kan worden en makkelijk een aantal eeuwen oud. In het najaar zoeken we graag de walnoten in het park, maar die zijn zo in trek dat we 's ochtends al mensen in het donker met een zaklamp onder de bomen zien lopen. Dan draaien wij ons nog maar eens om in ons warme bed. Als de noten nog in hun groene bolster zitten kun je ze trouwens beter 'met handschoentjes aanpakken', want je handen worden lelijk zwart van de stoffen in die schil. Als je het blad kneust komt er een schoensmeerachtige geur af, afkomstig van het stofje juglandine (de wetenschappelijke naam van de walnoot is Juglans regia). Ook de boom ruikt er naar en dit schijnt insectenwerend te zijn. Daarom plantte men op boerderijen bij de keuken of koeienstal een walnootboom om muggen en vliegen op afstand te houden. Walnoten zijn eenhuizig en worden door de wind bestoven. De mannelijke katjes en vrouwelijke bloemetjes zitten in dezelfde boom. Ze bloeien echter op verschillende tijdstippen, waardoor er meestal weinig zaad gevormd wordt en ze zich nauwelijks uit zichzelf verspreiden. De vrouwelijke bloemetjes bloeien op het nieuwe hout en mannelijke katjes op éénjarig hout. Wanneer de boom in het voorjaar door vorst wordt aangetast, draagt deze daarom twee jaar geen noten. De meeste walnootbomen die je in parken tegenkomt zijn geënte exemplaren, die sneller vrucht dragen dan gezaaide bomen. Tot half juli gaan de noten in hun bolsters razendsnel groeien. Dan heeft de boom nog een maand nodig om de kern tot wasdom te laten komen. Vervolgens verhouten de tussenschotten en in september/oktober splijten de bolsters open en vallen de noten eruit. Die moeten dan nog een paar weken drogen. Rond Sinterklaas zijn ze klaar voor consumptie. Maar dat lijkt nu nog erg lang weg....
Klik hier om het filmpje van deze week te bekijken.


Geen opmerkingen: