zaterdag 2 mei 2020

Aangepaste meerkoeten in de stad

Nestelende stadsmeerkoeten
Op de middelbare school koesterde ik lang de wens om biologe te worden, tot een totaal onbegrip van schei- en natuurkunde de keuze voor een bètavakkenpakket in de weg stond. Ik koos later voor het economisch domein en hoewel de interesse in planten en dieren bleef, begon ik mij ook af te vragen of biologe voor mij het meest geschikte beroep was geweest. Als je biologisch veldonderzoek wilt doen moet je oneindig geduld hebben, en dat is bij mij niet zo aanwezig :). En soms is het ook een zaak van lange adem eer je conclusies kunt trekken. Zo heeft de Pool Piotr Minias onderzoek gedaan naar het gedrag van meerkoeten in de landelijke omgeving versus de stad. Hij vergeleek daarvoor een landelijke populatie met het gedrag van koeten die sinds de zestiger jaren de stad koloniseren (in Warschau waar in 1960 de eerste koeten in de stad gingen broeden) en een relatief nieuwe stedelijke groep, die 'pas' zo'n 20 jaar geleden in de stad Lodz was gaan broeden. Zo wilde hij ontdekken of meerkoeten zich aanpasten aan het stadse milieu en hoe snel dat veranderingen oplevert. De uitkomst was dat meerkoeten in de stad zich anders gedragen dan op het platteland en dat dit gedrag met de tijd sterker verandert. Meerkoeten in de stad zijn over het algemeen agressiever, brutaler en minder gestrest dan hun landelijke soortgenoten. De oudere populatie in Warschau vertoonde dit gedrag in sterkere mate dan de nieuwere in Lodz. Dat wijst op een vorm van micro-evolutie. Ook zijn er aanwijzingen dat stadskoeten eerder andere steden koloniseren dan plattelandskoeten, ondanks het feit dat die eigenlijk dichterbij 'wonen'. Als je al wat brutaler en agressiever bent maakt dat de vestiging in de stad blijkbaar makkelijker dan wanneer je je als bescheiden plattelandsbewoner tussen deze meerkoeten begeeft.
Meerkoetkuikens op het nest
Als er al eens een plattelandskoet de 'oversteek' naar de stad durfde te maken, dan was hij wat agressiever en brutaler dan de andere plattelanders, dus hij droeg de juiste eigenschappen al bij zich. Beide groepen stadskoeten maken snel gebruik van menselijk voedsel, als er brood aangeboden werd, slokten ze dat snel op. Plattelandsmeerkoeten talen er niet naar. Tenslotte was er nog een opvallend verschil in de reproductie: stadkoeten brengen meer jongen succesvol groot dan de plattelanders. Dit komt door twee dingen: in de stad zijn er minder roofdieren dan op het platteland en er is meer voedselaanbod. De stadskoeten zijn dikker en hebben meer zuurstof in hun bloed. Geen wonder dus dat we zoveel meerkoeten in de stedelijke omgeving zien. In het stadpark dat ik volg heb ik tenminste vijf meerkoetnesten ontdekt. In het filmpje van deze week zie je, naast andere watervogels, een stelletje werken aan hun nest. Eén van de ouders zit al op eieren te broeden. Klik hier om het filmpje te bekijken.


Geen opmerkingen: