vrijdag 7 mei 2021

Nectar, stuifmeel en een kacheltje

De kersenboomgaarden uit mijn jeugd zijn er na al die jaren nog

Hoewel ik er al 40 jaar niet meer woon, kom ik nog graag terug in Limburg. We wandelen er vaak en één van de redenen daarvoor is dat de paden van mijn jeugd vrijwel onveranderd zijn. Moeiteloos kunnen we routes lopen langs dezelfde boomgaarden en akkers en door dezelfde bossen als vroeger. En de meeste van die paden zijn nog steeds onverhard. Trage wegen noemen ze dat en die zijn van groot ecologisch belang. Ze vormen een stabiele leefgemeenschap voor bepaalde planten en dieren. Van daaruit kunnen die dieren en planten zich verspreiden over de omgeving, daarbij geholpen door de wegen zelf: dieren kunnen de paden volgen of er juist veilig oversteken omdat ze verkeersluw zijn. Daarnaast zijn het ook fijne wegen om te wandelen; zonder voortrazend verkeer. Om die reden hebben we een abonnement op het blad van IVN Limburg; de Natuurgids. Voor 19 Euro per jaar krijgen we acht full colour bladen met daarin per keer twee mooie wandelingen in Limburg (en heel veel natuurinfo). We hebben hebben er al tientallen van gedaan en we zijn nog nooit verkeerd gelopen, dank zij de uitstekende routebeschrijvingen. Ook wandelingen van meer dan tien jaar geleden kun je moeiteloos volgen, omdat de kleine paadjes en oversteekjes door weilanden via de piepende stegelkes (draaihekjes) ongewijzigd zijn gebleven in al deze tijd. Verharde wegen zijn in die routes een uitzondering. 

Bloemen bieden insecten niet
alleen nectar en stuifmeel maar ook warmte

Tussen Neerbeek en Spaubeek stonden veel kersenboomgaarden in bloei. Insecten zoemden om de frêle witte bloemetjes. Bioloog en onderzoeker Casper van der Kooi (ik schreef eerder over zijn onderzoekingen aan de klaproos), doet momenteel onderzoek naar de temperatuur van bloemen. Daaruit blijkt dat bloemen niet alleen nectar en stuifmeel te bieden hebben aan insecten, maar ook warmte. Rond de meeldraden en de stempel (de voortplantingsorganen van de bloem) is het soms wel vijf of zes graden warmer dan de buitentemperatuur. Insecten kunnen zelf hun temperatuur niet regelen en op koude dagen (zoals in onze huidige lente) zitten ze graag in de warmere bloemen om zelf op temperatuur te komen. Als het buiten 10 graden is, is een bloemhart van 15 graden een weldaad om te vertoeven voor zo'n beestje. Daar heeft de plant ook baat bij want doordat het insect langer blijft, zal hij meer stuifmeel opnemen en meenemen naar andere bloemen: zo is de bestuiving ook beter geregeld. Nu heeft de plant geen centrale verwarming tot haar beschikking, dus hoe warmt de bloem op? Daar hebben planten verschillende strategieën voor: sommige bloemen richten zich naar de zon (door aan de schaduwkant iets harder te groeien), sommige bloemen gaan open of juist dicht om op temperatuur te komen. De vorm van de bloemkelk zal ook een rol spelen; daar wordt nog verder onderzoek naar gedaan. Ook gaat Casper nog bekijken hoe bloemen oververhitting voorkomen. 

Deze week zijn er twee filmpjes om te bekijken. Het Limburgse filmpje met kersenbloesem, speenkruid en sleedoorn (klik hier) en een filmpje uit het Weteringpark; in het westen loopt de natuur altijd een beetje achter omdat het er koeler is (klik hier).  




2 opmerkingen:

Yvonne zei

Wie sjoen us Limburg is :-)

Monique zei

Zo is het!!!