Het zwanenwater bij zonsopkomst |
Op een ochtend met een paarsroze zonsopgang ging ik weer eens polshoogte nemen bij het ‘zwanenwater’. Twee jaar geleden konden jullie via mijn filmpje getuige zijn van de strijd tussen een meerkoet en de zwanenvader, die het maar niks vond dat de meerkoet zo dichtbij het nest van zijn vrouw ging nestelen. Dit jaar lagen er tot mijn verbazing drie nesten op een kluitje. Niet alleen een stelletje meerkoeten maar ook een futenpaar zocht de bescherming van de grote zwanen. Het futennest van vorig jaar was om een of andere reden mislukt. Misschien dachten ze een betere kans te maken door hun optrekje dit jaar tegen het zwanennest aan te bouwen. Alle soorten leken nu in harmonie op de eieren te zitten. Zo’n ei is een wondertje van de natuur, zoals Tim Birkhead in zijn boek ‘Het vogelei’ beschrijft.
Voordat vogels zich kunnen voortplanten moeten ze eerst
broedrijp worden. Wanneer een vogel broedrijp wordt is afhankelijk van het
gebied waar ze leven. Ten noorden of zuiden van de evenaar, waar de lichturen
per dag wisselen door de stand van de zon, worden vogels broedrijp als de
zonuren toenemen. Op en rond de evenaar, waar de zonuren per dag nagenoeg
gelijk blijven (12 uur licht en 12 uur donker), worden de vogels broedrijp als
er genoeg voedsel voor de jongen aanwezig is, dat is meestal na de regenperiode.
Op dat moment moeten vogels hun geslachtsdelen weer activeren; buiten de
broedtijd reduceren ze deze om zo licht mogelijk te zijn bij het vliegen en
jagen. Via de hersenen worden de hormonen gestimuleerd waardoor de
geslachtsdelen weer hun functionele grootte aannemen. De eicellen van het
vrouwtje gaan groeien en er ontstaat een gele eierdooier in. Mensenvrouwen
krijgen een hoeveelheid eicellen mee waar ze hun hele leven mee moeten doen,
maar vogelvrouwtjes maken steeds nieuwe eicellen aan. In een gereduceerd
geslachtsdeel buiten de broedperiode kunnen immers geen eicellen worden
opgeslagen. In de dooier zitten voedingsstoffen zoals proteïnen, vitaminen,
mineralen en pigmenten, die afkomstig zijn uit de voeding van het vrouwtje. De
calcium die later nodig is om het skelet van het nieuwe vogeltje te vormen zal
worden geleverd door de eischaal.
Het vrouwtje laat aan de partner door haar houding blijken dat
ze vruchtbaar is. Na de paring slaat het vrouwtje het sperma van het mannetje
op, om te zorgen dat er op het moment dat de eicel zo ver is om bevrucht te
worden genoeg goede zaadcellen aanwezig voor een succesvol resultaat. Twee
dagen voordat de eicel los komt van de eierstok laat het vrouwtje het
opgeslagen sperma uit de opslagbuis los in de eileider.
In het ei Illustratie: KDS4444 - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org |
Na succesvolle bevruchting gaat het embryo zich ontwikkelen, in een zacht omhulsel om bacteriën buiten te sluiten. Dan kan de eischaal gevormd worden. De kalkachtige eischaal moet poreus zijn, maar wel zo sterk dat het straks de broedende vogel kan dragen zonder stuk te gaan. Ook zal de eischaal weer zacht genoeg moeten zijn zodat de jonge vogel bij het uitkomen door de schaal kan breken. Zes uur na de bevruchting komt de eicel in de schaalklier van de baarmoeder terecht, dit is een soort ‘wasstraat’. Alleen komt er geen water uit de sproei-installatie maar een kalkachtig goedje dat op de bevruchte eicel wordt gespoten. Het spul dat de eischaal maakt is schuimachtig en wordt als bolletjes op de eicel gespoten waarna ze opdrogen tot schuimklompjes. Het zijn wel duizend spuitjes die dit werk moeten doen. Binnen een paar uur is het oppervlak van de eicel met schuimklompjes bespoten. Inmiddels is de eicel een ei geworden. Het ei schuift nu verder in de eileider tot aan de plek waar spuitjes water injecteren in de poreuze eischaal. Hierdoor krijgt het ei zijn uiteindelijke formaat. Vervolgens komen de kalkspuitjes weer in werking. Door de wijze van het spuiten, in klompjes, ontstaan er in de schaal luchtkanaaltjes, die zorgen dat het embryo in het ei kan ademen en gassen en waterdamp kan afvoeren. Het proces duurt nu 20 uur en is nog niet compleet. In de komende 2 a 3 uur is de volgende set spuitjes aan de beurt die een laagje kleurstoffen op de schaal aan brengen. Dit pigment zal zich vermengen met de bovenste laag kalk en zal zo de grondkleur van de eischaal bepalen. Een andere set spuitjes zorgt voor de vlekken (het patroon) op de eischaal. Net als bij de autocarwash eindigt het geheel met een opgespoten beschermende waslaag. Het ei is nu gereed om gelegd en bebroed te worden. Dat broeden zorgt voor de verdere ontwikkeling van het kuiken in het ei.
Bekijk de mooie zonsopgang en de nesten-op-een-kluitje in
het filmpje van deze week door hier te klikken.
De eitjes van enkele veel voorkomende tuinvogels vind je op deze site.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten