Vorige week kon je zien hoe mooi de kersenboomgaarden in Limburg bloeiden. Deze week staat de bloesem in het Weteringpark centraal in het filmpje. Een Zweedse volger verzuchtte op mijn YouTube-kanaal: het is zo mooi maar het duurt zo kort. En dat is zo, als je een beetje te lang wacht dwarrelen de tere blaadjes al weer uit de boom.
Sierkers |
Voor ons zou de bloemenpracht wel een paar weken te zien mogen zijn, maar voor de boom is het een uitputtingsslag die hij zo kort mogelijk wil houden. Bloeien vraagt veel energie van de kersen-, appel- of perenboom. In elk bloemetje zitten vruchtbeginsels voor vijf appels of peren. Als die allemaal tot een glanzend stuk fruit zouden uitgroeien, zou de boom bezwijken onder zijn eigen gewicht. Niet alles wordt bestoven, en in het midden van het jaar vindt de zogenaamde juni-rui plaats. Alle vruchtbeginsels die niet bevrucht of beschadigd zijn vallen uit. Daar groeit geen kers of appel van. Zo hebben de andere vruchten meer plaats om lekker groot te worden. Als de boom te vol hangt, wordt er ook nog wel eens handmatig wat tussenuit gehaald. Niet alleen om te zorgen dat het overige fruit goed groeit, maar ook om te voorkomen dat de boom zichzelf uitput en het volgende jaar nauwelijks iets opbrengt. Dat heet een beurtjaar, in tegenstelling tot een mastjaar waarin er een overvloedige oogst is. Voor een goede oogst is ook het weer een bepalende factor: regen en kou beschadigen de bloemen en er zijn dan weinig bestuivers actief. We hebben zelf drie kleine fruitboompjes in de voortuin staan en we kijken op zulke dagen dan ook regelmatig of er wel hommels en bijen vliegen, zodat we in het najaar weer een mand vol appels en peren kunnen oogsten. Een warme lente en een niet te hete zomer zijn ideaal voor fruitbomen. Warm weer in het voorjaar zorgt voor een optimale celdeling en daarmee voor grotere vruchten. Nachtvorst is de schrik van iedere teler: nul graden kan een bloem nog verdragen, maar bij een halve graad vorst beschadigt de bloem al te veel.
Nachtvorst: nachtmerrie voor de teler Foto: Lämpel - CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/ |
Dan zetten telers onder andere beregening in. Het water vormt als het bevriest een beschermlaagje rond de vitale onderdelen van de boom. Het ijs isoleert de takken en voorkomt op die manier dat de kou de bloesemknoppen bereikt. Daarnaast komt er bij bevriezen een beetje warmte vrij. Ook zetten telers vuurpotten in om de boomgaard op temperatuur te houden. Een dure optie is om met een helikopter boven de bomen te vliegen: de wieken zorgen dat de koude lucht van de grond wordt vermengd met de warmere lucht erboven. In de Limburgse heuvels hebben de boomgaarden in de dalen trouwens meer te lijden omdat de koude lucht vanuit de plateaus naar de dalen stroomt. Een vorstnacht is voor telers dus een doorwaakte nacht. In het park was de temperatuur prima, dus je kunt volop genieten van de bloesem in het filmpje door hier te klikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten