Net voor de afgelopen vorstperiode maakte ik dit zwart/witfilmpje waarin de eerste lentesignalen zichtbaar zijn. Het zijn subtiele veranderingen voor de opmerkzame kijker. De vogels zijn paartjes aan het vormen en zitten elkaar achterna: mannetjes proberen vrouwtjes te verleiden en rivalen te verjagen. De kokmeeuwen krijgen hun kenmerkende donkere kop; door het afslijten van de witte veerpunten komt de donkere kleur langzaam te voorschijn. Veel vogels zijn al in broedkleed, wat tot uiting komt in fellere kleuren zoals bij de fuut of extra (mooie) veren zoals bij de blauwe reiger. Voorzichtig komen de eerste wilgenkatjes te voorschijn, nog even gehuld in een dik thermojasje. De glanzende zilveren haren bedekken de bloemetjes om ze tegen de kou te beschermen. Als de knoppen opengaan liggen de katjes, veilig beschermd, tegen de takken aan. De haartjes worden langer en dikker en zijn gevuld met lucht. Daarom zien ze er wit uit, net als bijvoorbeeld de haren van de ijsbeer. Als de dagen warmer worden richten de katjes zich op en de meeldraden of stampers krijgen de ruimte om bijen aan te trekken.
Het zilverige haar verkleurt naar grijs als de bloempjes, wel zo'n honderd per katje, zich openen. Met verleidelijke nectar lokken de bloempjes hun bestuivers. Het zaad dat zich uiteindelijk vormt is echter maar korte tijd kiemkrachtig. De meeste wilgen vermeerderen zich doordat takken wortel schieten. Je kunt een afgesnoeide wilgentak dan ook zo in de grond steken om een nieuwe wilg te kweken. Er zijn wereldwijd honderden soorten wilgen, in Nederland is dat beperkt tot een stuk of 20 soorten (inclusief soorten uit andere werelddelen die de mens hier geïntroduceerd heeft, zoals de treurwilg en de kronkelwilg). De schietwilg is een van de soorten die inheems is. Aangezien die pas in april bloeit zijn de katjes niet wit behaard. Een thermojasje is dan door de hogere temperaturen niet meer nodig.
E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten