(c) Programa de Conservación Ex-situ del Lince Ibérico www.lynxexsitu.es |
Zoals ik al vertelde in mijn vorige blog hebben we eind oktober een reis gemaakt naar Spanje. Het zien van wolven en lynxen was ons voornaamste doel. Wat de lynx betreft is dat, na enkele dagen turen door verrekijker en telescoop, gelukt. En dat was vooral te danken aan onze voortreffelijke gids die de lynx opmerkte in de uitgestrekte vallei. De Iberische lynx (ook wel Pardellynx genoemd) is een van de zeldzaamste katachtigen. Van 5000 lynxen in de jaren 60 is het aantal gedaald naar ongeveer 400 dieren. Deze soort kwam oorspronkelijk voor op het hele Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal) en het zuiden van Frankrijk. Tegenwoordig zijn er nog maar enkele geïsoleerde gebieden in Spanje waar je deze mooie kat kunt aantreffen, zie het kaartje.
In het kustgebied Cota Doñana zijn er nog 176 dieren geteld en in het binnenland, de Sierra Morena bij Andùjar (het gebied waar wij waren), lopen er nog 76 wilde lynxen rond. De resterende 150 zijn nieuw uitgezette dieren in diverse gebieden. Een kleine 100 Iberische lynxen leven in gevangenschap in zogenaamde 'breeding centres'. De helft hiervan wordt gebruikt voor herintroducties op het schiereiland. Het feit dat deze dieren juist op het Iberisch schiereiland voorkomen heeft te maken met hun voornaamste prooi: hun voedsel bestaat voor 90% uit konijnen. Daarnaast eten ze ook wel eens een moeflonjong, hertenkalf of vogel. Maar konijnen vormen het stapelvoedsel. Ongeveer een miljoen jaar geleden leefden konijnen in heel Europa maar met de komst van de ijstijden moesten de konijnen zich terugtrekken naar warmere oorden, simpelweg omdat ze in de bevroren grond geen holen konden graven. Na de ijstijden waren de konijnen alleen nog te vinden op het Iberisch schiereiland (en een stukje Zuid-Frankrijk). Waarschijnlijk heeft Spanje zelfs zijn naam te danken aan deze konijnen. Toen in 1100 v. Chr. de Feniciërs het Iberisch schiereiland bereikten, troffen ze daar enorme aantallen konijnen aan. In hun ogen leken ze op de klipdas, een Afrikaans dier dat wel wat wegheeft van een konijn met korte oren (maar feitelijk familie is van de olifant). De onbekende konijnen kregen de naam safan, dat klipdas betekent. Het land waar al die konijnen rondliepen noemden de Feniciërs I-shephan-im, 'land van de klipdassen'. Toen de Romeinen eeuwen later arriveerden verbasterden zij deze naam tot Hispania, ofwel España, Spanje. De Romeinen hebben de konijnen vervolgens actief verspreid over hun rijk. Een konijn zal uit zichzelf niet ver reizen, ze blijven binnen een straal van 1 km van hun hol gedurende hun hele leven.
(c) Programa de Conservación Ex-situ del Lince Ibérico |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten