Onze winter laat meer grauwe dagen zien dan winters weer met vorst. Soms is het even een paar uurtjes winter, zoals op 9 januari, toen het park er na een nachtvorst wit bepoederd uitzag. De jonge reiger stond kou te lijden en planten en bomen vertoonden mooie randjes met rijp. Ook de sneeuwbessen zagen er door de ijskristallen mooier uit.
Sneeuwbessen met een laagje rijp |
Sneeuwbessenstruiken heb je vast wel eens gezien, maar misschien niet heel bewust. De soort wordt namelijk vaak aangeplant in plantsoenen omdat deze bodembedekker onkruid onderdrukt en weinig onderhoud vergt. Sneeuwbessen, met hun witte of roze bessen, behoren tot de kamperfoeliefamilie en komen oorspronkelijk uit Noord- en Midden-Amerika. Daar groeien zo'n vijftien verschillende soorten, in heel verschillende landschappen. In het noorden van Canada en Alaska trotseren ze de kou, op de prairies zon en droogte. Maar ze groeien ook in de Rocky Mountains en de subtropen van Texas en Mexico. De soorten die wij hier in Nederland aanplanten zijn geschikt voor veel verschillende grondsoorten, kunnen goed tegen droogte en luchtvervuiling en verdragen schaduw en drupwater van bomen. Keerzijde is dat de sneeuwbes door ondergrondse uitlopers flink kan woekeren. De ronde, iets puntige blaadjes en dunne twijgen geven de plant snel een rommelige aanblik, soms worden ze daarom ook wel in blokvorm gesnoeid. De bloemetjes van de sneeuwbes bloeien tot in september en zijn dan een welkome nectarbron voor insecten.
Bloeiende sneeuwbes |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten