zaterdag 16 januari 2021

Knusse staartmeesjes

Staartmees
Tekening: Jos Zwarts, wikimedia
Op een zonnig moment tussen de eindeloze regenbuien door waren er allerlei kleine vogels in het stadsparkje te ontdekken. De kale bomen staken af tegen een dreigende lucht en al snel hoorde ik het levendige gepiep van een kluitje staartmezen. Deze pluizige bolletjes in de kleuren zwart, wit en roze, met een kenmerkende lange staart, zitten zelden lang op één plek. Toch lukte het om er eentje op de film te krijgen. Staartmeesjes leven van insectjes die ze verzamelen op bomen, ze halen daarbij acrobatische toeren uit en balanceren aan de smalste twijgjes. In deze tijd van het jaar, als er weinig insectenvoedsel is, kun je ze ook in je tuin zien, want ze lusten dan graag zaden van de voederplank of vetbollen. Ze zoeken hun eten in familiegroepjes en met hun hoge piepjes houden ze contact met elkaar. Als er eentje naar een volgende boom vertrekt dan weet je dat de andere meesjes één voor één zullen volgen. En als een broer of zus nog niet uitgegeten is, wachten ze allemaal op de achterblijver. Vogelringers merkten op dat als ze één staartmees van de familie vingen om te ringen, dat de anderen in de buurt bleven om op de geringde vogel te wachten. Staartmezen zijn trouwens geen familie van de koolmees en pimpelmees maar vormen een aparte vogelfamilie. Verderop in het park hoorde ik nog hoger gepiep en daar was een groepje goudhaantjes voedsel aan het zoeken. Deze vogeltjes zijn nog kleiner en nog beweeglijker dan de staartmezen. Een half uur filmen leverde een paar bruikbare shotjes op. Waar staartmezen iets meer dan 8 gram wegen, tonen de goudhaantjes niet meer dan 4 tot 7 gram op de weegschaal. 


Goudhaantje
Tekening: Jos Zwarts, wikimedia

In de winter hebben alle vogels moeite om hun lichaamstemperatuur op 41 graden te houden, en dat geldt eens te meer voor kleine vogels. Om dan te overleven moeten ze de hele dag eten. De goudhaan moet per dag 2-4 gram eten, ongeveer de helft van het lichaamsgewicht, de staartmezen peuzelen één derde van hun lichaamsgewicht bij elkaar. 's Nachts gaan de staartmezen en goudhaantjes in de spaarstand: ze laten hun lichaamstemperatuur 5 graden zakken, zetten hun veren bol en slapen knus bij elkaar op een beschutte plek. Soms zoeken de twee vogelsoorten daarbij elkaars gezelschap op. Samen sterk denken deze lichtgewichten blijkbaar. Daarbij worden ze soms vergezeld door nog meer klein grut: boomkruipers (die ik ook in beeld kreeg bij het filmen), boomklevers en winterkoningen. De staartmezen zitten vaak zo dicht bij elkaar dat het één grote bol lijkt, waaruit alleen de staarten steken. Niet alleen overleven in de kou vergt veel energie. Straks, als de lente weer aanbreekt, verliest een winterkoning met de hele dag zingen een kwart van zijn gewicht. Maar voorlopig moeten ze nog even de winter doorkomen.....

Klik hier om het filmpje te bekijken. 



Geen opmerkingen: