Deze week zijn er twee filmpjes te bekijken, van heel verschillende aard. De ene is in kleur en ik heb er negen kilometer voor gewandeld (later daarover meer), de andere is in zwart/wit en ik heb er nog geen vijfentwintig meter voor gelopen. Het licht was die dag hard en eigenlijk niet mooi om te filmen maar ik had toch zin om er even op uit te gaan. Ik hing mijn statief op mijn schouder en stapte de voordeur uit. Het eerste dat ik zag was een bloeiende waterlelie in de sloot voor het huis. Ik had deze plant al eens opgenomen in een parkfilmpje, maar toen zat de bloem nog in de knop. Toen ik mijn camera aanzette besloot ik in zwart/wit te gaan filmen. Een goede keus naar later bleek, want de harde lichtcontrasten werkten ineens in mijn voordeel. Zwart/wit fotografie en film draait om contrast en compositie. Ook de wolken, die mooi afstaken tegen de blauwe lucht, werkten mee. Ik nam wat beelden van de bomen en zoomde in op de waterleliebloemen en bladeren. De bladeren leken wel van zilver en langzaam vielen er allemaal kleine dingen op: vraatsporen op de bladeren, juffers en vliegen die even op de plant pauzeerden. Maar ook in het water ernaast gebeurde van alles. Poelschaatsenrijders waren aan het paren. Deze smalle insecten bewegen zich over het wateroppervlak, net als vijverlopers en schrijvertjes (kevertjes die over het water kronkelen alsof ze aan het schrijven zijn). Ze maken hierbij een roeiende beweging, waardoor ze kleine golfjes veroorzaken (op de film goed te zien) die ze gebruiken om zich af te zetten. Aan de onderkant zijn de pootjes en de buik flink behaard. De lucht tussen de haren vergroot de oppervlaktespanning waardoor ze blijven drijven. De haartjes zijn trouwens zo klein dat je ze alleen met een elektronenmicroscoop kunt zien. Oppervlaktespanning ontstaat op de overgang tussen twee fases, bijvoorbeeld water en lucht. Een watermolecuul heeft liever andere watermoleculen om zich heen dan luchtmoleculen, want dat kost minder energie. Raakt een waterdruppel aan de lucht, dan zal hij proberen het energieverlies te verminderen door zo veel mogelijk andere waterdruppels om zich te verzamelen en zo het contact met de lucht te verkleinen. Dit effect heet oppervlaktespanning.
Door oppervlaktespanning blijft de poelschaatsenrijder drijven |
Als zo'n schaatsenrijder op het wateroppervlak drukt met zijn pootjes, gaan de watermoleculen dus 'samenspannen' om zo veel mogelijk water en zo min mogelijk 'harige pootjes met lucht' aan te raken. In het middaglicht ontstonden er fraaie lichtboogjes op de plek waar de pootjes op het water drukten. Een parend stelletje roeide in de rondte. Koreaanse onderzoekers hebben zich verdiept in het paringsgedrag van deze wantsen. Een mannetje bespringt een argeloos vrouwtje en trappelt zo lang op het water tot hij mag paren. Dit gespartel trekt weliswaar vissen aan, maar het mannetje gokt er op dat het onderliggende vrouwtje dan het eerste slachtoffer is. Bekijk het filmpje door hier te klikken en lees nog even door onder het filmvak.
Tijdens een bezoek aan Limburg hebben we een wandeling gemaakt rond het dorpje Eys. Voor ons land is het veel klimmen en dalen daar, maar de uitzichten zijn erg mooi. De wandeling voerde langs het waterwinggebied/natuurreservaat Roodborn met mooie flora en fauna langs de Eyserbeek. De route van een vergelijkbare wandeling vind je hier. Geniet van de mooie vergezichten (de omgeving doet me altijd een beetje aan Toscane denken), een jonge zanglijster en mooie bloemen in het filmpje door hier te klikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten