zaterdag 4 juli 2020

Gele plomp en waterlelie: overleven met een snorkel

Waterhoen voert jong
Voor ons huis was een meerkoet 'n tweede nest aan het bouwen: bladeren werden vervlochten met rietstengels op een groot platform. Als stampend maakte de vogel er een kuiltje in. Het eerdere broedsel had blijkbaar één kuiken opgeleverd, daar zwom de andere ouder mee rond. De waterhoentjes hadden maar liefst vier jongen te voeden. De kleintjes dribbelden bedelend over de bladeren van de gele plomp. Ook de waterlelie stond op het punt om te gaan bloeien, daarop streek een juffer neer om even op te warmen in de zon. Het lijkt zo gewoon, maar om als plant in het water te groeien zijn bijzondere aanpassingen nodig. Planten op het land nemen mineralen en water op door middel van hun wortels. Huidmondjes aan de onderkant van de bladeren zorgen voor de uitwisseling van gassen (kooldioxide en zuurstof) uit de lucht. Onder water ligt dat allemaal wat ingewikkelder, want in het water zijn er minder gassen beschikbaar. Planten zoals de gele plomp en de waterlelie hebben daarom flinke luchtkanalen in hun stengels. De waterlelie heeft vier grote luchtkanalen, de gele plomp heeft een groot aantal kleinere. Je zou kunnen zeggen dat ze een soort ‘snorkel’ hebben om hun wortelstokken van voldoende zuurstof te voorzien. Aan het uiteinde van die snorkel zitten de bladeren.
Waterhoenjong op het blad van gele plomp
Door luchtblaasjes blijven die drijven op het wateroppervlak. Anders dan bij de landplanten zitten de huidmondjes bij deze bladeren aan de bovenkant, zodat ze niet verstopt raken met water. Om die reden hebben de meeste drijfbladeren ook een glanzend waslaagje: als er water op komt, glijdt het er snel weer vanaf. Het waslaagje helpt ook om de sterkere zonnestraling op het water te weerstaan. De stengels van waterplanten zijn slap. Zo kunnen ze zich aanpassen aan wisselingen in het waterpeil en blijven de bladeren netjes drijven. Aan de gele plomp komen na verloop van tijd mooie groene zaaddozen. Ze vergaan langzaam waarna de zaden ergens op de bodem van de sloot een nieuwe plant vormen. Bij de waterlelie verdwijnt de bloem na de bloei onder water, en vormt daar een zaaddoos. Daar zien we in het algemeen weinig van. Als ze nog niet bloeien kun je aan de vorm van de bladeren zien om welke plant het gaat: de waterleliebladeren zijn ronder en die van de gele plomp ovaler.
Bekijk de planten en het jonge grut in het filmpje door hier te klikken.
Nu de voorjaarsdrukte in de natuur voorbij is, ga ik de frequentie van mijn blogs weer terugbrengen naar één keer per week. Dus mijn volgende blog kun je volgende week zaterdag lezen.


Geen opmerkingen: