woensdag 29 oktober 2025

Vliegenzwam en vliegende rendieren

Ik vind de herfst een mooi jaargetijde, zeker op zonnige, bijna windstille dagen. Bladeren krijgen een extra gouden gloed en spinnendraden flonkeren in het tegenlicht. Twee herfstverschijnselen wil ik elk jaar zien: glimmende mahoniekleurige paardenkastanjes en vliegenzwammen met hun spetterend rode hoed. Afgelopen weken zag je al mijn borduurwerk in wording: een ode aan de vliegenzwam. Dat is nu af, dus tijd om de vliegenzwam in de spotlights te zetten. 

Elk najaar ga ik op zoek naar vliegenzwammen

Vliegenzwammen zijn paddenstoelen die leven in symbiose (samenwerking) met bomen. Je vindt ze bij berken, tamme kastanjes, eiken, beuken, ook wel bij dennen en sparren. Voor het begin van de samenwerking tussen schimmels en planten moeten we zo'n 400 miljoen jaar terug in de tijd. Toen begonnen de groene planten aan hun opmars over het vasteland van de aarde. De eerste landplanten hadden geen uitgebreid wortelstelsel om water en voedingsstoffen op te nemen. Daar zorgden de schimmels voor met hun dunne en wijd vertakte schimmeldraden die ze rond de plantenwortels weefden. De schimmels waren in staat om water en mineralen op te nemen, maar voor koolhydraten waren ze afhankelijk van groene planten. Zo ontstond een samenwerking die nuttig was voor plant en schimmel. In de loop van de evolutie zijn op die manier heel gespecialiseerde samenwerkingen ontstaan van paddenstoelen en bepaalde planten en bomen. 

De vliegenzwam is niet te verwarren met andere paddenstoelen

Veel paddenstoelen zijn moeilijk op naam te brengen omdat ze erg veel lijken op andere soorten. Dat geldt niet voor de vliegenzwam: rood met witte stippen, daar is er maar één van. De kleur kan variëren van helderrood bij pas opgekomen paddenstoelen tot meer oranje bij volwassen exemplaren na een flinke regenbui. Het is familie van de uiterst giftige groene knolamaniet waarover ik onlangs een blog schreef. De vliegenzwam is ook giftig maar minder dodelijk (hoewel ik het niet uit zou proberen, want als een klein hondje een vliegenzwam eet kan dat fataal worden). Dat gif zit vooral in het rode deel van de hoed dat muscarine bevat. Van dat stofje wordt een vliegendodend middel gemaakt, daar ontleent de zwam zijn naam aan. 



Naast muscarine zitten er in de vliegenzwam ook muscimol, muscazone en iboteenzuur. Die stoffen kunnen bij inname leiden tot hallucinaties. Daarom valt de vliegenzwam onder de Opiumwet. Juist deze geestverruimende werking heeft er voor gezorgd dat sjamanen in Siberië en Amerika gebruik maken van deze paddenstoelen. Zweedse en Russische ontdekkingsreizigers keerden in de achttiende eeuw terug uit Siberië met verhalen over sjamanen, bezetenheid door geesten en zelfvergiftiging met felgekleurde paddenstoelen. Een Poolse reiziger genaamd Joseph Kopék was de eerste die in 1837 een verslag schreef over zijn eigen persoonlijke ervaring met de vliegenzwam.

Rond 1797, nadat hij twee jaar in Kamtsjatka had gewoond, werd Kopék ziek met koorts en hoorde hij van een plaatselijke bewoner over een "wonderbaarlijke" paddenstoel die hem zou genezen. Hij at een halve vliegenzwam en verviel in een levendige koortsdroom. "Als gemagnetiseerd" werd hij meegevoerd door "de meest aantrekkelijke tuinen waar alleen plezier en schoonheid leken te heersen"; prachtige vrouwen in het wit gekleed gaven hem fruit, bessen en bloemen. Hij ontwaakte na een lange en helende slaap en nam een ​​tweede, sterkere dosis, die hem terug in slaap wierp en het gevoel gaf van een epische reis naar een andere wereld. Hij herbeleefde delen van zijn jeugd, ontmoette vrienden uit zijn hele leven opnieuw en voorspelde zelfs uitgebreid de toekomst met zoveel zelfvertrouwen dat er een priester werd opgeroepen om getuige te zijn. 


In Lapland was de paddenstoel voor sjamanistische gebruiken zo gewild dat het verhaal gaat dat één vliegenzwam werd geruild voor een rendier. Die rendieren hadden overigens regelmatig vliegenzwammen op hun menu staan. Aangezien ze een deel van de werkzame stoffen uit plasten, werd die urine door mensen gedronken om zo een graantje mee te pikken van de hallucinerende werking. Intussen waren de rendieren natuurlijk ook onder invloed en zullen ze wat wankel op hun poten hebben gestaan. Zo ontstond de mythe van vliegende rendieren in het kerstverhaal. Misschien kwam dat ook doordat de menselijke gebruikers ze 'zagen vliegen' :). Afijn, dat is dus niets om zelf te proberen!


Tot slot is het altijd een discussie gebleven in hoeverre "Alice in Wonderland" gaat over de geestverruimende effecten van paddenstoelen. Er wordt gespeculeerd of de schrijver van het boek zelf ervaringen heeft opgedaan met de paddenstoelen of dat sommige delen van het boek puur zijn ontsproten aan zijn rijke fantasie: 
Alice, die door het konijnenhol reist, ontmoet een rups die op een paddenstoel zit en haar met een "loom, slaperig stemmetje" vertelt dat de paddenstoel de sleutel is tot haar reis door vreemde omstandigheden: "de ene kant maakt je langer, de andere kant maakt je korter". Alice neemt een stuk van elke kant van de paddenstoel en begint aan een reeks duizelingwekkende transformaties van grootte, waarbij ze de wolken in schiet voordat ze leert haar normale grootte te behouden door afwisselende happen te nemen. In de rest van het boek blijft ze de paddenstoel nemen: ze betreedt het huis van de hertogin, nadert het domein van de Maartse Haas en, tot slot, betreedt ze de verborgen tuin met de gouden sleutel.
We kunnen het niet meer navragen, want schrijver Lewis Carrol is in 1898 overleden. 

Wat de vliegenzwam betreft herhaal ik nog maar eens wat ik altijd zeg bij paddenstoelen: bekijk ze maar eet ze niet!

zaterdag 25 oktober 2025

Damhertenbronst en paddenstoelen in de Amsterdamse Waterleidingduinen

De weersverwachting voor de herfstvakantie zag er nat uit, maar vorige week zaterdag (en woensdag) waren een uitzondering op de regel. De parkeerplaatsen van de Amsterdamse Waterleidingduinen stonden bomvol, waarschijnlijk door een combinatie van drie dingen: het gunstige weer, de start van de  herfstvakantie en de damhertenbronst. In deze periode laten vooral de mannetjesherten zich goed zien. Ze moeten een territorium afbakenen en verdedigen en daarnaast zoveel mogelijk hindes zien te interesseren voor hun harem. Alleen zo kunnen ze hun genen doorgeven aan een nieuwe generatie damherten (via deze link kun je alle blogs lezen die ik heb geschreven over damherten, inclusief filmpjes van de bronst waarin je ook het burlen kunt horen). 

Voor we de eerste herten hoorden burlen sprongen de verse paddenstoelen al in het oog. Porseleinzwammen beginnen hun groei als kleine grijze bolletjes (kijk onderaan bij de steel van de rechterpaddenstoel) op levende beuken die het al zwaar hebben, of op dode beukenstronken. Vrij vlug pompen ze hun vruchtlichaam op met een glanzend doorschijnende hoed die kan wedijveren met Chinees porselein. Lang duurt dit niet, ze worden al snel bruin en slijmerig. Maar vandaag waren ze op hun hoogtepunt. 

Porseleinzwammen

In een donker maar door de zon beschenen hoekje lichtten gewone zwavelkopjes op. Dat is een van de meest algemeen voorkomende opruimers van dood hout in bossen en parken. De smaak is erg bitter en dat is maar goed ook. Want als je de paddenstoel eet kan dat leiden tot misselijkheid, diarree en zelfs tijdelijke blindheid en verlamming. De plaatjes aan de onderkant van de hoed zijn eerst geel, ze verkleuren van groen naar olijfbruin als de sporen rijp zijn. Maar dat laatste gebeurt niet bij alle exemplaren. Sommige zwavelkopjes zijn steriel en maken geen sporen. Dan blijven de plaatjes geel. 

Gewone zwavelkop

We naderden inmiddels het kerngebied waar de bronst zich afspeelt. We hoorden geburl (bij damherten heet dit eigenlijk 'knorren') maar we zagen niet meer dan schimmen tussen de bomen. Het eerste hert dat we goed in beeld kregen was eentje die zijn dorst kwam lessen in één van de kanalen. Tijdens de bronst eten mannetjes nauwelijks tot niet, omdat ze hun plek en harem moeten bewaken. Ze vallen dan ook vele kilo's af in een paar weken tijd. Maar een slokje water ging er wel in. Op onderstaande foto kun je ook goed zien dat de nek van de mannetjesherten in deze periode heel dik is. Tijdens de bronst neemt het testosterongehalte bij mannelijke herten sterk toe. Dit leidt tot een aanzienlijke zwelling van de nek, ook wel een "speknek" genoemd, en een grotere adamsappel. De dikke nek, samen met het gewei, is een visueel signaal van kracht dat herten gebruiken om vrouwtjes te imponeren en andere mannetjes af te schrikken. 

Drinkend damhert

Even verderop waren we getuige van een ontmoeting tussen twee herten. Natuurlijk hoopten we op een gevecht, maar het bleef bij dreigen en aftasten. Uiteindelijk dropen ze beide in een andere richting af. 

Twee damherten die niet tot een gevecht kwamen

Eén hert vertrok burlend. Het burlen een uiting van dominantie: het benadrukt de kracht van de mannetjes en hun drang om de grootste harem te verzamelen. De diepe burlgeluiden dienen als een soort lokroep om vrouwtjes te trekken, met als uiteindelijk doel succesvolle voortplanting. Het geluid waarschuwt andere mannetjes juist om uit de buurt te blijven. Dit voorkomt mogelijk gevechten, maar kan ook een directe uitdaging zijn om een gevecht aan te gaan. Door te burlen bakenen de mannetjes hun territorium af en informeren ze andere herten dat dit hun gebied is. 

Burlend damhert

De damherten maken een bronstkuil door met hun hoeven in het zand te schrapen. Ze urineren in de kuil en wentelen zich in het zand met de urine om de geur aan zich te hechten en zo goed mogelijk te verspreiden. We roken de penetrante lucht regelmatig, want rond het bos bij het Vliegermonument zagen we talloze bronstkuilen met herten. 

Damhert in bronstkuil

De meeste herten hadden hun territoriumstrijd al gestreden en lagen nu te rusten in hun kuil. De echte actie komt tijdens de nacht, dan komen de hindes uit het bos te voorschijn om zich te laten dekken. 

Rustend damhert in afwachting van een actieve nacht

Ook dit weekend kun je nog gaan kijken naar bronstverschijnselen, want de bronst duurt meestal tot eind oktober. De met oranje plaatjes gemarkeerde wandelroute brengt je bij het Vliegermonument. Hier zul je zeker bronstkuilen en herten zien. 

Bruinrode heidelibel op een parasolzwam

Niet alleen de herten rustten lekker uit, maar ook een bruinrode heidelibel. Dit insect had een parasolzwam als rustplaats gekozen. Ik denk dat we wel meer dan vijftig exemplaren van de parasolzwammen hebben gezien, sommige zo groot als een pannenkoek. 
Het was weer een heerlijke herfstwandeling. Na afloop konden we zelfs nog lunchen op een terras, uit de wind in het zonnetje!






woensdag 15 oktober 2025

Eetbare en minder eetbare dingen in het voedselbos van Huizen

Door een reeks van toevalligheden was ik afgelopen weekend aanwezig bij de laatste rondleiding van 2025 in het Voedselbos Huizen. Een enthousiaste vrijwilliger maakte ons deelgenoot van alle successen en leerpunten van het nog jonge voedselbos in het Huizer stadspark, dat zich op de schrale zandgrond moet gaan ontwikkelen. Fruit, noten, mispels en andere snoeperijen uit de natuur moeten hier straks een levendig bos vormen voor mens en natuur.

Op weg naar het voedselbos vanaf de parkeerplaats vielen meteen al de herfstkrokussen op, als een sprankje lente in het najaar. Zoals je op onderstaande foto ziet is het verschil met voorjaarskrokussen dat er geen blad aan de krokus zit. Dat komt pas in het voorjaar. Verder springen de sierlijke vertakte oranje stijlen in het oog. Door de bladloze groei wordt de herfstkrokus vaak verward met de uiterst giftige herfsttijloos. Maar die behoort tot een heel andere plantenfamilie. 

Herfstkrokus

Herfstkrokussen hebben drie meeldraden, herfsttijloos zes. En van die laatste zijn de stijlen rechttoe rechtaan en niet zo kunstig als die van de herfstkrokus. 


Opvallend was de herfstkrokus die zich een weg door een zuringblad had gebaand; alsof ze toch behoefte had aan blad om zich heen :).

En daarmee komen we op de volgende waarneming: de zuringuil. De vliegtijd van de bruin/witte vlindertjes (april tot half oktober) zat er net op voor dit jaar, maar een kleurrijke rups bevond zich nog op de waardplant. De rups wilde zich misschien nog even goed volproppen, want rond half oktober spint hij zich in in een cocon. De winter brengt-ie in die cocon door tussen de bladeren in de strooisellaag. 

Zuringuil rups

Zuringuil (vlinder)
Foto: Ben Sale from Stevenage, UK - [2289] Acronicta rumicis,
CC BY 2.0, Wikimedia

Op het grondgebied van het voedselbos staat een enorme eik. Eerder tijdens de rondleiding zagen we bij jonge eiken al knikkergallen. Onder deze majestueuze boom lagen knoppergallen. Die kende ik alleen uit het boekje, dus ik was blij om ze eens in het echt te zien. De gal wordt geproduceerd door een galwesp, die met haar legboor een eitje legt tussen de eikel en het napje. Tegelijk met het eitje brengt de galwesp een stofje in de eikel die tot een woekering van het weefsel leidt: de gal. Eerst is die gal groen en later verdroogt het tot bruin. Afhankelijk van het aantal larven binnenin is de gal grilliger van vorm. Hoewel de naam anders doet vermoeden, legt de galwesp het eitje dus niet in een knop van de boom. Het woord knopper is waarschijnlijk afgeleid van het Duitse woord "knoppe", een soort vilten pet of helm met een vorm die lijkt op die van de gal. Die petten werden gedragen in de 17e eeuw .

Knoppergallen: nog vast aan de eikel (onder) en los (boven)

Op de bodem van de gal bevindt zich een 2 mm grote ruimte. In deze binnengal leeft de larve. 

Binnenkant van de knoppergal
Foto: Bj.schoenmakers - Own work, CC0,
Wikimedia

In de knoppergallen zitten alleen vrouwelijke wespjes, die zijn in staat om zich ongeslachtelijk voort te planten. De seksuele gallen van deze soort ontwikkelen zich in de lente, ze bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke dieren en zijn veel onbekender en maar 2,5 mm groot.

Terwijl de excursie afgesloten werd, viel mijn oog op een kring van paddenstoelen onder de eik. De ObsIdentify app wist met 100% zekerheid te melden dat het om de uiterst giftige groene knolamaniet ging. En dat uitgerekend in een voedselbos! 

Niet om te eten: groene knolamaniet

De paddenstoel ruikt enigszins honingachtig en wordt in het Engels death angel of death cap genoemd. Recent kwam deze paddenstoel in het nieuws omdat in Australië een vrouw Beef Wellington had gemaakt met deze paddenstoel om haar ex-man en schoonfamilie te vermoorden. Haar ex overleefde het omdat hij niet was komen opdagen. Voor haar schoonouders en een tante van haar ex-man werd de lunch fataal. De enige overlevende (een oom) gaf aan dat de moordenares zelf een ander kleur bord had en niemand mocht helpen met opscheppen. Bij nader inzien een teken aan de wand.
Dertig tot vijftig gram van deze paddenstoel is een dodelijke portie, binnen een aantal dagen treedt lever- en nierfalen op met de dood tot gevolg. 

De paddenstoel in het voedselbos stond er tamelijk 'onschuldig' bij, niet bepaald met een waarschuwingslabel 'ik ben de giftigste paddenstoel ter wereld'. Door zijn lichte kleur lijkt hij in een bepaald stadium op een eetbare champignonsoort. Hieruit blijkt maar weer dat je met paddenstoelen altijd moet opletten: kijken en niet aankomen!



 

woensdag 8 oktober 2025

Op paddenstoelenjacht

Ik ben er in de afgelopen weken regelmatig op uit getrokken om paddenstoelen te zoeken. Maar door het aanhoudend droge weer was er weinig te zien op dat gebied. Nu de herfstbuien over Nederland getrokken zijn, maakten we meer kans om wat paddenstoelen te vinden. Het Gouwebos is daarvoor een hotspot in onze buurt. Vorig jaar troffen we daar letterlijk duizenden vruchtlichamen van de honingzwam aan. Nu liepen we over hetzelfde paadje en er was geen honingzwam te bekennen. We hadden echter het vermoeden dat deze zwam ondergronds nog steeds alom aanwezig was. Gelukkig was er allerlei ander moois te zien. 

Het gewoon ijsvingertje is in Nederland en België een algemene verschijning. Maar hoe komt het dat ik het nooit eerder heb ontdekt?? Om te beginnen misschien door het formaat. De 'vingertjes' zijn maar 1 millimeter hoog en staan in groepjes, een soort kransjes van 1 centimeter doorsnede.

Gewoon ijsvingertje

IJsvingertjes zijn geen paddenstoelen maar slijmzwammen, net als de heksenboter waar ik eerder over schreef. Als je er met een loepje naar kijkt dan zie waarom ze ijsvingertjes heten: ze hebben een grijswitte kleur en zijn waterig doorschijnend, maar smelten niet :). Niet alleen in onze streken zijn ze algemeen, je vind ze van de noordpool tot in de tropen!

Gewoon ijsvingertje close up
Foto: Alan Rockefeller - https://www.inaturalist.org/photos/342355226,
CC BY 4.0, Wikimedia

Op naar de gewone paddenstoelen. Op verschillende plaatsen roken we de penetrante aasgeur van de grote stinkzwam. Het lukte maar op één plek om ook de paddenstoel zelf te vinden dankzij mijn man als superspeurder. 

Grote stinkzwam

De stinkzwam kruipt letterlijk uit een ei. Hoewel de paddenstoel zich daaruit bevrijdt met een eitand is het geen ei dat door een kip is gelegd maar een 3-6 centimeter grote knol. In enkele uren groeit een 10–20 cm lange poreuze en holle steel. Op de hoed van de paddenstoel zit een groene slijmerige sporenlaag die flink ruikt. De stank trekt vliegen en kevers aan die voor de verspreiding van de sporen zorgen. Die hadden hun werk al gedaan bij het exemplaar dat wij vonden. De hoed was inmiddels lichtgeel en heeft een patroon dat wel wat op morieljes lijkt.

De elegante grauwgroene hertenzwam stond balancerend op een takje. De paddenstoel leeft van dood hout en helpt zo de afvalberg in bossen te verkleinen.

Grauwgroene hertenzwam

De zwam bevat de stof psilocybine. Als je dat eet dan kunnen er bewustzijnsstoornisen en roesachtige verschijnselen optreden. Die effecten houden zo'n 3 tot 8 uur aan. Voor mensen die de stof binnen hebben gekregen lijkt dit veel langer te duren, omdat de drug ook het tijdsbesef kan veranderen. Psilocybine staat op de lijst van verboden middelen, maar paddenstoelen kunnen daarvoor niet gevangen genomen worden :). 

Het paddenstoelenbulletin wordt vervolgd in een volgend blog.