Aan het eind van het paddenstoelenseizoen staat de teller in mijn app op 131 soorten. Niet slecht voor één herfst. Deze keer een aantal gele en groene zwammen uit de net zo gekleurde herfstbossen.
Gele knolamaniet |
De narcisamaniet heeft een mooiere gele kleur en meestal ook velumresten op de hoed. Het velum is een dunne laag die de paddenstoel omhult als de sporen nog niet rijp zijn. Als de paddenstoel groeit knapt hij uit dat velletje en dan blijven er resten op de hoed kleven (zo komt de vliegenzwam aan zijn witte stippen). De sporen kunnen dan uit de hoed vallen om zich te verspreiden.
Narcisamaniet |
De gele aardappelbovist is soms wat geler en soms wat lichter van kleur. Dit vers opgekomen exemplaar is nog aan de beige kant. De sporen van bovisten zitten in de bal. Op een andere locatie vond ik een doorgesneden paddenstoel. Het lijkt een grapefruit met zwart vruchtvlees. De sporen verspreiden zich als de bol is uitgedroogd en gescheurd. Hoewel de naam 'aardappel' iets anders doet vermoeden, is deze soort niet eetbaar, maar giftig.
Sporen in een doormidden gesneden aardappelbovist |
In het Speulderbos zagen we de valse hanenkam, die is vrij algemeen in de bosrijke gebieden van ons land. De valse hanenkam lijkt op de hanenkam ofwel cantharel maar is niet zo smakelijk, sommige mensen krijgen buik- of darmproblemen van de consumptie van deze soort. Hij leeft als saprofyt op naaldhout.
Valse hanenkam |
Valse hanenkam Afbeelding: Albin Schmalfuß file cropped and uploaded by Francisco Welter-Schultes - Michael, E. 1898. Wikimedia |
De geelwitte russula komt algemeen voor in loof- en naaldbossen, met name op (matig) voedselarme, zure bodems. Hij is bestand tegen de toenemende humus- en strooiselophoping in ouder wordende bossen. Het is één van de ruim 1400 soorten russula's, in Nederland kun je ongeveer 125 soorten russula's vinden. Russula's als soortgroep zijn vrij makkelijk te herkennen, maar het is erg moeilijk de juiste soort te bepalen, daarvoor heb je vaak de hulp van een microscoop nodig. Opvallend feitje: russula's en de aan hen verwante melkzwammen kunnen geparasiteerd worden door de zakjeszwam Hypomyces lactifluorum. Deze vervangt het vlees van de gastheer en maakt het eetbaar voor de mens, ook als de gastheer giftig was.
Geelwitte russula |
Hypomyces lactifluorum, of de kreeftpaddestoel, is een parasitaire ascomycetenschimmel die op bepaalde soorten paddenstoelen groeit, waardoor ze een roodachtig oranje kleur krijgen die lijkt op de buitenste schil van een gekookte kreeft. In tegenstelling tot de algemene naam is de soort zelf noch een paddenstoel, noch een schaaldier.
Hypomyces lactifluorum Foto: Erlon (Herbert Baker) at Mushroom Observer, Wikimedia |
Zoals hierboven beschreven zijn de melkzwammen verwant aan de russula's. Hieronder zie je de grijsgroene melkzwam. Deze soort leeft in symbiose met de beuk. Melkzwammen ontlenen hun naam aan de melkachtige afscheiding. Dit is ook vaak een belangrijk determinatiekenmerk. Er wordt dan onder andere gekeken naar de kleur van de melk, smaak van melk (mild, bitter of scherp) en de geur van de melk (voor en na kneuzing). Ook let men op de waardboom.
Grijsgroene melkzwam |
Groene paddenstoelen komen niet veel voor, deze groene schelpzwam vond ik dan ook opvallend. Maar echt lang groen is-ie niet. Hij groeit uit tot een vrij grote bruine paddenstoel. Het is een necrotrofe parasiet. Dat betekent dat hij de gastboom doodt en er vervolgens op verder leeft als saprofyt. De boom is in dit geval met mos bedekt.
Groene schelpzwam |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten