vrijdag 21 januari 2022

Oog in oog met de torenvalk

Mijn wens is om nog eens de Reeuwijkse Plassen vast te leggen bij een mooie zonsopgang in de winter, wanneer veel watervogels de plassen bevolken. Dat was nog steeds niet gelukt, maar op basis van de weersvoorspelling besloten we het er nog maar eens op te wagen. In het donker vertrokken we richting Reeuwijk. Achter ons was de lucht helder, maar in het oosten hing een dikke laag bewolking die onder invloed van de wind voortjoeg in het zwerk. Ik legde de blauwgrijze wolkenmassa vast in de hoop dat de zon er doorheen zou breken, maar dat was ijdele hoop.... De zon deed af en toe haar best maar meer dan wat flauwe zonnestralen en een paar 'gouden' momentjes leverde het niet op. Op de plassen dobberden flinke aantallen smienten, tafeleenden en kuifeenden, maar minder dan andere jaren. Toen bezochten we de plassen in een periode van vorst; als de sloten bevroren zijn trekken de vogels naar dieper water, zoals de Reeuwijkse Plassen waar het water open blijft. Ook in de weilanden zagen we minder ganzen dan anders. Een mooie waarneming betrof een torenvalkje op een hek in het weiland. Het was een mannetje; die onderscheiden zich van de vrouwtjes door een leigrijze kop en staart, het verenkleed van de vrouwtjes kenmerkt zich door uitsluitend bruine tinten. Hij zat er erg op zijn gemak en leek geen haast te hebben. Misschien hij zijn dagelijkse rantsoen van vijf muizen vandaag al te pakken of zat hij moed te verzamelen om op jacht te gaan.

Torenvalken eten het liefst (veld)muizen 
en hebben er gemiddeld vijf per dag nodig
Tekening: Jos Zwarts, CC BY-SA 4.0, wikimedia

Hij keek ons met een priemende, geïnteresseerde blik aan, maar ik kon de camera laten snorren zonder hem te verjagen. In verhouding tot de kop zijn de ogen heel groot, ze zijn zijwaarts gericht voor een breed blikveld. Omdat de ogen zo groot zijn dat er bijna geen spieren meer bij kunnen in de oogkas zitten de ogen klem in de kas en bewegen ze niet. Wij kunnen naar links en rechts kijken door onze ogen te bewegen, vogels moeten daarvoor hun (wendbare) kop draaien. Het oog van de torenvalk is erg bol, hierdoor zien ze een kleiner deel van de omgeving, maar wel ontzettend gedetailleerd. 

Torenvalk, man te herkennen
aan de grijze kop en staart

Net als bij mensen hebben vogels staafjes (voor het zien van licht en donker) en kegeltjes (voor het zien van kleuren) in hun ogen. De kegeltjes van vogels zien ook ultraviolet licht, dat voor mensenogen onzichtbaar is. Muizenurine reflecteert UV-licht, dus dat is voor torenvalken een mooi middel om hun prooien op te sporen. Muizen zijn gewoontedieren: ze nemen altijd dezelfde paadjes en markeren die met urine. Enkele momenten per dag komen ze uit hun holletjes en dan zijn ze even actief boven de grond. In de winter komen ze minder vaak naar 'boven' dan in de zomer, vaak alleen om zich te ontlasten. Dus dan is het geduldige wachten van een torenvalk een slimme strategie. Hoe feller het UV-licht (dat de valken zien zoals wij rood en paars zien), hoe dichterbij is het muisje. Het torenvalkje speurde niet naar de grond maar nam de omgeving in zich op. We lieten hem lekker zitten en maakten het wandelrondje langs de plassen af. Aan het eind zagen we nog een poetsende brilduiker. Over dit mooie eendje schreef ik al eens eerder een blog (klik hier). 

Bekijk het filmpje met Hollandse wolkenpartijen, de torenvalk en overwinterende eenden door hier te klikken




Geen opmerkingen: