vrijdag 26 november 2021

Bosrank: de baard van de oude man

De bosrank is jaren geleden per ongeluk in onze tuin beland. Een hovenier had de tuin opnieuw beplant en in een plaats van de bestelde paarse clematis, verschenen er in het voorjaar de crème-witte bloemetjes van de clematis vitalba. 
Illustratie Esser, Peter, 1859- wikimedia

Ik besloot het er maar mee te doen, toen nog niet wetend dat de bosrank een flinke woekeraar is. Ik heb de struik lang geleden gerooid maar er verschijnen nog overal bloeistengels uit de grond. De plant komt van nature voor in ons land langs de grote rivieren en in Zuid-Limburg want ze houdt van kalkrijke grond en een enigszins vochtige standplaats. Maar door aanplanting en verwildering kun je 'm tegenwoordig in grote delen van het land waarnemen. De houtige stengels kunnen polsdik worden en tientallen meters lang. Het is de grootste liaan van de Nederlandse flora. Deels kruipen ze als reuzenslangen over de grond, vaker nog klimmen ze in bomen en hangen soms met een boog van de ene boom naar de andere. De plant is behoorlijk giftig. Toch is het de exclusieve voedselplant van enkele insectensoorten zoals de zeldzame tere zomervlinder en de bruine bosrankspanner. De roodbruine bosrankschorstor maakt gangen in het merg van de stengels en laat daar van zich horen door een snel kloppend geluid. Dat heb ik in mijn tuin nooit opgemerkt!

Ook in het stadpark heeft de bosrank zich genesteld. De pluizige zaden staken mooi af tegen het rode herfstgebladerte toen ik weer eens een 'rondje park' deed. De kleine dopvruchtjes zijn maar 3-4 mm lang, maar ze hebben een gevederde 'staart' (officieel heet dat een geveerde vruchtsnavel) van een centimeter of vier. Die vruchtjes zitten op een kluitje bij elkaar en aangezien de bosrank rijk bloeit zijn de zaadpruikjes ruim aanwezig. In Engeland wordt bosrank ook wel “Old man’s beard” genoemd. Al die stengels met pluisjes, gedrapeerd over een andere boom of struik doen inderdaad denken aan een Sinterklaasbaard :). 

Bosrank wordt in Engeland ook wel 'Old man's beard' (baard van de oude man) genoemd. 

Vogels eten de zaden wel, maar niet van harte. Voedselonderzoek in Roemenië heeft aangetoond dat vogels er, ondanks de grote hoeveelheid beschikbare zaden per plant, maar mondjesmaat van eten. Of dat komt door de giftigheid van de plant, de geringe voedzaamheid van de zaden of het gedoe om het pluis eraf te halen vermeldt het verhaal niet. 
In het filmpje van deze week zie je de 'baard' aan het eind, verder weer veel mooie herfstkleuren en ook de geschubde inktzwammen (waarover ik eerder deze blog schreef) waren weer bovengronds gekomen. 
Klik hier om naar het filmpje te kijken - check altijd even bij het radertje of de resolutie op de hoogste kwaliteit staat (4k). Deze week ook nog een bonusherfstfilmpje van een collega You-Tuber (zie hieronder). 


Onze Nederlandse herfst is kleurrijk, maar in Japan zijn de herfstkleuren van de esdoorns zeer spectaculair. Tomotugu is een Japanse YouTuber van wie ik regelmatig filmpjes bekijk. Geniet mee van de spetterende herfstkleuren aldaar door hier te klikken



vrijdag 19 november 2021

Een vergeefse zoektocht naar de zeearend

Vechtende zeearenden in Polen waar een grote populatie van deze vogels leeft
Foto Andreas Weith - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65047904

De eerste keer dat ik zeearenden zag was in 2003, toen we een herfstreis naar Mecklenburg-Vorpommern maakten. We gingen er naar toe voor de kraanvogeltrek en de zeearenden waren een magnifieke bijvangst. We konden ze zien op redelijke afstand en de 'rugbybal'-vorm van zittende exemplaren was heel kenmerkend. Toentertijd vloog er wel eens één over in Nederland, maar er waren nog geen broedgevallen. Het eerste Nederlandse broedgeval dateert van 2016, in de Oostvaardersplassen. Bij een excursie zagen we er daar nog wel eens een, maar daar hadden we dan wel een telescoop voor nodig. Inmiddels heeft de zeearend zich echt gevestigd in ons land, de werkgroep Zeearend heeft een mooi interactief kaartje gemaakt van de broedgevallen (klik hier). Door een jaar te kiezen met het schuifje kun je precies zien hoe en waar de broedgevallen te vinden waren. Dat is voornamelijk rond het IJsselmeer en langs de grote rivieren. 

In februari 2018 zagen we er eentje overvliegen in onze eigen omgeving. Hij kruiste de Groene Jonker en de daar rustende ganzen gingen massaal de lucht in. Ik schreef er dit blogje over. Later dat jaar maakten we een reis over de Donau, in de bossen langs deze rivier konden we regelmatig genieten van deze machtige vogels met een spanwijdte van wel 2,5 meter. We droomden ervan dat dit in Nederland ook ééns de realiteit zou worden. Gelukkig gaat het de goede kant op wat dat betreft. Er waren 17 nesten in 2021, in 13 daarvan werden succesvol één of meer jongen grootgebracht. Dit jaar was er voor het eerst een broedgeval in de Korendijkse Slikken, een uitgestrekt rietland bij het Haringvliet. Op 23 april werd er een jong gezien. Later kreeg de boswachter er nog een in het vizier, maar die heeft het niet gered. In juni werd het overlevende jong geringd. "Een klimmer gaat de 18 meter hoge boom in en laat het jong met een hijskraantje naar beneden zakken. Deze klimmer blijft tijdens het ringen en zenderen boven in het nest. “Het jong zag er gezond en fit uit. Naast een metalen zwarte ring met inscriptie om de poot, kreeg de vogel ook een zendertje op de rug. Deze zender weegt in verhouding 1% van zijn lichaamsgewicht en geeft vanaf het moment dat de vogel uitvliegt informatie over vlieghoogtes en locaties. Relevante informatie die wij gebruiken voor ons onderzoek" aldus de informatie op de site van Natuurmonumenten.  De resultaten van het zenderen kun je hier bekijken (het werkt niet op alle apparaten even goed, ik zie het niet op mijn telefoon maar wel mijn PC). Hieruit blijkt dat onze jonge Haringvlieter zich nu ophoudt in de regio van Brussel!

Jonge zeearend op het nest in Duitsland. Jongen hebben nog geen witte staart
Foto Rainer Altenkamp, Berlin - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3012977

Op een winderige zondag besloten we een kansje te wagen en af te reizen naar de Korendijkse Slikken om te zien of we een glimp van de 'vliegende deur' konden opvangen. Het nest was met de verrekijker goed te zien, maar de zeearenden zelf waren gevlogen, ongeveer een kwartier voordat we bij het uitkijkpunt kwamen. Dat hoorden we van twee andere bezoekers. Jammer, maar helaas. Zo werkt het met wild in de natuur. Zij kunnen gaan en staan waar ze willen. In het filmpje van deze week veel wuivend riet en weinig gevederde vrienden. Volgende keer beter!

Klik hier om het filmpje te bekijken. 




  

woensdag 17 november 2021

Er is iets misgegaan

De blog van afgelopen weekend is niet door iedereen ontvangen, aldus een aantal van mijn volgers. Daarnaast had ik een fout gemaakt bij het kopiëren van de link naar het filmpje waardoor je een foutmelding kreeg als je er op klikte. Voor iedereen die de blog en/of het filmpje gemist heeft: via deze link kun je 'm bekijken. Hopelijk werkt nu (en de komende tijd) alles weer naar behoren. Mocht je contact met me willen opnemen als er problemen zijn met de ontvangst met de wekelijkse mails, kijk dan op de contactpagina van mijn website om mijn mailadres te zien.

vrijdag 12 november 2021

Gevallen blaadjes - leven na de dood

Na lange tijd ging ik weer eens filmen in het stadspark tegenover mijn huis, dat op YouTube mensen van over de hele wereld heeft verwonderd. Japanners en Canadezen, Spanjaarden en Duitsers, Indiërs en Zweden, Australiërs en Amerikanen (allemaal m/v natuurlijk) volgden tijdens en na de lockdown een jaar lang mijn filmpjes en stonden versteld van wat er zoal te zien was in dat kleine stadsparkje. Deze keer werd ik weer eens aangetrokken door de mooie kleuren van de bladeren. De wind blies er flink doorheen, dus er lag al veel gevallen blad op de grasperken en omliggende straten. Ik vroeg me af hoe snel zo'n blad eigenlijk verteert. Zoals altijd is zo'n vraag niet makkelijk te beantwoorden. Volgens informatie van Nature Today hangt het van veel dingen af: temperatuur, hoeveelheid vocht in de bodem, het soort blad en ook de kleur van het blad. Om met dat laatste te beginnen: bladeren die nog een beetje groen zijn, verteren sneller dan helemaal verkleurd blad. Daarnaast is ook het soort blad van belang. Bladeren van altijdgroene planten zijn goed beschermd tegen uitdroging en verteren twee keer zo langzaam als bladverliezende soorten. Binnen die laatste groep is dan ook weer onderscheid te maken tussen bladeren die veel voedingsstoffen bevatten, zoals van de zwarte els, es, esdoorn, rode kornoelje, vogelkers, sleedoorn en vlier (die verteren in één à anderhalf jaar) en bladeren van soorten die voedselarm zijn of veel looizuur bevatten zoals de eik en de beuk, die doen er al gauw twee tot drie jaar over eer ze verteerd zijn. 

Bladeren van de es verteren relatief snel

Wat temperatuur betreft gaat de vertering sneller bij warmte: gemiddeld verloopt de bladvertering twee maal zo snel voor elke tien graden temperatuurstijging. Ook in de winter gaat de bladvertering nog door, zelfs onder een dikke laag sneeuw. Tenslotte speelt bodemvocht een belangrijke rol. In droge bodems gaat de bladvertering erg traag omdat bacteriën en schimmels er uitdrogen. Aan de andere kant verloopt de bladvertering ook erg traag in zeer natte, zuurstofloze, bodems. De vertering gaat het snelst in bodems die daar tussenin zitten.

De strooisellaag wordt afgebroken door talloze insecten, wormen, bacteriën, schimmels, nematoden en andere kleine organismen op en in de grond. Een aantal daarvan kun je met je eigen ogen waarnemen, bijvoorbeeld met deze zoekkaart (kijk op pagina 2 van het document): zo'n 50 soorten miljoenpoten, ruim 50 verschillende pissebedden, 640 spinachtigen, meer dan 100 slakkensoorten, en een kleine 30 typen regenwormen. Dat is dan nog maar het begin want de werkelijke aantallen zijn alleen met een microscoop te zien.  In een theelepeltje zwarte grond zitten al snel enkele miljarden bacteriën, verdeeld over tienduizenden soorten waarvan de meeste nog niet door de wetenschap zijn beschreven. 

Het afgevallen blad is niet alleen belangrijk als onderdeel van het voedselweb. Het is ook een belangrijke schuilplaats van dieren. Egels gebruiken de bladeren om hun winternest mee te 'stofferen', lekker isolerend door de lucht tussen de droge bladeren. En zij snuffelen graag rond tussen het bladstrooisel om insecten en slakken te vinden om op te vetten voor de winter. Afgelopen dinsdag zag ik een jong egeltje in onze tuin rondscharrelen, zo schattig om te zien dat je daar graag wat rommelhoekjes voor creëert. Een korte impressie daarvan zie je in deze opname (lees nog even door onder het filmpje). Binnenkort zal het beestje in winterrust gaan, dus ik hoop dat hij voldoende voedsel bij elkaar heeft gescharreld om de winter door te komen; aan onze tuin zal het niet liggen.


In het andere filmpje van deze week zie je ook bladeren in en op het water. Blad dat in het water valt en daar verteert haalt in dat proces zuurstof uit het water. In een kleine (tuin)vijver is het dus niet zo handig om er te veel afgevallen blad in te laten. Toch is blad ook belangrijk voor kleine waterdiertjes. Uit onderzoek blijkt dat hoe groter de aaneengesloten stukken zand zijn tussen de plekken met afgestorven blad, hoe moeilijker het voor de waterdiertjes is om bij de volgende voedselbron te komen. Hierdoor overleven sommigen niet en kunnen ze niet zorgen voor een volgende generatie. Op een beekbodem bevinden de meeste waterdiertjes zich bij ophopingen van blad, takken en hout, vanwege de voedsel- en schuilmogelijkheden. Het is soms een drukte van jewelste op zo’n plek met  allerlei verschillende  soorten macrofauna die van hetzelfde voedsel leven.

Bekijk herfst in het stadspark door hier te klikken



vrijdag 5 november 2021

Late kleuring van de bomen

In de herfstvakantie waren we een paar dagen in Limburg en we hoopten op zonnig herfstweer en mooi gekleurde bomen. Wat beide aspecten betreft kwamen we bedrogen uit. Er woei een stormachtige wind, de regenbuien konden we - met hulp van buienradar - maar nauwelijks ontwijken en de bomen waren nog grotendeels groen. Niet alle bomen verkleuren op dezelfde tijd. Beuken zouden rond deze tijd hun kleurenpracht moeten tentoonstellen en Amerikaanse eiken ook. Maar die hadden niet meer dan een blosje. De lindenbomen die we vanuit onze hotelkamer zagen waren enigszins gekleurd maar door de harde wind ook al half kaal gewaaid. Alleen de esdoorns kleurden in de loop van de week geel.

De bomen in het Limburgse heuvelland waren maar mondjesmaat gekleurd

De oorzaak van de late kleuring ligt in de hoge temperaturen van afgelopen september en oktober, die tot de top-10 van de warmste najaarsmaanden horen. Ook was er geen nachtvorst te bespeuren waardoor bomen te weinig signalen krijgen dat het tijd wordt om de bladeren te laten vallen. In 2016 waren de bomen eind oktober nog groener dan nu, maar nu zit er nog meer blad aan de bomen vergeleken met vijf jaar geleden. En dat heeft weer gevolgen voor de concentratie van CO2 in de lucht. Normaal neemt het aandeel CO2 in de lucht in deze periode toe omdat bomen zonder bladeren dat niet meer opnemen. Nu nemen de bladeren dat nog op en hebben we een lagere concentratie dan gewoonlijk om deze tijd. Per saldo maakt het op de lange termijn niet zo veel uit, want als de bladeren straks vallen dan worden ze verteerd in de bodem en komt de opgeslagen CO2 alsnog vrij. 
Als bomen langer hun bladeren vasthouden heeft dat ook weer gevolgen voor de directe omgeving van de boom: er komt nu minder zonlicht op de bodem, bodemdieren moeten 'wachten' om het blad te gaan verteren en de boom verdampt meer water. Lijsterbessen en beuken kunnen daar minder goed tegen. Dus als deze warme najaarstemperaturen blijven voorkomen zullen bepaalde bomen het slechter gaan doen, ten gunste van meer zuidelijke soorten zoals de plataan of de walnoot. 
Tijdens onze wandelingen konden we trouwens vaststellen dat de walnoot het dit jaar goed gedaan heeft, in vele bermen konden we noten oogsten, een mooi en lekker aandenken aan ons tripje. De laatste ochtend hadden we uiteindelijk mooi weer. De wandeling, die vanuit Epen naar gehuchtjes in het heuvelland voerde heb ik op film vastgelegd. Klik hier om dat te bekijken.