Illustratie Esser, Peter, 1859- wikimedia |
Bosrank wordt in Engeland ook wel 'Old man's beard' (baard van de oude man) genoemd. |
Illustratie Esser, Peter, 1859- wikimedia |
Bosrank wordt in Engeland ook wel 'Old man's beard' (baard van de oude man) genoemd. |
Vechtende zeearenden in Polen waar een grote populatie van deze vogels leeft Foto Andreas Weith - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=65047904 |
In februari 2018 zagen we er eentje overvliegen in onze eigen omgeving. Hij kruiste de Groene Jonker en de daar rustende ganzen gingen massaal de lucht in. Ik schreef er dit blogje over. Later dat jaar maakten we een reis over de Donau, in de bossen langs deze rivier konden we regelmatig genieten van deze machtige vogels met een spanwijdte van wel 2,5 meter. We droomden ervan dat dit in Nederland ook ééns de realiteit zou worden. Gelukkig gaat het de goede kant op wat dat betreft. Er waren 17 nesten in 2021, in 13 daarvan werden succesvol één of meer jongen grootgebracht. Dit jaar was er voor het eerst een broedgeval in de Korendijkse Slikken, een uitgestrekt rietland bij het Haringvliet. Op 23 april werd er een jong gezien. Later kreeg de boswachter er nog een in het vizier, maar die heeft het niet gered. In juni werd het overlevende jong geringd. "Een klimmer gaat de 18 meter hoge boom in en laat het jong met een hijskraantje naar beneden zakken. Deze klimmer blijft tijdens het ringen en zenderen boven in het nest. “Het jong zag er gezond en fit uit. Naast een metalen zwarte ring met inscriptie om de poot, kreeg de vogel ook een zendertje op de rug. Deze zender weegt in verhouding 1% van zijn lichaamsgewicht en geeft vanaf het moment dat de vogel uitvliegt informatie over vlieghoogtes en locaties. Relevante informatie die wij gebruiken voor ons onderzoek" aldus de informatie op de site van Natuurmonumenten. De resultaten van het zenderen kun je hier bekijken (het werkt niet op alle apparaten even goed, ik zie het niet op mijn telefoon maar wel mijn PC). Hieruit blijkt dat onze jonge Haringvlieter zich nu ophoudt in de regio van Brussel!
Jonge zeearend op het nest in Duitsland. Jongen hebben nog geen witte staart Foto Rainer Altenkamp, Berlin - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3012977 |
Klik hier om het filmpje te bekijken.
De blog van afgelopen weekend is niet door iedereen ontvangen, aldus een aantal van mijn volgers. Daarnaast had ik een fout gemaakt bij het kopiëren van de link naar het filmpje waardoor je een foutmelding kreeg als je er op klikte. Voor iedereen die de blog en/of het filmpje gemist heeft: via deze link kun je 'm bekijken. Hopelijk werkt nu (en de komende tijd) alles weer naar behoren. Mocht je contact met me willen opnemen als er problemen zijn met de ontvangst met de wekelijkse mails, kijk dan op de contactpagina van mijn website om mijn mailadres te zien.
Na lange tijd ging ik weer eens filmen in het stadspark tegenover mijn huis, dat op YouTube mensen van over de hele wereld heeft verwonderd. Japanners en Canadezen, Spanjaarden en Duitsers, Indiërs en Zweden, Australiërs en Amerikanen (allemaal m/v natuurlijk) volgden tijdens en na de lockdown een jaar lang mijn filmpjes en stonden versteld van wat er zoal te zien was in dat kleine stadsparkje. Deze keer werd ik weer eens aangetrokken door de mooie kleuren van de bladeren. De wind blies er flink doorheen, dus er lag al veel gevallen blad op de grasperken en omliggende straten. Ik vroeg me af hoe snel zo'n blad eigenlijk verteert. Zoals altijd is zo'n vraag niet makkelijk te beantwoorden. Volgens informatie van Nature Today hangt het van veel dingen af: temperatuur, hoeveelheid vocht in de bodem, het soort blad en ook de kleur van het blad. Om met dat laatste te beginnen: bladeren die nog een beetje groen zijn, verteren sneller dan helemaal verkleurd blad. Daarnaast is ook het soort blad van belang. Bladeren van altijdgroene planten zijn goed beschermd tegen uitdroging en verteren twee keer zo langzaam als bladverliezende soorten. Binnen die laatste groep is dan ook weer onderscheid te maken tussen bladeren die veel voedingsstoffen bevatten, zoals van de zwarte els, es, esdoorn, rode kornoelje, vogelkers, sleedoorn en vlier (die verteren in één à anderhalf jaar) en bladeren van soorten die voedselarm zijn of veel looizuur bevatten zoals de eik en de beuk, die doen er al gauw twee tot drie jaar over eer ze verteerd zijn.
Bladeren van de es verteren relatief snel |
Wat temperatuur betreft gaat de vertering sneller bij warmte: gemiddeld verloopt de bladvertering twee maal zo snel voor elke tien graden temperatuurstijging. Ook in de winter gaat de bladvertering nog door, zelfs onder een dikke laag sneeuw. Tenslotte speelt bodemvocht een belangrijke rol. In droge bodems gaat de bladvertering erg traag omdat bacteriën en schimmels er uitdrogen. Aan de andere kant verloopt de bladvertering ook erg traag in zeer natte, zuurstofloze, bodems. De vertering gaat het snelst in bodems die daar tussenin zitten.
De strooisellaag wordt afgebroken door talloze insecten, wormen, bacteriën, schimmels, nematoden en andere kleine organismen op en in de grond. Een aantal daarvan kun je met je eigen ogen waarnemen, bijvoorbeeld met deze zoekkaart (kijk op pagina 2 van het document): zo'n 50 soorten miljoenpoten, ruim 50 verschillende pissebedden, 640 spinachtigen, meer dan 100 slakkensoorten, en een kleine 30 typen regenwormen. Dat is dan nog maar het begin want de werkelijke aantallen zijn alleen met een microscoop te zien. In een theelepeltje zwarte grond zitten al snel enkele miljarden bacteriën, verdeeld over tienduizenden soorten waarvan de meeste nog niet door de wetenschap zijn beschreven.
Het afgevallen blad is niet alleen belangrijk als onderdeel van het voedselweb. Het is ook een belangrijke schuilplaats van dieren. Egels gebruiken de bladeren om hun winternest mee te 'stofferen', lekker isolerend door de lucht tussen de droge bladeren. En zij snuffelen graag rond tussen het bladstrooisel om insecten en slakken te vinden om op te vetten voor de winter. Afgelopen dinsdag zag ik een jong egeltje in onze tuin rondscharrelen, zo schattig om te zien dat je daar graag wat rommelhoekjes voor creëert. Een korte impressie daarvan zie je in deze opname (lees nog even door onder het filmpje). Binnenkort zal het beestje in winterrust gaan, dus ik hoop dat hij voldoende voedsel bij elkaar heeft gescharreld om de winter door te komen; aan onze tuin zal het niet liggen.
Bekijk herfst in het stadspark door hier te klikken.
In de herfstvakantie waren we een paar dagen in Limburg en we hoopten op zonnig herfstweer en mooi gekleurde bomen. Wat beide aspecten betreft kwamen we bedrogen uit. Er woei een stormachtige wind, de regenbuien konden we - met hulp van buienradar - maar nauwelijks ontwijken en de bomen waren nog grotendeels groen. Niet alle bomen verkleuren op dezelfde tijd. Beuken zouden rond deze tijd hun kleurenpracht moeten tentoonstellen en Amerikaanse eiken ook. Maar die hadden niet meer dan een blosje. De lindenbomen die we vanuit onze hotelkamer zagen waren enigszins gekleurd maar door de harde wind ook al half kaal gewaaid. Alleen de esdoorns kleurden in de loop van de week geel.
De bomen in het Limburgse heuvelland waren maar mondjesmaat gekleurd |