vrijdag 12 november 2021

Gevallen blaadjes - leven na de dood

Na lange tijd ging ik weer eens filmen in het stadspark tegenover mijn huis, dat op YouTube mensen van over de hele wereld heeft verwonderd. Japanners en Canadezen, Spanjaarden en Duitsers, Indiërs en Zweden, Australiërs en Amerikanen (allemaal m/v natuurlijk) volgden tijdens en na de lockdown een jaar lang mijn filmpjes en stonden versteld van wat er zoal te zien was in dat kleine stadsparkje. Deze keer werd ik weer eens aangetrokken door de mooie kleuren van de bladeren. De wind blies er flink doorheen, dus er lag al veel gevallen blad op de grasperken en omliggende straten. Ik vroeg me af hoe snel zo'n blad eigenlijk verteert. Zoals altijd is zo'n vraag niet makkelijk te beantwoorden. Volgens informatie van Nature Today hangt het van veel dingen af: temperatuur, hoeveelheid vocht in de bodem, het soort blad en ook de kleur van het blad. Om met dat laatste te beginnen: bladeren die nog een beetje groen zijn, verteren sneller dan helemaal verkleurd blad. Daarnaast is ook het soort blad van belang. Bladeren van altijdgroene planten zijn goed beschermd tegen uitdroging en verteren twee keer zo langzaam als bladverliezende soorten. Binnen die laatste groep is dan ook weer onderscheid te maken tussen bladeren die veel voedingsstoffen bevatten, zoals van de zwarte els, es, esdoorn, rode kornoelje, vogelkers, sleedoorn en vlier (die verteren in één à anderhalf jaar) en bladeren van soorten die voedselarm zijn of veel looizuur bevatten zoals de eik en de beuk, die doen er al gauw twee tot drie jaar over eer ze verteerd zijn. 

Bladeren van de es verteren relatief snel

Wat temperatuur betreft gaat de vertering sneller bij warmte: gemiddeld verloopt de bladvertering twee maal zo snel voor elke tien graden temperatuurstijging. Ook in de winter gaat de bladvertering nog door, zelfs onder een dikke laag sneeuw. Tenslotte speelt bodemvocht een belangrijke rol. In droge bodems gaat de bladvertering erg traag omdat bacteriën en schimmels er uitdrogen. Aan de andere kant verloopt de bladvertering ook erg traag in zeer natte, zuurstofloze, bodems. De vertering gaat het snelst in bodems die daar tussenin zitten.

De strooisellaag wordt afgebroken door talloze insecten, wormen, bacteriën, schimmels, nematoden en andere kleine organismen op en in de grond. Een aantal daarvan kun je met je eigen ogen waarnemen, bijvoorbeeld met deze zoekkaart (kijk op pagina 2 van het document): zo'n 50 soorten miljoenpoten, ruim 50 verschillende pissebedden, 640 spinachtigen, meer dan 100 slakkensoorten, en een kleine 30 typen regenwormen. Dat is dan nog maar het begin want de werkelijke aantallen zijn alleen met een microscoop te zien.  In een theelepeltje zwarte grond zitten al snel enkele miljarden bacteriën, verdeeld over tienduizenden soorten waarvan de meeste nog niet door de wetenschap zijn beschreven. 

Het afgevallen blad is niet alleen belangrijk als onderdeel van het voedselweb. Het is ook een belangrijke schuilplaats van dieren. Egels gebruiken de bladeren om hun winternest mee te 'stofferen', lekker isolerend door de lucht tussen de droge bladeren. En zij snuffelen graag rond tussen het bladstrooisel om insecten en slakken te vinden om op te vetten voor de winter. Afgelopen dinsdag zag ik een jong egeltje in onze tuin rondscharrelen, zo schattig om te zien dat je daar graag wat rommelhoekjes voor creëert. Een korte impressie daarvan zie je in deze opname (lees nog even door onder het filmpje). Binnenkort zal het beestje in winterrust gaan, dus ik hoop dat hij voldoende voedsel bij elkaar heeft gescharreld om de winter door te komen; aan onze tuin zal het niet liggen.


In het andere filmpje van deze week zie je ook bladeren in en op het water. Blad dat in het water valt en daar verteert haalt in dat proces zuurstof uit het water. In een kleine (tuin)vijver is het dus niet zo handig om er te veel afgevallen blad in te laten. Toch is blad ook belangrijk voor kleine waterdiertjes. Uit onderzoek blijkt dat hoe groter de aaneengesloten stukken zand zijn tussen de plekken met afgestorven blad, hoe moeilijker het voor de waterdiertjes is om bij de volgende voedselbron te komen. Hierdoor overleven sommigen niet en kunnen ze niet zorgen voor een volgende generatie. Op een beekbodem bevinden de meeste waterdiertjes zich bij ophopingen van blad, takken en hout, vanwege de voedsel- en schuilmogelijkheden. Het is soms een drukte van jewelste op zo’n plek met  allerlei verschillende  soorten macrofauna die van hetzelfde voedsel leven.

Bekijk herfst in het stadspark door hier te klikken



Geen opmerkingen: