Dodaars in zomerkleed Foto: By Charles J Sharp sharpphotography, CC BY-SA 4.0, wikimedia |
Donzig achterwerk
De naam dodaars is gelinkt aan het donzige achterwerk (dod = dot = pluk), dat is in de film goed te zien. Lokaal zijn er nog allerlei varianten op die naam. Hier in het Reeuwijkse Plassengebied wordt de vogel ook wel aangeduid met Dodde(gatje), Fladdergatje of Paddegatje. In Zeeuws Vlaanderen vinden ze het achterwerk op grassprietjes lijken, vandaar de naam Vasje of Vazzetje, dat graszode betekent. De Friezen hebben hun lokale namen juist weer gebaseerd op de meer algemene futennaam: Arsevoet, Earsfutteltsje, Earsfuttel(er) (dit betekent aarsdribbelaar). Ook de volksnaam Poot in ‘t Gatje geeft aan dat dit te maken heeft met de ver naar achteren staande poten. De Limburgers noemen het beestje Duikertje.
'Poot in 't Gatje' By Baldamus, Blasius, Naumann, Sturm, - wikimedia |
Hagelzakje
In de 18e eeuw werd de gelooide huid van de vogels door jagers gebruikt om er een zakje voor de hagel van de jachtpatronen van te maken. De (Noord/Zuid)Hollandse naam Hagelzakje verwijst hier naar, evenals Kleine Aegelzak uit Zeeland en de naam Lerenkontje. Dat is ook het geval met de naam Pookske. Deze benaming is afgeleid van het Brabantse woord pook, dat o.a. zak, buik of lijf betekent. De Friese naam Lytse Hjerringslynder (‘kleine haringsnoeper’) moet niet al te letterlijk worden genomen. De vogel voedt zich voornamelijk met kleine visjes, insecten en larven. Daar is-ie vast op naar zoek in de film van deze week. Laat je oog vallen op dit snelle duikertje zou ik zeggen. Andere vogels in de film laten hun oog op jou vallen, zoals het smaragdgroene oog van de aalscholver, de gele ogen van de kuifeend die een beetje scheel lijkt te kijken en het priemende oog van een waakzame broedende reiger. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten