Kleine vuurvlinder Foto: AfroBrazilian - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org
Eind september waren we op een zonnige dag in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Het was er erg rustig. De damherten lagen te herkauwen of liepen op hun gemak door het struweel, op zoek naar iets eetbaars. De geweien van de mannetjes waren volgroeid en hun dikke nekken verraadden dat ze klaar waren voor de bronst. Daarover volgende week meer. Op het water waren de eerste wintergasten te vinden: de krakeenden en kuifeenden. De kleine vuurvlinder is één van de vlindertjes die je nog tot in oktober kunt zien vliegen, als het weer meezit tenminste. Er is er zelfs ooit een waargenomen op 29 november...! Hoewel de oranje kleur het niet doet vermoeden, hoort dit vlindertje bij de familie van de blauwtjes. Kleine vuurvlinders hebben per jaar drie generaties. Uit de eitjes die in deze tijd van het jaar worden afgezet komen nog voor de winter rupsen te voorschijn. Deze rupsen vervellen tussen de één en drie keer en gaan dan half volgroeid de kou tegemoet. Ze verblijven op een beschut plekje in de waardplant (meestal is dat schapenzuring of veldzuring) of in de strooisellaag eronder. Op warme dagen komen ze te voorschijn om nog een hapje te eten. De verpopping vindt in het voorjaar plaats: half april vliegen de vlinders uit. De mannetjes nemen een territorium in van zo'n 10 m2 en verdedigen dat tegen indringers. De kleine vuurvlinder komt in ons hele land voor, maar niet in grote aantallen. Ze houden van vrij open terrein, meestal met droge, schrale grond of natte heidevelden waar de waardplant groeit. In andere werelddelen kun je de vlinder ook tegenkomen; het verspreidingsgebied loopt van Ierland tot Japan en Noord-Amerika en Scandinavië tot Noord-Afrika. Je kunt 'm zien in het filmpje van deze week. (E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten