Tijdens mijn sporenlezingen merk ik dat sommige bezoekers verbaasd zijn wanneer ik vertel dat herten elk jaar hun gewei verliezen en volledig vernieuwen. Eigenlijk kan ik me die verbazing wel voorstellen, want het vergt veel energie om zo'n gewei te maken. Geweien variëren in vorm en grootte, afhankelijk van de leeftijd en fitheid van het hert en ook afhankelijk van de hoeveelheid kalk die ze met hun voedsel binnenkrijgen. In het eerste jaar groeit er alleen een spiesgewei, daarna vormt zich bij edelherten een gewei met takken en bij damherten een schoffelvormig gewei. Damherten werpen in mei hun gewei af. Uit de zogenaamde rozenstokken vloeit dan bloed, maar daar groeit weer huid overheen. Twee weken later is het nieuwe gewei al zichtbaar, het steekt boven de rozenstokken uit en is volledig bedekt met fluweelachtige huid, die we 'bast' noemen. Zo'n gewei in opbouw heet dan ook het bastgewei.
Bloedvaten in die basthuid voeren voedsel en zuurstof aan voor de beengroei. In augustus is het gewei volgroeid, de bast laat nu los, dat is een wat bloederig tafereel. Herten vegen hun geweien schoon aan takken en langs stammen van bomen. Begin september zijn de geweistangen kaal en hard. Het pronken kan beginnen: nu is het tijd om de hindes te imponeren voor de bronsttijd die er aan komt. En tijdens de bronst kan er een robbertje mee worden gevochten om rivalen uit het territorium te verjagen. Wil je meer weten over de jaarcyclus van (dam)herten, de hertenbronst en sporen van grotere zoogdieren? Vergeet dan niet om je tijdig aan te melden voor de IVN-lezing op 11 oktober en de bijbehorende bronstexcursie naar de Amsterdamse Waterleidingduinen op 15 oktober, die ik samen met Maria Chardon verzorg. Aan de excursie kunnen maximaal 20 mensen deelnemen. Aanmelden kan via een mail naar: aanmelden@ivn-alphenaandenrijn.nl. Kijk voor meer informatie op mijn lezingenpagina. De lezing en excursie maken deel uit van een herfstcursus, meer informatie daarover vind je via deze link.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten