In de meivakantie waren we weer eens in Limburg om te wandelen en te genieten van het mooie heuvelland. Het was nog fris maar meestal zonnig en er was niet veel wind: ideaal wandelweer. Bij aankomst is het traditie om te gaan lunchen bij Buitenlust in Camerig, waar we onder het genot van een rijk voorziene streekplank prachtig uitkijken over het Geuldal. Aansluitend liepen we via de Bellet hoogstamboomgaard (waar ik al eens een blog aan wijdde) naar de Geul. Zuid-Limburg herbergt een aantal zoogdieren die in de rest van Nederland niet voorkomen, zoals de hazelmuis en de eikelmuis, die hier aan de noordkant van hun verspreidingsgebied zitten, zoals je op onderstaand kaartje over de eikelmuis kunt zien.
Verspreidingsgebied van de eikelmuis (rode kleur: Eliomys quercinus) By Carlosblh - Commons, CC BY-SA 3.0, wikimedia |
De eikelmuis (fruitdiefje in de volksmond) komt uitsluitend in Zuid-Limburg voor in de omgeving van Maastricht. De eikelmuis is zeldzaam en met uitsterven bedreigd. Er leven nog slechts enkele tientallen dieren op de oostelijke Maasdalhelling in de hellingbossen bij Gronsveld en daarbuiten mogelijk verspreid nog enkele dieren in de omgeving van Maastricht en Valkenburg. De eikelmuis staat op de Nederlandse Rode Lijst als ernstig bedreigd. Het werd dus tijd voor een beschermingsplan. In 2018 is er een vijfjarenplan gemaakt (Feys S. & Nijs G. 2018) met als doel de kleine bestaande populatie te beschermen en het areaal geschikt leefgebied te vergroten onder andere richting het Geuldal.
Eikelmuis By Jctramasure - Own work, CC BY-SA 3.0, wikimedia |
Eikelmuisjes zijn tussen 10–17 cm lang (mannetjes zijn meestal iets groter dan vrouwtjes) en hun staart voegt daar nog eens 15 cm aan toe. Die staart is dichtbehaard en eindigt in een zwart-witte pluim. Als een roofdier het muisje bij de staart pakt, stroopt deze af (net als bij hagedissen). De kale staart verdroogt en wordt afgebeten. Vanaf dat moment gaat de eikelmuis staartloos door het leven want de staart groeit niet meer aan. Hoewel eikelmuizen bekend staan als ‘fruitdiefjes’, vormt dierlijk voedsel het grootste deel van het menu van de soort. Huisjesslakken, wormen, spinnen, insecten en allerlei andere ongewervelden zijn dagelijkse kost, en ook jonge vogels, eieren, amfibieën en reptielen worden vermalen met hun kiesjes.
De rugvacht is grijs- tot kaneelbruin, vaak enigszins rossig en de buik vuilwit. Het meest opvallende kenmerk is echter het zwarte oogmasker. Het muisje leeft vooral 's nachts, met grote ogen en oren staan deze zintuigen op scherp om in het donker te overleven. Samen met de hazelmuis behoort de eikelmuis tot de familie van de slaapmuizen. Die houden enkele maanden per jaar een winterslaap. In het najaar vetten ze op en in de winter teren ze in op die reserves. Een eikelmuis kan daarom variëren in gewicht van 45-140 gram.
In Nederland wordt het voornaamste leefgebied gevormd door kleinschalig cultuurlandschap (hoogstamboomgaarden, hagen, graften en holle wegen) die verbonden zijn in een aaneengesloten netwerk met (structuurrijke) hellingbossen op kalkrijke bodem. In Nederland is het Savelsbos de enige locatie waar zowel historisch als tegenwoordig nog met zekerheid eikelmuizen voorkomen. Oude schuurtjes in combinatie met wilde overhoekjes, struweelbosjes en fruitbomen vormen ideale schuil- en foerageergelegenheid voor de eikelmuis.
De eikelmuizen zijn gebaat bij structuurrijk en gevarieerd bos en bosranden, met veel vruchtdragende bomen en struiken. Daarnaast wordt in het plan gepleit voor aanleg en goed beheren van hoogstamboomgaarden: "In het verleden was een groot deel van het Savelsbos omringd door hoogstamboomgaarden, waar de eikelmuizen terecht konden voor een aantal belangrijke aspecten in hun levenscyclus. In deze boomgaarden vinden ze niet alleen voedsel (fruit) in het najaar, maar ook schuil- en rustplaatsen in de vaak oudere bomen met holtes, en dit gedurende het hele jaar. Een groot deel van deze boomgaarden verdween echter en maakte plaats voor akkerland, waardoor het leefgebied van de eikelmuizen vermoedelijk sterk inkromp. Om deze trend te keren kan de aanleg en het eikelmuisvriendelijk beheer van hoogstamboomgaarden in of aansluitend aan het leefgebied van eikelmuizen een positief effect hebben op de soort."
Door het omringende landschap opnieuw ‘aan te kleden’ met hagen, heggen, vruchtdragende bomen en struiken, ontstaat ook buiten het bos aanvullend leefgebied voor de soort en worden op termijn geschikte foerageergebieden met elkaar verbonden. Zo kan de eikelmuis zich in de toekomst hopelijk verspreiden door het Geuldal en wellicht op termijn in de Bellet boomgaard een stekje vinden.
Nog zonder eikelmuizen maar met de laatste appelbloesem in bloei zie je de boomgaard en de rest van onze wandeling naar de Geul en weer omhoog naar Camerig in het filmpje van deze week (klik hier).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten