Vossenleger |
Op de lagere school leerde ik al dat konijnen holen hebben en hazen 'slechts' een leger: een kuiltje in de grond waar ze rusten. Dat kuiltje is meestal niet dieper dan 10 centimeter. De omvang is ongeveer 20x25 cm. Ze drukken hun achterlijf in het diepste deel van de kom en vertrouwen verder op hun schutkleur. Als kind vond ik dat heel zielig, want waar de konijnen in knusse holletjes konden vertoeven bij regen en kou, lagen die hazen daar nat te worden.... Jonge haasjes worden al met een vachtje geboren, ze zijn 'completer' dan jonge konijntjes die in een beschermde omgeving (het kraamhol of wentel) het levenslicht zien. De draagtijd van een haas is dan ook zo'n 10 dagen langer dan van een konijn.
Niet alleen hazen hebben legers. Ook tal van andere dieren gebruiken zo'n kuiltje om te rusten. In de Harz kwamen we deze 'troon' tegen, een leger van een vos boven op een boomstronk. Een vossenleger is vooral te herkennen aan de vossenharen die erin liggen. Vossenharen voelen zacht, een beetje zijdeachtig, aan. In de winter zijn ze twee keer zo lang als in de zomer: 6 versus 3 cm. Ze zijn geelbeige met een zwarte punt.
Vossen liggen meestal opgerold in hun leger van ongeveer 50x30 cm.
Reeën krabben in de bladlaag een plekje open om te rusten en hun voedsel te verwerken. In de winter leven de reeën in groepjes en dan liggen meerdere legers bij elkaar. In de Harz vonden we een plek met vier legers langs een houtkade. Bij de legers vonden we reeënprenten (pootafdrukken) en poep; meestal ontlasten ze zich voor dat ze weer op pad gaan. Hieronder zie je drie van deze legers.
In de legers vind je vaak reeënharen en die herken je aan het golfpatroon, zoals je op deze foto ziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten