In de zomer hebben ze hard gewerkt: kleurrijke vruchten barstensvol energie zijn aangemaakt om vogels te verleiden om ze te eten en daarna de harde pitten te verspreiden. Samen met een hoopje mest (de vogelpoep) worden ze uitgescheiden om ergens als jong boompje een nieuwe start te maken. Vogels kunnen de kleur rood goed zien, daarom hebben veel bessen deze opvallende kleur. Bomen hebben verder gezorgd dat de blaadjes voor het nieuwe seizoen klaar zijn om in het voorjaar te ontluiken. Binnenin de knoppen is het frisse groen al klaar. Veilig beschermd door schubben om te zorgen dat de knop niet uitdroogt of bevriest tijdens de winter die voor de deur staat. Alleen de vlier pakt dat anders aan. Hier zie je gedurende de winter de blaadjes al een beetje uitsteken, alsof de plant wil gaan uitlopen, zie de foto. Meestal zijn de blaadjes groen, maar als het vriest kleuren ze paars. De plant maakt dan extra suikers aan om bevriezing te voorkomen. De donkere kleurstoffen (anthocyanen) zorgen dat het blad optimaal warmte kan opvangen. Want donkere kleuren absorberen warmte.
Met bessen en boomknoppen heeft de loofboom zijn opvolging en nieuwe start in het voorjaar geregeld. Nu moet hij nog één belangrijk ding doen: zorgen dat hij zelf de winter doorkomt. En dat leidt tot een actie die ik elk jaar met een beetje weemoed aanzie. De boom laat zijn blaadjes vallen. Want al die blaadjes hebben huidmondjes waardoor veel vocht verdampt. Als de verdamping doorgaat terwijl de grond bevriest, droogt de boom uit en gaat hij dood. Bovendien is het voor bomen die vol in het blad zijn moeilijk om stormen te weerstaan of de last van een flinke lading sneeuw te dragen. Met een kaal 'geraamte' kan hij dat soort winterse uitdagingen beter aan. Maar voor de blaadjes vallen, trekt de boom alle waardevolle stoffen in de boom terug. Dat zijn vooral de bladgroenkorrels, of chlorofyl; de kleine chemische fabriekjes waarmee de boom uit zonlicht, koolstofdioxide en water zijn voedsel aanmaakt. Dit bladgroen heeft de rest van het jaar de bladkleuren voor ons verborgen gehouden. Vaak zie je dit terugtrekkingsproces doordat de rest van het blad begint te verkleuren, maar het blad rond de nerven nog groen is.
Nu komt een kleurstof te voorschijn zoals carotenoïde, die de plant beschermt tegen te veel zonlicht. Deze kleurstof zorgt voor gele en oranje kleuren. De eerder genoemde anthocyanen maken roze, rode, paarse en blauwachtige kleuren. Op zich zijn die kleurstoffen wel belangrijk voor de boom, maar niet zo waardevol (ofwel moeilijk om te 'maken') als het bladgroen. Daarom zijn de bladeren vaak nog gekleurd als ze van de boom vallen. Als de boom de waardevolle stoffen heeft opgeslagen in zijn takken en stam, maakt hij een kurklaagje aan tussen de tak en het blad. Een windvlaag doet dan de rest. En hoe zit het dan met naaldbomen? De blaadjes daarvan zijn heel smal (de naalden), voorzien van een dikke waslaag en de huidmondjes liggen daar heel diep om de verdamping zo veel mogelijk tegen te gaan. Daarom kunnen naaldbomen het hele jaar groen blijven. Zij verliezen hun naalden in delen, maar nooit tegelijk. Vaak hangen de takken wat naar beneden, waardoor sneeuw er beter vanaf schuift. Zo is elke soort aangepast om zijn overlevingskans te vergroten.
Geniet nog even van de spectaculaire najaarskleuren in het filmpje. De wilde eenden zijn nu op zijn mooist, want zij zoeken voor de winter al hun partner uit. Let maar eens op de prachtige groene koppen van de mannetjes.
2 opmerkingen:
Goedenavond En dank je wel voor dit interessante blogje waar ik al wat van wist maar niet alles dus ook weer wat bijgeleerd.
En als extra kleurtje de mooie film. Dank je wel hoor. Groetjes.
Dank voor je reactie Tine, altijd leuk om te horen dat het in de smaak valt!
Monique
Een reactie posten