
Na een rondje in het vrij kale parkje te hebben gelopen konden we vaststellen dat er nog heel wat bessen aan de cotoneasterstruiken zaten. Die waren ook populair bij merels, spreeuwen, koperwieken en een enkel roodborstje. Maar pestvogels zagen we nog niet. We parkeerden de auto op een strategische plek om de struiken in de gaten te houden. Zo zaten we in ieder geval droog. Na een half uur zagen we drie pestvogels neerstrijken in de toppen van een iel boompje. Langzaam liepen we dichterbij, telkens even filmend of fotograferend. De vogels bleven rustig zitten, ook toen hondenuitlaters langs het boompje liepen. Omdat ze uit gebieden komen waar nauwelijks of geen mensen wonen, zijn veel pestvogels niet schuw. Dat gold zeker voor deze exemplaren. Op een gegeven moment stond ik op een paar meter afstand. Ik zag ze met een razend tempo de bessen van de cotoneaster naar binnen werken. Dan vlogen ze terug naar het boompje en daar werden met grote regelmaat de pitten weer uitgepoept. In het filmpje zie je dat we steeds dichterbij konden komen, bijna tot onder de boom. Daardoor konden we de prachtige details van het verenkleed ook steeds beter zien. Die zijn ook goed te bekijken op de site van de Vogelbescherming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten