Verborgen vleugels, stekende en zuigende monddelen, lopen over water, 6 maanden overleven zonder eten, van kleur veranderen..... We hebben het over de speciale kwaliteiten van wantsen, een groep insecten die behoort tot de snavelinsecten. In de tuin kwam ik deze groene stinkwants tegen. De voorvleugels van wantsen zijn gescheiden in twee gebieden: het voorste deel is leerachtig (groen in dit geval) het achterste deel is vliezig, soms doorzichtig (bij deze wants zijn die punten bruin). De achtervleugels zijn altijd vliezig. Wanneer hij de voorvleugels spreidt, dan kan de wants dus wel degelijk vliegen, ook al lijkt het alsof hij een pantser draagt. Op de rug zie je bij wantsen altijd een kenmerkende driehoek. Deze wants kan een nare geur afscheiden als hij zich bedreigd voelt. Vlak voor de winterslaap kleurt het lichaam bruin en in de lente wordt het weer groen.
Wantsen behoren tot de snavelinsecten omdat ze een zuigsnuit hebben waarmee ze een gat prikken in planten en het sap eruit zuigen. Of ze prikken een gat in een dierlijke prooi (dat kan ook je vinger zijn als je er een vastpakt) en zuigen het bloed eruit. Bedwantsen leven van bloed bijvoorbeeld. Ze verbergen zich in spleten en tussen beddengoed en gaan 's nachts op zoek naar slachtoffers voor een bloedmaaltijd. Deze soort kan zes maanden zonder eten, dus je bent er niet snel vanaf. Er zijn ook wantsen die op het water leven. We noemen ze schaatsenrijders. Hun lange poten zijn voorzien van borstelharen waarmee ze, gebruikmakend van de oppervlaktespanning, op het water kunnen staan. Ze sturen met de achterste poten, de middelste poten worden gebruikt om vooruit te komen en met de voorste poten worden prooien van het wateroppervlak gepakt. Hoe ze die vervolgens opeten, weet je nu inmiddels. In het filmpje zie je schaatsenrijders 'on the move'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten