vrijdag 17 december 2021

Een mistig dagje en toch een beetje lentegevoel


Het is de laatste weken behoorlijk zoeken naar momentjes met een beetje aardig licht om te filmen. Een mistige ochtend 'kon er mee door' en ik besloot het effect van de mist te versterken door 'high key' (met overbelichting) te filmen. Hierdoor werd de ijle sfeer van de mist versterkt en bewogen de dieren en mensen zich door een schaduwloos landschap. Het was vrijwel windstil. Er was weinig beweging dus, behalve in de slootjes. Enkele meerkoeten dobberden rond, een aalscholver gleed door het water en waterhoentjes hadden de lente al in de kop en raceten achter elkaar aan. Een paartje wilde eenden had alleen oog voor elkaar. Het bruine wijfje legde haar kop voor zich op het water, terwijl het bont gekleurde mannetje al op en neer knikkend met zijn hoofd langzaam naderde. Zijn gele snavel raakte daarbij het wateroppervlak, waardoor er telkens wat water opgespat werd. Het wijfje bleef in de paarhouding, dus met wederzijdse instemming werd er gepaard. Dat kan de hele winter zo door gaan, kou, sneeuw, regen deert niet. Voor de wilde eenden is het de hele winter verlovingstijd. Dat betekent niet dat de eieren nu al op komst zijn. Die worden pas in het voorjaar gelegd en bebroed als er overlevingskansen zijn voor de kwetsbare jongen. Onderzoeken hebben trouwens aangetoond dat vrouwtjes het aantal en gewicht van de eendeneieren aanpassen naar gelang de kwaliteit van het mannetje. Hoe dat precies in zijn werk gaat is onduidelijk, maar uit het onderzoek bleek wel dat de kleur van de snavel van het mannetje daarin een cruciale rol speelt. In de studie werd aan een deel van de mannetjeseenden voedsel gegeven met extra carotenoïden (dat is de oranje/gele kleurstof uit bijvoorbeeld worteltjes), waardoor de snavel extra kleurde. De vrouwtjes die met die eenden paarden legden meer en grotere eieren. Die eieren bevatten ook hogere concentraties enzymen die bacteriën bestrijden en daarmee ontstekingen remmen. Met andere woorden: ook voor eenden geldt dat uiterlijk er toe doet, maar het draait niet alleen om een mooi kleurtje of logo :). Woerden (mannetjeseenden) moeten goed letten op hun dieet en veel carotenoïden eten om kans te maken op meer nageslacht.

Van die 'parkeendjes' vinden we het tegen tegenwoordig heel gewoon dat we ze jaarrond zien. In het boek Nederlandsche Vogelen las ik echter dat dat eind 18e, begin 19e eeuw niet het geval was. Het waren trekvogels, die broedden in Noord- en Oost-Europa. In Lapland kwamen ze in de zomer 'in ongelooflyke menigte' voor. Gedurende augustus en september vlogen ze naar ons land, waar de eendenkooien voor menige eend het lot bepaalde: ze belandden dan op het menu van de Nederlanders. Zoals het boek vermeldt: "de natuur schynt deeze vogels, evenals de haringen, dit te hebben ingegeven, dat zy, om zelf de kost voor zig te zoeken, aan het menschelyk geslacht spyze moeten verschaffen". Men vond dat men dit smakelijke hapje niet hoefde te versmaden, want met vijftien tot zestien eieren per nest bleef de soort voldoende in stand. Niet alle trekkende eenden brachten hier de winter door, veel eendjes trokken verder naar Frankrijk en Zuid-Europa en deden ons land in het voorjaar weer aan op weg naar hun broedgebied.

Bekijk de mistige beelden van het park en de parende eenden in het filmpje door hier te klikken.



 

 

Geen opmerkingen: