zaterdag 10 augustus 2019

Klaprozen in een graanveld

In mijn jeugd waren ze niet weg te denken uit graanvelden, nu zie je ze alleen nog bij uitzondering: de felle rood/oranje bloemen van de klaproos. Ze vormden meestal een trio met de blauwe korenbloemen en gele ganzenbloemen. Al die planten zijn trouwens van oorsprong niet Nederlands. Ze zijn meegelift met het eerste zaaigraan dat landbouwers 7500 jaar geleden meebrachten uit Zuid-Oost Europa. Klaprozen kiemen op voedselarme grond die bewerkt wordt. Na de Eerste Wereldoorlog bloeiden ze in Engeland massaal op de puinhopen van gebombardeerde steden. Daarom dragen Engelsen vaak een (namaak)klaproos in hun knoopsgat bij herdenkingen van deze oorlog.
De zaden kunnen rustig tientallen jaren in de grond zitten. Daar wachten ze tot de omstandigheden om te kiemen goed zijn. De zaadjes groeien in de mooie groene zaadbollen die je in het filmpje ziet. De zaden rijpen en de bol en de stengel verdroogt. Als de stengel niet meer flexibel is, 'rammelt' de wind de zaden uit de doos, die kleine gaatjes aan de bovenkant heeft. Als een zoutvaatje strooit de plant er zo met enige regelmaat een aantal uit. Per zaadbol zijn er ongeveer 100-150 zaadjes.
De bloem geeft geen nectar, dus vlinders hebben er niks aan. Maar bijen, zweefvliegen en hommels lusten graag het stuifmeel van de plant.
Blijft natuurlijk de vraag hoe deze mooie bloem aan zijn naam komt: als je een bloemblaadje tot een zakje vouwt en er op slaat, hoor je een klap.
In Limburg kwam ik nog een tarweveld tegen waar, in ieder geval langs de randen, nog wat klaprozen en korenbloemen bloeiden. Een stukje jeugdsentiment in het filmpje van deze week.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.


Geen opmerkingen: