De lucht was vol van vogelzang langs de Wijde Aa |
In het filmpje van vandaag zie je de zingende vogels ook in beeld. Ook daar klinkt de zanglijster het duidelijkst van allemaal. Ik citeer hier een stukje tekst van Jac. P. Thijsse, een man die zo beeldend over de natuur kan schrijven dat het lijkt of je er zelf bij bent. Je kunt voor jezelf een minicursus vogelgeluiden doen door te kijken of je zijn beschrijving van de zang herkent bij de zanglijster in de film.
Tekening: Jos Zwarts [CC BY-SA 4.0 (https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0)] |
"Het lied van den zanglijster is een van de duidelijkste uit het geheele vogelrepertoire, door timbre en tempo altijd gemakkelijk te onderscheiden van alle andere. Het is krachtig en vol, flink en ferm gearticuleerd, zoodat bij het aanhooren ervan zich onwillekeurig allerlei woord-vergelijkingen bij u opdoen, allemaal woorden met een ie er in; de zanglijster zingt een ie-liedje. Bovendien stemmen de tonen en intervallen tamelijk wel overeen met wat wij menschen onder muziek verstaan, zoodat wij met eenige kans op succes probeeren kunnen, enkele strofen van zijn lied met onze gewone hulpmiddelen weer te geven."
"De Hollandsche zanglijsters roepen het liefst ‘Frederiek’ en ‘Pietje’. Ik durf gerust iemand, die nog geen zanglijsters kent, den volgenden raad geven: Ga op een morgen naar een bosch of park of tusschen de buitenplaatsen en loop rond, totdat ge een vogel luid en krachtig vier, vijfmaal ‘Pietje’ en ‘Frederiek’ hoort roepen, dan is dat stellig een zanglijster.
Hij zit nog al hoog in den boom, vlak bij den top of ten minste aan het uiterste puntje van een zijtak: een groote, grijze vogel, zoo groot als een spreeuw. Schuw is hij in het geheel niet; hij komt gerust vlak bij u neervliegen op het gazon of in de dorre bladeren tusschen de boomen.
Hoe voortreffelijk harmonieeren zijn kleuren met de neutrale tinten van den bodem! Als hij stil staat, is hij nauwelijks te onderscheiden; wie weet, hoeveel van deze vogels gij rakelings gepasseerd zijt, zonder ze te zien. Schedel en rug zijn geelbruin met een trekje in 't groene, bij de een wat meer dan bij den ander, vleugels en staart zijn iets donkerder, maar toch maakt de heele rugzij een egaal effen indruk. De onderkant - maar die krijgt ge bijna nooit te zien, als de vogel op den grond loopt - is zeer lichtgeel bij wit af en heel mooi donkerbruin gevlekt met nog al driehoekige, spitse vlekken, terwijl de onderkant van de vleugels en de zijden van het lichaam prachtig oranje zijn, wat alleen te zien is, als de vogel onder een gunstig licht dicht bij u opvliegt. De pooten zijn grijs, met heel weinig geel erin en de groote oogen bruin met dof gele oogleden.
Die groote oogen en de merkwaardige vlekteekening aan de wangen, om de mondhoeken en langs de keel geven onzen vogel een min of meer potsierlijke gelaatsuitdrukking; vooral als hij stil staat en met zijn kop half schuin u begluurt, kan hij er onweerstaanbaar komiek uitzien."
E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje van deze week te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten