maandag 17 september 2018

Oude knar

Snoek. Duméril; La Blanchère;
Mesnel via wikimedia 
Op een mooie nazomerdag hebben we weer eens door de Amsterdamse Waterleidingduinen gestruind en allerlei dieren gezien. Aan de boomkikker, pad, heidelibel en zandhagedis heb ik al eens blogs gewijd (klik op de diernaam om naar deze bijdragen te gaan). Deze keer besteed ik aandacht aan een vis: een grote snoek liet zich namelijk goed bekijken (en filmen) in een van de infiltratiekanalen van de waterzuivering. Een tijdlang lag de vis roerloos in het water, maar op een gegeven moment bewoog zij zich op de kenmerkende manier door het water: heel langzaam, met weinig beweging van de vinnen. De snoek jaagt op zicht, meestal vanuit een hinderlaag en wil zo lang mogelijk ongezien blijven. Met een plotselinge uitval pakt hij grote prooien, bij voorkeur vis zoals een baars. Maar snoeken eten ook amfibieën, jonge watervogels of een muskusrat. Het beestje heeft behoorlijk scherpe tanden en de onderkaak steekt wat uit ten opzichte van de bovenkaak. Dat laatste is handig omdat de prooi meestal van onder benaderd wordt.
Tanden van de snoek
Foto: BJ.Schoenmakers via wikimedia
Heeft de snoek eenmaal beet, dan wordt het slachtoffer met de kop naar voren ingeslikt, zodat eventuele stekels of veren met de stroom mee door de slokdarm gaan. Mocht het zicht in het water wat minder zijn, dan heeft de snoek - net als andere vissen - een speciaal orgaan aan de zijkant van het lijf waarmee kleine bewegingen van het water gevoeld kunnen worden. Meer over deze zogenaamde zijlijn lees je op Wikipedia. Waar jonge snoeken een goudgespikkeld lijf hebben, zijn oudere snoeken - ze kunnen wel 15 jaar worden - egaler en donkerder van kleur. De snoek die we zagen in de Waterleidingduinen was zo te zien de jongste niet meer. Ik denk dat het een vrouwtje was, die worden maximaal 1,40 meter, mannetjes zijn meestal niet groter dan 85 centimeter. Snoeken eten gerust soortgenoten op, tot ze de 70 centimeter gepasseerd zijn moeten ze vrezen voor hun leven. Nog een goede reden om zich te verbergen tussen de waterplanten dus. Voor deze kanjer was dat blijkbaar niet nodig, want ze was ruim 1 meter lang. Zij liet zich door ons goed bewonderen in het heldere water. Snoeken paren al in februari, ze gaan daarvoor elk jaar naar een vaste stek. De eitjes worden in ondiep water tegen waterplanten geplakt. Een flink vrouwtje kan rond de twee miljoen eitjes per jaar produceren. De kleine snoekjes groeien als kool en kunnen tot wel 30 centimeter worden in hun eerste jaar.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien, met alle bovengenoemde dieren + damherten. De gele bloemetjes op het water zijn van het blaasjeskruid, een vleesetend plantje met een ingenieus valmechanisme. Kijk voor meer informatie op Wikipedia.


Geen opmerkingen: