zaterdag 15 december 2018

Natuurlijk ooibos

Ooibos langs de Donau
Deze week zie je in de film het laatste verslag van onze reis over de Donau. We bezochten Roemenie's hoofdstad Boekarest, die overigens niet aan de Donau ligt, maar een uur rijden er vandaan. Wij gingen van boord in Giurgiu, en terwijl wij de stad bekeken ging de boot verder, om ons op een noordelijker punt weer op te pikken. De rest van onze reis voeren we dag en nacht stroomopwaarts, terug richting Passau. Zoals je gelezen hebt in mijn eerste blog over deze reis, ging dat niet bepaald snel, zodat we uiteindelijk in het stadje Melk (Oostenrijk) van boord zijn gegaan, en met de bus verder naar Passau zijn gereisd.
Langs de Donau zagen we vanaf de boot de oeverbossen die je ook in de eerder gepubliceerde filmpjes kon zien. Natuurlijke bossen langs rivieren worden ooibos genoemd. Ooi is een oud woord voor nat terrein bij een rivier. De Duitsers noemen dat Au en Auwald. Zo is er bij Wenen een mooi Auwald langs de oevers van de Donau. Een natuurlijk riviersysteem geeft een rivier vrij baan om water te verwerken. Omdat de aanvoer niet constant is, moet ook in tijden dat er veel water passeert ruimte zijn voor dit water. Als de rivier in één strakke baan geleid wordt, ontstaan er al snel overstromingen. Een natuurlijke rivier creëert nevengeulen in het ooibos met de beukende kracht van hoog water, zodat het ooibos als waterberging kan dienen. Langs de Donau zagen we voornamelijk wilgen en populieren in dergelijke bossen, dat wordt ook wel zachthoutooibos genoemd. Ooibossen ontwikkelen zich razendsnel (in bomentermen gesproken). Wilgen groeien er wel 1-2 meter per jaar en in 20 jaar tijd is er sprake van een goed ontwikkeld bos. Wilgen en populieren kunnen goed overleven met natte voeten, langs sommige rivieren staan ze bijna de helft van de tijd in het water. Bevers vinden zo'n dynamisch waterrijk bos een prachtige biotoop.
Knaagspoor van een bever
Zittend op het dek van de boot speurden we dan ook naar sporen van dit grootste knaagdier van Europa. In de zomer eten bevers voornamelijk groene planten, daar zie je weinig sporen van. In de winter knagen ze bomen om, om de schors te eten, daar kun je niet overheen kijken :). Eind oktober waren de sporen nog relatief dun gezaaid, maar hun aanwezigheid was wel vast te stellen. Hun 'watermanagement' door het bouwen van dammen, helpt om de diversiteit van het leven in een ooibos te vergroten. Dat zie je op bijgaande illustratie van ARK Natuurontwikkeling, die je via hun webwinkel gratis kunt downloaden.
Download deze kaart gratis bij ARK
Blauwe reigers langs de Donau
Ooibossen zijn ook het neusje van de zalm voor vogels. In jonge ooibossen zijn grote aantallen fitissen en tjiftjafs te vinden. Op meer open plekken kun je blauwborsten spotten of een buidelmeesnestje zien bungelen. Aalscholvers en reigers broeden er in de bomen. Als het bos ouder wordt, wemelt het van de nachtegalen en kun je de wielewalen horen zingen. In deze tijd van het jaar houden al die vogels zich koest, of overwinteren in het zuiden. We hoorden wel met regelmaat de spechten, die eten zoeken in vermolmde bomen. Afijn, genoeg reden om nog eens een keer in het voorjaar naar de Donau te gaan.


E-mailabonnees kunnen hier klikken om de film van deze week te zien.


Geen opmerkingen: