zondag 28 oktober 2018

Chemische fabriekjes worden stilgelegd

Blad van de zomereik
In deze tijd van het jaar stoten de loofbomen hun bladeren af en daarmee komen miljoenen chemische fabriekjes tot stilstand. De bladgroenkorrels hebben tijdens de lente en zomer door middel van fotosynthese voedsel voor de bomen gemaakt. De ingrediënten waarmee ze die voedende suikers maken zijn zonlicht, kooldioxide en water. De zuurstof die wij inademen is een restproduct van dit proces. Daarnaast zorgen de bladeren door verdamping voor een zuigende werking die water van de wortels naar alle delen van de boom transporteert. Twee jaar geleden schreef ik als eens over hoe en waarom bomen hun bladeren verliezen in deze blog. Deze keer bekijken we hoe een blad is opgebouwd. Zo'n blad bestaat uit verschillende lagen met weefsel. Aan de bovenkant van het blad zit een wasachtige laag (de cuticula) die geen water doorlaat. Dan komt de opperhuid, en laagje dat niet dikker is dan één cel (het bovenepidermis) en waarin nauwelijks huidmondjes zitten. Daaronder zit een laag die wordt aangeduid met de naam mesofyl, die bestaat uit bladmoes, waarin de fotosynthese plaatsvindt (palisadeparenchym), de vaatbundels (nerven) die uit transportweefsel bestaan om te zorgen voor de aanvoer van water en voedingsstoffen, en een los weefsel met luchtblaasjes (sponsparenchym). Aan de onderzijde zit een afsluitende cellaag (onderepidermis) met huidmondjes die de verdamping regelen. Bij waterplanten zitten die trouwens aan de bovenkant van het blad. En daaronder zit weer zo'n wasachtig waterresistent laagje. In de tekening is het schematisch weergegeven. Bijna onvoorstelbaar dat dit zich allemaal bevindt in zo'n dun blad!

Derivative work: B Kimmel Leaf_anatomy
H McKenna - Leaf_anatomy, Wikimedia

Natuurlijk kun je ook zonder deze ingewikkelde kennis genieten van de prachtig gekleurde herfstbladeren. Ik heb er een aantal voor je gefilmd, waarbij je de nerven, die trouwens niet alleen voor transport in het blad zorgen, maar ook voor stevigheid, mooi kunt zien. In het laatste deel van het filmpje heb ik beelden gemaakt waarbij alleen geel in kleur wordt weergegeven en de rest in zwart/wit. Je ziet dat de bladeren niet gelijkmatig zijn verkleurd, maar dat het bladgroen langzaam wordt teruggetrokken uit het blad.

E-mail-abonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien.



zondag 21 oktober 2018

Zwarte els in pastelkleurig landschap

Els
De zonsopgangen zijn inmiddels op ARBO-tijden en als ik naar mijn werk rijd, zie ik jaloersmakende ochtendnevel waar ik niks mee kan doen, behalve er zelf van genieten. Maar op een ochtend dat ik er wel met de camera op uit kon trekken had ik geluk. Bij het dorpje Aarlanderveen zag ik de zon opkomen en de natte weilanden zorgden voor een mooie waas van mist. Vliegtuigen lieten condensstrepen in de lucht achter - iets waaraan je nauwelijks ontkomt als je onder de rook van Schiphol woont - maar door de zon werden ze mooi belicht. Dat vergoedde de vervuiling een beetje. Het dorpje ligt midden tussen de weilanden en om wat diepte in de beelden te krijgen, koos ik voor de omlijsting door de zwarte elzen die er langs de slootkant groeien.
Van alle inheemse bomen komt de els het meest voor in Nederland. Op de Veluwe en in de Noordoostpolder ontbreekt-ie op een paar plekjes, maar dat is dan ook alles. De soort kan goed tegen nattigheid en is te vinden in moerasbos, dat vroeger, zeker in het westen van het land, heel algemeen was. Tegenwoordig is hij vooral te zien langs sloten. Als geen andere soort is de els voorbereid op de moeilijke leefomstandigheden van stilstaand, zuurstofarm water. Met stikstofbolletjes aan de wortels voorziet hij in zijn eigen voedsel. Bovendien vormen de wortels zogenaamde zinkers met een sponsachtige structuur waardoor de boom steviger staat. De zaadjes die uit de opengesprongen elzenproppen dwarrelen hebben luchtblaasjes zodat ze blijven drijven op het water. Eenmaal ergens aangespoeld vormen ze al snel een rij nieuwe boompjes langs de waterkant. Vroeger waren deze elzensingels heel talrijk, er was meer dan honderdduizend strekkende kilometer van in het toenmalige kleinschalige akkerland. De meeste elzensingels zijn nu nog te vinden in het gebied tussen Drachten en Dokkum (Friesland), daar staat nog een restant van bij elkaar opgeteld 3000 kilometer.
Aarlanderveen met ochtendnevel

Inmiddels was de zon boven de horizon uitgekomen en baadde de weilanden in een gouden licht. Een boer had zijn koeien het weiland in gestuurd en dat leverde mooie beelden op. Overigens kunnen koeien het slachtoffer worden van de els. Door de wortelmassa van die zinkers, is de boom bijzonder geaard. En dat leidt regelmatig tot blikseminslag in de elzen. Van de honderd koeien die jaarlijks door de bliksem worden getroffen is er altijd een behoorlijk aantal dat onder elzen stond te schuilen....
Op deze mooie ochtend was er echter geen wolkje aan de lucht en konden de koeien (en schapen) vredig grazen.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.


zondag 14 oktober 2018

Berkenzwam is (g)een berkendoder

Berkenzwam
Hoewel we een zeer droge zomer en dito herfst hebben, zijn er tot mijn verbazing nog wel wat paddenstoelen te vinden. Vorig jaar rond deze tijd schreef ik over de reuzenbovist, een buikzwam die ik ook dit jaar weer tegenkwam terwijl ik paddenstoelen filmde in Park Zegersloot. Vandaag besteed ik aandacht aan de berkenzwam. Deze buisjeszwam is een zogenaamde zwakteparasiet. Dat wil zeggen dat de zwam de boom infecteert op het moment dat deze verzwakt is. Bijvoorbeeld doordat er takken zijn afwaaid tijdens een storm, de boom uitgedroogd is of er andere bomen in de omgeving van de berk licht en ruimte wegnemen. Een berk wordt ongeveer 80 jaar, een mensenleeftijd en een jonkie vergeleken met eiken, beuken en lindes die makkelijk honderden jaren oud kunnen worden en vele mensengeneraties zien komen en gaan. De berkenzwam woekert in het binnenste van de boom en veroorzaakt daar bruinrot. Op de zwakke plek breekt de boom vaak af om op de grond verder te verteren. De paddenstoelen (vruchtlichamen met sporen) komen dan pas op de boom. Dus als je een berkenzwam ziet, heeft er al een heel proces plaatsgevonden. De berkenzwam heet in de volksmond berkendoder. In feite is de boom al kwijnende voordat de berkendoder zijn slag slaat, maar het verval wordt wel versneld met de komst van deze parasiet. Dus ik laat het aan jou om te bepalen of je deze bijnaam terecht vindt :). Overigens komen er nog 29 andere paddenstoelen op of onder de berk voor en wel 330 soorten insecten en mijten. Meer daarover lees je in dit artikel.
Bloedweizwam of blote billetjeszwam
De paddenstoel op het steeltje is een andere soort
Vorig jaar zag ik in dit gebied de bloedweizwam, ook wel gewone boomwrat genoemd. Een mooiere naam vind ik blote billetjeszwam, heel toepasselijk zoals je op de foto ziet. Dit is echter geen schimmel maar een slijmzwam. Dat zijn eencellige organismen die zich kunnen verplaatsen. Aanvankelijk zijn de 'billetjes' roze, maar als ze sporen gaan vormen worden ze bruin.

Je kunt de berkenzwam en andere paddenstoelen zien in het filmpje.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om naar het filmpje te gaan.


zondag 7 oktober 2018

Opmars in ganzenpas

Grauwe ganzen strijken neer voor
de nacht op de Wijde Aa (Z-H)
In het donker van de nacht hoor ik ze over ons huis vliegen: grote groepen gakkende ganzen. Langzaam stromen ook de overwinteraars vanuit Noord- en Oost-Europa, Spitsbergen en Siberië weer ons land binnen, op het hoogtepunt van de winter zijn ze met z'n 2 miljoenen. Ik reed vorige week naar huis van mijn werk. Het was een warme dag geweest voor de tijd van het jaar. Langs de Wijde Aa zag ik vanaf de weg een grote groep nijlganzen zitten. Met volop zon en wat wolkjes aan de einder bedacht ik dat het wel eens een mooie zonsondergang kon worden, daar boven het water. Thuisgekomen pakte ik mijn camera en statief en vertrok onmiddellijk weer richting het water. Naast de parkeerplaats graasden koeien in het avondlicht. Spinnendraden dansten op het beetje wind dat er was. De nijlganzen zaten er nog, ze waren waakzaam toen ik uitstapte, maar vlogen niet op. Deze van oorsprong exotische vogels, hebben met grote broedsuccessen in de laatste 20 jaar een flinke populatie gevormd. Van enkele ontsnapte vogels naar zo'n 12.000 exemplaren nu.
Nijlganzen soezen in het avondlicht
De vogels hebben zich vermeerderd vanuit Den Haag en Groningen, waar de nijlganzen blijkens de statistieken zijn ontsnapt. 

Boven het water van de Wijde Aa was het een drukte van belang van grauwe ganzen. Ook deze soort heeft een opmerkelijke groei doorgemaakt, eigenlijk is er sprake van een comeback. Door bejaging en verlies van het leefgebied (moerassen) was de vogel uit ons land verdwenen. In de jaren 70 van de vorige eeuw zijn ze opnieuw uitgezet in Friesland en het Deltagebied. Maar de echte sprong voorwaarts kwam met de spontane vestiging van grauwe ganzen in de Oostvaardersplassen. Gemiddeld zijn er nu zo'n 200.000 grauwe ganzen in Nederland, met een piek in de winter van ruim 400.000 vogels. Terwijl de zon onderging, kon ik een mooie ganzenvlucht filmen tegen de oranjerode lucht. Ze vlogen langs de molens en boven de verlichte voetbalvelden van Hoogmade. In een volgebouwd land is er blijkbaar toch nog plek voor deze gasten. 
E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken. 


maandag 1 oktober 2018

Ze komen met kilo's uit de lucht vallen

Ik merkte het al eerder op: er hangen heel veel zaden en vruchten aan de bomen dit jaar. Ik spreek dan in heel algemene termen: veel, heel veel. Maar er zijn ook mensen die berekenen hoe veel er bij benadering aan de bomen hangt. Dat hebben ze gedaan voor eikels en beukennootjes op de Veluwe. Daar zal volgens de schatting zo'n 4,7 miljoen kilo eikels uit de bomen vallen. Er zijn niet alleen veel eikels, ze zijn ook wat groter dan normaal, soms wel meer dan 10 gram per eikel. De wilde zwijnen kunnen hun buikjes rond eten en hebben met deze kanjers aan 200-300 eikels per dag genoeg. Beukennootjes zijn een stuk kleiner en lichter, maar daarvan hangt altijd nog ongeveer 1,6 miljoen kilo aan de takken. Die boomsoort is meestal niet zo scheutig met zijn zaden en produceert lang niet elk jaar. Maar in de afgelopen zes jaar was het elke herfst raak.
Nog lichter dan beukennootjes zijn bladeren. Ook daar heeft iemand flink mee zitten rekenen. Diegene heeft uitgevogeld dat er zo'n 35 miljoen kilo bladeren op de composthoop belanden, en dat gaat dan alleen over bladafval van straten en tuinen. De bossen en plantsoenen zijn niet meegerekend omdat die niet worden opgeruimd. Hoe al die berekeningen precies gemaakt zijn staat er niet bij, dus we moeten maar aannemen dat het klopt. De getallen zijn in ieder geval indrukwekkend. Ik wilde wat zaden en vruchten vastleggen in het filmpje van deze week en was er met de camera op uit getrokken in het park tegenover ons huis. Filmen in een drukke omgeving is niet altijd een pretje. Menig filmbeeld is verloren gegaan doordat een hond kwam snuffelen aan het statief, met schokkende beelden (letterlijk dan) tot gevolg. Een clubje wielrenners is gegarandeerd goed voor 'grappige' opmerkingen zoals: "zijn we goed in beeld?". Deze keer ontmoette ik echter een meisje dat erg geïnteresseerd was in de natuur. Ze had veel belangstelling voor wat ik aan het doen was en ging zelfs naar huis om pen en papier te halen voor....mijn handtekening. Ik heb het filmpje van deze week daarom opgedragen aan dit meisje met de naam Robin. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.